Een groot thema in de Bijbel is rechtvaardigheid. Maar wat is het eigenlijk? Je kan ‘rechtvaardig’ het beste omschrijven als ‘voldoen aan een wet of maatstaf’. Zo gebruiken we het woord ook. Als we vinden dat iets onrechtvaardig is, dan bedoelen we vaak dat iets niet gaat zoals het hoort, iets gaat niet volgens de regels. Maar als het in de Bijbel gaat over de rechtvaardigheid van mensen, dan gaat het over de vraag of die mensen voldoen aan Gods wet of maatstaf.
Misschien kan je het vergelijken met een topsporter. Als een hardloper aan de Olympische Spelen wil meedoen, dan moet hij eerst in wedstrijden proberen zich te kwalificeren. Dat doet hij door sneller dan een bepaalde tijd te lopen, een limiet. Dat is de maatstaf waaraan een topsporter moet voldoen om naar de Spelen te mogen. Zo kan je dus ‘meten’ of een topsporter goed genoeg is.
Het probleem dat door heel de Bijbel heen terugkomt, is dat het de mens uit zichzelf niet lukt om te voldoen aan Gods standaard, om rechtvaardig te worden. Door Adam kwam zonde de wereld binnen, en door de zonde de dood. We missen ons doel. Dat is wat “zonde” feitelijk betekent. Hierdoor is er een breuk gekomen in onze relatie met God. Het grote vraagstuk dat in de Bijbel dan ook steeds weer opspeelt is: hoe kunnen wij weer rechtvaardig voor God worden? Hoe herstellen we de relatie?
Nadat Israël uit Egypte bevrijd was, kregen ze van God iets heel bijzonders: de wet. Dit was de maatstaf waarmee God aangaf waar het volk Israël aan moesten voldoen! De Israëlieten probeerden dan ook hun relatie met God op te bouwen door zich te houden aan de wet die God gegeven had. Die wet zei ook: als je alles doet wat in de wet staat, je aan alles houdt, dan zal je leven. Dat is ‘rechtvaardigheid uit de wet’ Rom 10:5. Maar, als je ook maar één foutje maakt, dan heb je de hele wet overtreden en verdien je de dood. De andere volken hadden geen wet, maar wel een geweten. Zowel de Israëlieten als de andere volken, zij schoten allemaal tekort. We struikelen steeds weer, en het lukt ons niet de limiet te halen, die God voor ons bepaald heeft.
Paulus vat het treffend samen in Romeinen 3:10-24, waarin we eerst lezen:
Niemand is rechtvaardig, zelfs niet één. Niemand begrijpt het. Niemand zoekt God… | Eig.Vert. |
Het is duidelijk: wij zullen nooit Gods standaard halen. We blijven allemaal fouten maken en staan allemaal schuldig tegenover God. Hierna herhaalt hij wat we al constateerden:
Door te werken onder de wet wordt niemand rechtvaardig voor Zijn aangezicht, want door de wet erkennen we dat we zondig zijn | Eig.Vert. |
Gods wet legt een maatstaf neer, waar niemand aan voldoet. We leren er juist door dat we tekortschieten. Maar, zo gaat hij verder, nu onthult God ons Zijn rechtvaardigheid, door wat Christus Jezus gedaan heeft. Hij voldeed helemaal aan de wet, en vervulde haar. Het was Zijn geloof en vertrouwen in Zijn Vader die ons Gods rechtvaardigheid liet zien en uiteindelijk zelfs toerekende. Zoals Paulus dan samenvat:
Want allen zondigen en hebben een gebrek aan de heerlijkheid van God, en worden om niet (gratis) gerechtvaardigd door genade, door de vrijkoping in Christus Jezus. | Eig.Vert. |
Misschien heb je zo nog nooit over rechtvaardigheid nagedacht. Het gaat dus uiteindelijk helemaal niet om onze rechtvaardigheid, maar om die van God. Dat Christus Jezus stierf, was in de eerste plaats niet voor onze rechtvaardigheid, maar die van God. Dat God kwaad en zonde in de schepping bracht en het met veel geduld verdroeg, en dat Hij in deze tijd voorbijgaat aan onze zonden, is allemaal gerechtvaardigd door het offer. God wist dat er aan het kruis mee afgerekend zou worden, en uiteindelijk het allemaal zelfs ten goede zal meewerken.
Alleen zo kan onze rechtvaardige God ons ook daadwerkelijk rechtvaardig verklaren. Dat wij door het offer van Christus rechtvaardig worden is dan ook niet onze verdienste, het is Gods rechtvaardigheid die ook ons wordt toegerekend. We kunnen er dan ook helemaal niets voor doen! We zijn gerechtvaardigd door het geloof. Ons geloof? Nee, zelfs dat niet, want er staat letterlijk: ‘door het geloof van Christus’. Hij geloofde, Hij vertrouwde op God dat Hij Hem uit de dood zou opwekken, en volbracht daarom Zijn offer. Het is om wat Hij deed dat we rechtvaardig zijn. Ons geloof is ook geen voorwaarde, het is iets dat God ons geeft. Zoals Paulus verderop in Zijn brief aan de Romeinen schrijft: God is het die ons van tevoren kende, bestemde, riep, rechtvaardig verklaart en zal verheerlijken Rom 8:29,30. God doet dit alles, wij hebben er geen enkele invloed op of keuze in. Het is volledig genade!
En wat werkt het allemaal uit, dat we gerechtvaardigd zijn? Allereerst betekent het dat we zijn vrijgesproken van elke zonde. Omdat er niets meer tegen ons ingebracht kan worden, hebben we vrede met God. Er staat niets meer tussen God en ons in! En, zegt Paulus, als we gerechtvaardigd zijn, dan zullen we zeker gered worden van de verontwaardiging (meestal “toorn” genoemd) die in de toekomst over de aarde zal worden uitgestort. Dit verband tussen rechtvaardigheid en gered zijn vinden we ook weer door de hele Bijbel. In het Oude Testament zijn het de rechtvaardigen die gered zullen worden en het koninkrijk binnen mogen gaan. Ook wij worden gered, en zullen, omdat we rechtvaardig zijn, worden opgenomen voordat de gerichten over de aarde komen.
Er kan niets meer tegen ons ingebracht worden om ons te veroordelen, we zijn rechtvaardig verklaard! Rom 8:1 Het is dan ook duidelijk, dat rechtvaardig zijn veel verder gaat dan vergeving. Als je iemand vergeeft, dan zeg je: ‘Oké, je hebt dat fout gedaan, maar ik zal er geen gevolgen aan verbinden’. Als je iemand rechtvaardigt, dan zeg je: ‘Ik zie geen fouten meer, ik kan je niet veroordelen!’ Is het dan niet vreemd om God toch om vergeving voor onze fouten te vragen, als Hij ons al gerechtvaardigd heeft? Wij zijn in genade gered! Laten we Hem dan juist danken voor dat feit!
Deels herschreven uit: “Mededelingen voor reizigers”