Gered uit de komende verontwaardiging

1Thessalonicenzen 1:10

In de NBG vertaling 1951 [NBG51], de Statenvertaling [SV] en de herziene Statenvertaling [HSV] wordt het voorzetsel ‘uit’ in ‘Gered uit de komende verontwaardiging’ 1Thess. 1:10 [NCV] niet vertaald met ‘uit’, maar met ‘van’:

(…)  Jezus, Die ons verlost van de komende toorn Eig.Vert.
(1Thes 1:10 – NBG)

We lezen we in Romeinen 5:9 :

Veel meer zullen wij derhalve, thans door Zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn Eig.Vert.
(Rom 5:9 – NBG)

Nu staan we voor een dilemma, want in het vers van 1 Thessa­lonicenzen staat in het Grieks ekεκ, dat uit of van tussenuit betekent.
In Romeinen staat in het Grieks apoαπο, dat letterlijk vanaf betekent. En in 1Thessalonicenzen 5:9 lezen we, dat God ons niet tot verontwaardiging [NBG51: toorn] heeft gesteld.
In een aantal oude handschriften blijkt in 1Thessalonicenzen 1:10 apoαπο (vanaf) te staan. Maar de grote, oudste, meest complete handschriften (Sinaïticus, Alexandrinus en Vaticanus) hebben alle ekεκ (uit).

Aangezien uit een veel ongebruikelijker lezing is dan van, is het niet erg waarschijnlijk, dat het daarvoor in de plaats komt.
Zelfs als dat zich bij één kopiist1 zou voordoen, zou het nauwelijks gedaan kunnen zijn door drie verschillende personen die onafhankelijk van elkaar werken.
We zullen zien dat het bewijs voor ‘uit’zo sterk is, dat niemand het zou durven veranderen, tenzij men (zoals in ons geval) wenste dat het anders was.
We wijzen eerst nog op wat verschillen in vertalingen.

1. kopiist: de geschriften werden steeds overgeschreven. [red.]

verlossen – bergen
In de Nederlandse Concordante Vertaling [NCV] is voor het Griekse werkwoord rhuomaiρυομαι niet verlost [NBG-51, SV en HSV]vertaald, maar bergt.[NCV]. ‘Verlossen’ is in het Grieks een ander woord.

Toorn – verontwaardiging
In Kolossenzen 3:8 staan twee woorden bij elkaar:

Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid… NBG51
Maar nu, legt ook gij dit alles af: gramschap, toornigheid, kwaadheid…… SV
Maar nu, legt ook u dit alles af: toorn, woede, slechtheid… HSV
(Kol 3:8 – Eig.Vert.)

De vertalers hebben geworsteld met de Griekse woorden orgēοργη en thumosθυμος.
Het eerstgenoemde woord werd meestal vertaald met toorn, wat volgens het Van Dale woordenboek hevige woede (synoniem met drift, boosheid, opvliegen) betekent.
De betekenis van toorn past wel bij mensen, maar niet bij God. De gramschap van God is altijd gerechtvaardigd en daarom is verontwaardiging een beter woord wanneer het over God Zelf gaat.

Maar de belangrijkste verandering in ‘Gered uit de komende verontwaardiging’ 1Thess. 1:10 [NCVschijnt op het eerste gezicht weinig invloed te hebben op de betekenis van dit gedeelte. In de [Griekse] tekst staat niet ‘komen’ [de infinitief, het hele werkwoord]2. We moeten de komende lezen.
Maar welk verschil is er dan tussen de toorn die (gaatkomen en komend(e) verontwaardiging?
Er is een enorm verschil. En omdat dit onderscheid de sleutel is tot het goed begrijpen van dit gedeelte, zullen we het goed moeten bestuderen. We zullen ook zien, dat de problemen met het voorzetsel uit dan opgelost worden.

2. De vertaling zou dan moeten zijn: ‘… uit de verontwaardiging die komt.’

Om een bekend voorbeeld aan te halen: de rentmeester in Lucas 16:3 zei: “… voor bedelen schaam ik mij.” [NBG-51] Hij schaamde zich ervoor om te (gaan) bedelen. Dit betekent, dat hij niet gebedeld had.
Had hij gezegd, dat hij zich (al) bedelend schaamde, dan hadden wij eruit afgeleid dat hij het wel gedaan had. De uitgang ‘-end’ in bedelend geeft aan, dat het bedelen, op dat moment aan de gang is.

Wanneer we aandachtig naar de bestaande [NBG-51] vertaling van onze tekst in 1Thessalonicenzen 1:10 kijken, ontdekken we ook enkele problemen. We kunnen begrijpen, dat zij die tot het komen van de Heer (over)blijven, verlost worden van de goddelijke verontwaardiging die volgt op hun wegneming van de aarde.
De verlossing, of berging echter, waarvan hier 1Thess 1:10 ge­spro­ken wordt, is niet die toekomstige verlossing, maar deze verlossing was effectief in hun geval, en is dat net zo in het onze, hoewel zij [in tijd gerekend] nooit dicht bij ‘de toorn die komt’ waren.
Dit laat ons zien, dat wij deze verontwaardiging niet alleen moeten zien als iets dat toekomstig is, maar dat ze een relatie heeft, die van levensbelang is, zowel met de Thessalonicenzen en met ons – nú. Zo zijn de logische gedachte en de grammaticale vorm met elkaar in overeenstemming. Wij worden niet geborgen uit de verontwaardiging, maar uit het komen van de verontwaardiging [letterlijk: de verontwaardiging, de komende]. Wij zullen die niet alleen ontlopen, wanneer die komt, maar we zijn nu al vrij van de angst en wanhoop die het komen ervan met zich meebrengt.
Wij leven in vrede met God.

Ter illustratie:
De komende verontwaardiging kan voorgesteld worden als een geweldige storm, een storm die verwoestend werkt. Door plat op de grond te gaan liggen, met het gezicht op de aardbodem, kunnen we er eventueel doorheen gered worden. Sommigen uit Israël zullen volharden tot het einde, door de grote verdrukking heen.
Ofwel, wij zouden er eventueel uit gered kunnen worden, zoals een schip uit een storm, waardoor het overvallen werd, weg zou kunnen varen.
Maar met de stormwaarschuwingen van tegenwoordig, ontsnappen schepen uit een komende storm door uit de route die de storm gaat afleggen weg te varen vóór hij hun positie bereikt.
We kunnen ons goed voorstellen wat een opluchting het voor de passagiers is als ze lezen over de wervelstorm waaruit zij geborgen werden, terwijl die nog aan het komen was. Gered, dankzij de waarschuwing voor die storm, hoewel zij de storm zelf wellicht niet zagen.

In een vertaling in het Nederlands zouden we liever zeggen, dat wij geborgen worden van(af) of vóór de komende verontwaardiging, en niet er uit. Maar in de levendige taal waarin God het woord inspireerde, is er niets dat niet klopt, integendeel.

Deze verandering maakt dit gedeelte intens praktisch. Zoals in de dagen van de Thessalonicenzen is Gods verontwaardiging komende– niet een profetische gebeurtenis die nog ver weg is, maar een voortdurend verzamelen van krachten die op een dag de wereld zullen overspoelen en vernietigen.
Maar wij weten niet alleen, dat die krachten ons in de toekomst nooit zullen vernietigen; wij zijn ons nu al bewust, dat wij buiten hun werkingssfeer zijn. In Christus zijn wij volkomen veilig, buiten de route die het komende gericht gaat afleggen.

Saved out of the coming indignation,
Vladimir Gelesnof, UR XIII, blz. 41-44
Vertaling (licht bewerkt), Date Gorter

 

Verwante onderwerpen:

verontwaardiging
redding
Deel met anderen