Nu we gaan beginnen aan het vertalen van het Oude Testament, is het tijd vertaalproblemen die we daar tegenkomen te bespreken. En al in het eerste vers komen we er een tegen. Hoe vertaal je het eerste woord? Laten we eens kijken naar enkele bekende vertalingen:
HSV – In het begin schiep God de hemel en de aarde.
NBG – In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
NBV21 – In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Dat is hoe we het begin van de Bijbel allemaal kennen. Toch zijn er ook vertalingen die het anders aanpakken. Zo heeft de Engelse vertaling van Robert Alter, geprezen om hoe hij de taalkundige elementen en details van het Hebreeuws weet over te zetten in een letterlijke vertaling, het volgende:
Wie een interlineair erbij pakt, of de Engelse CV leest, zal opmerken dat het lidwoord voor “begin” ontbreekt in het Hebreeuws. De Engelse CV vertaalt daarom “In een begin”. Maar om te zien wat er hier aan de hand is, moeten we nog even doorgaan. Waarom staat hier geen lidwoord? Komt dat omdat het niet over het absolute begin gaat, maar om zomaar een ander begin? Dat lijkt, aan het begin van de Bijbel, een wat gekke opening. Maar er is een betere uitleg.Het ontbreken van het lidwoord komt waarschijnlijk door de vorm van het woord “begin” hier. Er zijn verschillende manieren waarop talen bezit aanduiden. Wij hebben er een apart woordje voor, “van”, maar vroeger had het Nederlands, net als het Grieks, naamvallen. Door de vorm van het woord aan te passen, door het in het Grieks in de 2e naamval te zetten, door een andere uitgang achter het woord te plakken, kan je zeggen waarvan het voorgaande is. Zo begint Romeinen 1 met:
paulos | doulos | khristou |
1e naamval | 1e naamval | 2e naamval |
Paulus | slaaf | van Christus |
Het Hebreeuws heeft iets dat lijkt op naamvallen, maar het werkt net even anders. Zo eindigt Genesis 1:2 met:
al | pené | ham-májim |
– | constructus | absolutus |
over | oppervlakte van | het water |
De normale vorm van een woord wordt ook wel status absolutus genoemd, en als het in de andere vorm staat, die onder andere bezit aanduidt, dan noemen we dat status constructus. Anders dan bij naamvallen in het Grieks, staat hier het eerste woord in die speciale vorm, en geeft het juist aan dat het het bezit is van, dat het hoort bij het volgende woord, niet bij het vorige. Wat nog bijzonder is aan de status constructus, is dat er nooit een lidwoord bij staat. De regel is, dat als het woord waar het bij hoort een lidwoord heeft of bepaald is, dan krijgt het woord in de status constructus ook een lidwoord. Het bovenstaande gedeelte moeten we dus vertalen met: “over de oppervlakte van het water”, met twee keer een lidwoord.
Terug naar Genesis 1.1 Het woord dat we daar vinden, wat meestal met “begin” vertaald wordt, is réshith. Overal waar dit woord voorkomt, in deze vorm, staat het in die status constructus. Dan is het niet zomaar “een begin”, maar “het begin van” iets. Zo komt het ook voor in Jer 49:34
beréshith | malechuth | tsidqikká |
constructus | constructus | absolutus |
in begin van | koninkrijk van | Sedekia |
Omdat Sedekia een naam is, en namen altijd bepaald zijn, krijgt de rest automatisch een lidwoord, en vertalen we: “in het begin van het koninkrijk van Sedekia”.
Als we in Genesis 1:1 ook beréshith in die vorm uitleggen, dan gaat het dus niet over “het begin”, ook niet “een begin”, maar “het begin van …”. Van wat eigenlijk? Er volgt dan geen woord, maar een zin: “In het begin van dat God de hemel en het land schiep …”. Nu is dat geen goed Nederlands, en moeten we het misschien wat ombouwen in de vertaling, maar het laat goed de betekenis zien van vers 1.
De volgende vraag is dan, wat doen we met vers 2? Is dat de hoofdzin bij vers 1? Dan zou de vertaling worden “Toen God begon met het scheppen van de hemel en het land, was het land chaos en leegte”. De vertaling van Robert Alter, die we hierboven zagen, had niet vers 2, maar vers 3 als de hoofdzin: “When God began to create heaven and earth, … (vers 2) …, God said …”
Ook vers 2 is een bekend soort zin in het Hebreeuws. Vaak aan het begin van een verhaal, als de context wordt geschetst, worden de omstandigheden neergezet in zinnen met de vorm “en” + onderwerp + gezegde. Zo lezen we in Ester 2:21
ba-jammim | ha-hem | u-mordochaj | joshév | be-sha’ar | ham-melech |
in dagen | de die | en Mordechai | zittende | in poort van | de koning |
In de meeste andere zinnen in het Hebreeuws staat het werkwoord voorop, maar bij dit soort omstandigheidszinnen niet. Dat is precies ook de vorm die Genesis 1:2 hier heeft, die van een zin die de omstandigheden schetst van de rest van het verhaal.
Met al deze informatie zouden we de verzen 1 tot en met 3 het beste als volgt kunnen vertalen, in navolging van onder andere de vertaling van Robert Alter:
Deze vertaling laat gelijk ook zien dat aan het begin van Genesis 1:1, aan het begin van het scheppen, het land er al was, maar dat het chaos en leegte was. Kortom, het gaat ook hier in deze vertaling niet over het absolute begin. Het scheppen van God houdt hier vooral het vormen, het scheiden van zaken in. En toen God begon met scheppen, was het land op dat moment chaos en leegte.
Dit is overigens een eerste aanzet, een aantal vragen moeten nog nader bekeken worden:
- Is er nog een manier om dichter bij “In het begin van dat God de hemel en het land schiep …” te blijven in goed Nederlands?
- Veel vertalingen hebben in plaats van “land” hier “aarde”. In het Nederlands betekent dat al snel “aardbol”, maar dat betekent het woord niet. Is “land” hier de beste vertaling?
- Voor “chaos en leegte” heeft het Hebreeuws een woordspel: thohu wabohu. Het laatste woord lijkt zelfs een verzonnen woord, dat verder nergens gebruikt wordt voor iets anders dan hier en in terugverwijzingen naar dit vers. Is het nog mogelijk woorden te kiezen die iets van dit woordspel naar voren brengen? De Naardense Bijbel heeft bijvoorbeeld “woestheid en warboel”.
- Het land was chaos en leegte. Ook is wel eens geopperd om hier “werd” te vertalen. Het idee daarachter is dat, omdat God het land oorspronkelijk niet als chaos gemaakt heeft (Jes 45:18), dit later gebeurd moet zijn. Door “werd” te vertalen, scheid je het moment van het eerste scheppen van het chaos en leegte worden. Het is inderdaad mogelijk om het werkwoord “zijn” te vertalen met “werd”, maar ik moet nog onderzoeken onder welke omstandigheden dit zomaar kan. Overigens is er in de nieuwe vertaling geen noodzaak meer om “werd” te vertalen, het is zo automatisch al niet meer het absolute begin. Het land was er al, en het was chaos.
- Het woord “waterdiepte” is correct, het lijkt te verwijzen naar de diepte, de diepe oceaan, maar wat nog mist is dat het verwijst naar de oerwateren, niet zomaar elke waterdiepte die ook vandaag nog te vinden is in de oceanen. Is dat er nog in te krijgen?
- Het Hebreeuws gebruikt een speciaal woord voor “vliegen” in vers 2, dat specifiek wijst naar het fladderen van de vleugels van vogels. Maar hier is het met “geest” gebruikt, is “fladderen” dan nog een goede vertaling?