DE CONCORDANTE VERTAALMETHODE


‘Concordant’ wil zeggen ‘eensluidend’, ‘overeenstemmend’, en omschrijft meteen een belangrijk kenmerk van een concordante vertaling: één Grieks of Hebreeuws woord altijd met één Nederlands woord vertalen. In veel moderne vertalingen wordt op verschillende plekken hetzelfde woord in de grondtekst met verschillende Nederlandse woorden weergegeven. Geregeld worden ook lastige passages verder uitgelegd, waarbij vaak de uitleg overeenstemt met de heersende overtuiging. Dan is het voor de lezer niet meer mogelijk om in zijn Bijbelvertaling te ontdekken wat er eigenlijk staat of kritisch de keuzes van de vertalers of de heersende overtuiging te onderzoeken. Dit is wat een concordante vertaling, wat de Nederlandse Concordante Vertaling (NCV) is, wil voorkomen; het wil vooral weergeven ‘wat er staat geschreven’.

Een ‘eensluidende’ vertaling die vooral wil weergeven ‘wat er staat geschreven’ klinkt mooi, maar roept waarschijnlijk ook vragen op. Waarom doen veel moderne Nederlandse vertalingen dat niet? En, aangezien het Grieks en het Hebreeuws hele andere talen zijn dan het Nederlands, kan je wel ‘concordant’ vertalen? Is ‘letterlijker’ altijd beter? En is de NCV dan vrij van interpretatie? Om deze vragen te beantwoorden is het goed eerst verder uit te leggen hoe de vertaalmethode van de NCV werkt.

De Griekse grondtekst

Elke vertaling begint met de grondtekst – in het geval van het Nieuwe Testament de Griekse grondtekst. Maar, omdat de oorspronkelijke Griekse handschriften niet bewaard zijn gebleven, moet er aan de hand van latere kopieën de oorspronkelijke tekst worden gereconstrueerd. Alle moderne vertalingen zijn gebaseerd op de gereconstrueerde grondtekst in de wetenschappelijke uitgave van Nestle-Aland, maar wijken ook altijd op een paar plekken af waar ze denken dat een andere reconstructie beter is. De NCV doet dit niet anders, maar wil hier volledig transparant in zijn door dit vast te leggen in een uitgave van de grondtekst, die dus vrijwel altijd overeenkomt met Nestle-Aland, maar op enkele plekken zich juist aansluit bij kritiek van enkele wetenschappers.

Deze uitgave heet de Concordante Griekse Tekst (CGT), en dat is de tekst die de NCV precies volgt. Net als de Nestle-Aland editie geeft de tekst een zeer realistische weergave van de authentieke Griekse geschriften. Beiden berusten vooral op de drie oudste, complete tekstgetuigen: de codex Sinaïticus, de codex Alexandrinus en de codex Vaticanus, tezamen met enkele oude papyri. Bij de CGT is een interlineair gemaakt, dat gebruikers kunnen raadplegen – ook zij die geen Grieks kunnen – zodat iedereen kan nagaan wat de grondtekst zegt en of de NCV daarvan afwijkt in de vertaling.

Opbouw van de vertaling

Om de vertaalmethode goed te begrijpen, is het goed te zien dat de vertaling wordt opgebouwd op enkele lagen, zoals hierboven geïlustreerd aan de hand van 1Tim 4:10b, te beginnen met de CGT. Om de brug naar het Nederlands te slaan zijn er voor elk Grieks woord een standaardwoord (de stamvorm) en een standaardvariant (het trefwoord) gekozen, in de bovenstaande illustratie te vinden op respectievelijk de tweede en derde rij.

In de stamvorm wordt de opbouw van het Griekse woord weergegeven, uit verschillende woord-elementen. Deze opbouw zegt vaak veel over het beeld dat een bepaald Grieks woord uitdrukt. Zo is het woord χαριςkharis, genade, gevormd met het woord-element -χαρ--khar-, dat ‘vreugde’ betekent, wat het beeld vormt dat genade staat voor de vreugde die ontstaat bij het ontvangen van een gunst.

Al is de opbouw van een woord veelzeggend, het zegt niet alles over de betekenis van een woord. Sterker nog, het kan zijn dat door eeuwen het gebruik en daarmee de betekenis van een woord zo verandert dat de stamvorm een heel ander beeld lijkt te geven dan wat uiteindelijk vertaald wordt. Daarom wordt voor elk Grieks woord ook een trefwoord gekozen na bestudering van de betekenis en het gebruik van het desbetreffende woord in alle voorkomende tekstverbanden, dat als vast en uniek vertaalwoord toegepast wordt. Daarbij is de keus steeds gevallen op dat woord dat in de moderne taal (nagenoeg) hetzelfde woordbeeld heeft als het Griekse woord.

Maar niet alleen in de keuze van vertaalwoorden wil de NCV consistent zijn, ook in de grammatica, in de vertaling van Griekse werkwoorden, naamvallen en andere grammaticale constructies. Ook die worden in vertalingen op vele verschillende manieren vertaald, waarbij opnieuw soms interpretatie en heersende opvattingen sturend blijken (zie de voorbeelden op de pagina over de vertaling). Ook voor werkwoordsvormen en naamvallen is een standaard weergave opgesteld die de betekenis van de vorm zo volledig mogelijk weergeeft. Dit alles, stamvorm, trefwoord en grammaticale weergave, komt samen in het Nederlandse Interlineair bij de CGT, zoals hieronder weergegeven voor 1Tim 4:10. Lees ook het artikel over het interlineair.

10
εις
eis
NAARBINNEN
naar binnen in
τουτο
touto
DE/HET-ZELFDE
deze
γαρ
gar
ZEKER-DERHALVE
want
κοπιωμεν
kopiōmen
(wij)-zijn-HOUWENde
(wij) zijn (ons) inspannende
και
kai
EN
en
ονειδιζομεθα
oneidizometha
(wij)-zijn-VERWIJTende
(wij) zijn schimpende
οτι
hoti
WELK-ENIG
dat
ηλπικαμεν
ēlpikamen
(wij)-hebben-geHOOPt
(wij) hebben gehoopt
επι
epi
OP
op/over
θεω
th
aan-PLAATS-er
aan God
ζωντι
zōnti
LEVENde-zijnde
levende zijnde
ος
hos
WELK
welke
εστιν
estin
(hij)-IS
(hij) is
σωτηρ
sōtēr
REDder
redder
παντων
pantōn
van-ALle
van alle/iedere
ανθρωπων
anthrōpōn
MANnelijk-KIJKers
mensen
μαλιστα
malista
MEER-meest
allermeest
πιστων
pistōn
van-GELOVENd
van gelovig
CGT
(1Tim 4:10 – CGT)
Vertalen zonder interpretatie?

De vervoegde trefwoorden, zoals deze onder de stamvormen in het bovenstaande interlineair te vinden zijn, vormen echter nog geen goede Nederlandse vertaling. Zo geeft ‘wij zijn ons inspannende’ goed het voortgaande karakter dat deze Griekse werkwoordsvorm uitdrukt weer, maar is dit niet te gebruiken in het Nederlands, daarom vertalen we ‘wij spannen ons in’, wat dicht in de buurt komt. Hetzelfde geldt voor de weergave van andere werkwoordsvormen. Ook moet er, om er een goed lopende Nederlandse zin van te maken, een lidwoord worden ingevoegd voor ‘God’ en ‘redder’. Eveneens blijkt soms uit de context dat een woord in het vers op zo’n manier gebruikt wordt dat het gekozen trefwoord niet past in het Nederlands, dan wordt er in de vertaling afgeweken van het trefwoord. Zo past het in het Nederlands niet naar God terug te verwijzen met ‘welke’, maar met ‘die’. Echter, alle werkwoorden zijn herkenbaar door tekens, alle afwijkingen van het trefwoord zijn aangegeven in de vertaling met verhoogde tekens, en alle toevoegingen zijn grijs afgedrukt, zodat elke afwijking zichtbaar is. Het resultaat voor 1Tim 4:10 wordt dan:

Zo is duidelijk dat een ‘volledig concordante vertaling’ niet bestaat. Om de betekenis uit de Griekse grondtekst zo goed mogelijk weer te geven moet soms, op basis van de context, of om er een goede Nederlandse zin van te maken, afgeweken worden van trefwoord of standaard weergave van werkwoorden en naamvallen. Echter, er wordt dus alleen afgeweken als de context of het Nederlands dit vereist, niet als een tekst moeilijk is of niet past in de opvatting van de vertaler of heersende overtuiging. En ook voor het afwijken kunnen regels opgesteld worden, zodat bij eenzelfde context op eenzelfde manier wordt afgeweken. Zo kan de vertaalmethode samengevat worden als:

Concordant waar mogelijk, maar altijd consistent

Dat er af en toe gekozen moet worden om af te wijken van het trefwoord betekent ook automatisch dat er interpretatie bij het vertalen komt kijken. Maar door de duidelijke regels wanneer en hoe er wordt afgeweken, wordt dit tot een minumum beperkt. U zult misschien aan de vertaling moeten wennen, maar als u hem regelmatig ter hand neemt en vergelijkt met andere vertalingen, dan wordt u duidelijk, dat in deze vertaling dingen onder woorden worden gebracht, die u niet eerder zo voor ogen hebben gestaan. Wat er staat geschreven, in het Nederlands vertaald – zó, dat de grondtekst klinkt! Niet gehinderd door wat mensen misschien denken dat er staat.

En andere vertalingen dan?

Dit roept vervolgens de vraag op: waarom doen andere vertalingen dat niet? Het is belangrijk in te zien dat elke vertaling zijn eigen doel en doelgroep heeft. Zo is de NBV een vertaling die alle kerken als doelgroep heeft, en als doel heeft dat het geschikt moet zijn om voor te lezen en dus makkelijk te begrijpen. Deze keuzes hebben directe gevolgen voor de vertaling. Zo moet er voor de doelgroep rekening worden gehouden met de gebruiken en overtuiging van de verschillende kerken. Omdat de doelgroep ook Messiaanse gemeenten omvat, moest bijvoorbeeld de naam van God in het Oude Testament toch weer vervangen worden door Heer. En omdat de vertaling makkelijk te begrijpen moet zijn, wordt er meer in uitgelegd, waarbij automatisch meer van de heersende overtuigingen in de vertaling terecht komen.

Maar dit maakt de NBV niet slecht, het laat zien dat de vertaling een ander doel dient. De NCV is met recht een studievertaling en wil vooral weergeven wat er staat geschreven. Door daar zo min mogelijk van af te wijken en moeilijk stukken niet uit te leggen is de vertaling minder geschikt om voor te lezen en moeilijker te begrijpen. Elk heeft dus zijn eigen waarde. Wil je een direct begrijpelijke en goed leesbare vertaling? Dan is de NBV uitermate geschikt. Wil je het Woord bestuderen en vooral weten wat er staat geschreven? Dan is de NCV geschikter. Of leg ze naast elkaar en vergelijk ze met elkaar, dan vallen de verschillen nog beter op en zal de tekst nog meer gaan leven!

Tot slot

De waarde van de NCV is dus dat het haar lezers in staat stelt, zonder tussenkomst van leer of kerk, te onderzoeken wat Gods woord zelf te zeggen heeft. Door het consequente gebruik van neutrale standaarden is voorkomen dat er toch op enige wijze indoctrinatie zou ontstaan. Dit stelt u in staat om kennis nemen van het plan dat God in de brieven van de apostel Paulus heeft onthuld – alsof ze u rechtstreeks zijn toegestuurd. Laten we Zijn woord dan bestuderen, om Hem beter te leren kennen en te groeien naar volwassenheid, want, zoals Paulus zegt: