De zeventig zevens

Daniel 9:24-27

Er is nogal wat verwarring over de uitspraak in het boek Daniël hoofdstuk 9, waarin staat:

Zeventig zeventallen1 zijn afgescheiden voor jouw volk en voor jouw heilige stad: om de overtreding tegen te houden, en om zonde te doen beëindigen, en om een bedekkende bescherming te maken voor verdorvenheid, en om de gerechtigheid van de eonen te brengen, en om het visioen en de profeet te verzegelen, en om het heilige van heiligen te zalven. Eig.Vert.
(Dan 9:24 – proeve van NCV)
1. ‘zevental’: perioden van 7 jaar, ook jaarweek genoemd. NBG-51, SV en hSV vertalen met weken.

Wat betekent het woord ‘zeventallen’ bijvoorbeeld?
Wanneer wij het in de context van dit hoofdstuk plaatsen wordt het duidelijker. In het tweede vers van dit hoofdstuk staat, dat Daniël door de boekrollen begrepen had, dat er zeventig jaar van verlatenheid van Jeruzalem vervuld waren.

Ik, Daniël, begrijp door de boekrollen het aantal jaren, die door het woord van IEUE kwamen tot Jeremia Jer 25:10, de profeet Eig.Vert.
(Dan 9:2 – proeve van NCV)

Dit wijst er op dat het ook hier in vers 24 over jaren gaat. Zeventig zeventallen van jaren.
Vanaf vers 4 van dit hoofdstuk begint Daniël een bijzonder gebed uit te spreken. Hij bidt en belijdt de zonde en de verdorvenheid en de boze dingen en de opstandigheid van zijn volk. Dit alles in grote eerbied en ootmoed voor IEUE, Die rechtvaardig is. Hij smeekt de Heer God om Zijn aangezicht op te doen lichten over Zijn verwoeste heiligdom.
Terwijl Daniël nog biddend en belijdend spreekt, raakt de man Gabriël vs.20, die hij al in een eerder visioen had gezien, hem aan ten tijde van het avond(naderings)geschenk2 [avondoffer]. Deze man Gabriël spreekt met Daniël. Hij is gekomen om hem een verstandig inzicht te geven. Dan volgt vers 24, zoals hiervoor is beschreven.
Daniël had ontdekt dat de zeventig jaar van verwoesting, de ballingschap, op punt stond om voltooid te worden. Wat zou volgen, was waarschijnlijk zijn verwachting, dat voor Israël de tijden van eonische gerechtigheid zouden aanbreken. Maar Gabriël was juist gekomen om aan Daniël duidelijk te maken dat het einde níet nabij was, maar nog veraf lag. De afvalligheid van Israël zou nog zeventig keer zeven jaar duren voordat het Koninkrijk zou aanbreken voor zijn dwalende volk.

 Het is erg aannemelijk, dat de hele geschiedenis van het Hebreeuwse volk, voorafgaand aan de duizend jaar van het Koninkrijk, is opgebouwd uit vier periodes van elk 490 jaar. God noemt dit hier zeventig zeventallen oftewel 490 jaar.
Net als de 490 jaar die hier in het boek Daniël worden genoemd, geldt dat de werkelijke tijd die verstrijkt langer is dan 490 jaar. Er wordt aangegeven, in vers 24, dat deze periode van zeven keer zeventig is afgescheiden, waarin God het verloop van Israëls geschiedenis in Zijn hand laat voortgaan.

2. Engelse CV: evening approach present

De Hebreeuwse chronologie
Dr. Bullinger geeft een heel gedetailleerd overzicht in bijlage 50 van de Companion Bible (vanaf blz. 43). Hij maakt onderscheid tussen de ‘wereldjaartelling’ (Anno Mundi) en de tijdrekening van God (Anno Dei).
Dit uitgangspunt is gebaseerd op de jaartallen en tijdsvermeldingen die in de Schriften worden genoemd. Iedereen, die dit leest en bestudeert zal zelf moeten overwegen of deze dingen ook zo zijn. Dat geldt trouwens voor heel van dit artikel.

 Welke tijden zijn er inmiddels verlopen in deze geschiedenis van Israël?

  1. Vanaf de geboorte van Abraham tot de uittocht uit Egypte was het 505 kalenderjaren. Wanneer wij de jaren, waarin Ismaël het zaad was, ervan aftrekken, blijft er 490 jaar over.
  2. De volgende periode waarin deze 490 jaren zijn afgescheiden, begon vanaf het sprenkelen van het bloed op de deurposten in Egypte, toen de uittocht begon, tot de inwijding van de tempel van Salomo. Dit besloeg 601 jaren. Er waren in die tijd zeven perioden van onderdrukking, totaal 111 jaar, die ervan moeten worden afgetrokken. Dit laat weer 490 jaar over.
  3. Vanaf de inwijding van de tempel tot de herbouw van Jeruzalem waren het 560 jaren. Trekken wij hiervan zeventig jaar af van de ballingschap, dan is er weer 490 jaar afgescheiden van deze periode van 560 kalenderjaren. In totaal waren deze drie periodes bijna 200 jaar langer dan de 3 periodes van 490 jaar.
  4. De vierde en laatste periode van 490 jaar wordt in het gedeelte van het boek Daniël vermeld, dat wij nu behandelen.Dan 9:24 Er worden zes bijzonderheden genoemd, die hun vervulling vinden na de periode van de zeventig zeventallen:
  • om de overtreding tegen te houden,
  • en om zonde te doen beëindigen,
  • en om een bedekkende bescherming te maken voor verdorvenheid,
  • en om de gerechtigheid van de eonen te brengen,
  • en om het visioen en de profeet te verzegelen,
  • en om het heilige van heiligen te zalven’.

Drie van deze bijzonderheden hebben te maken met het beëindigen van kwaad en drie met het invoeren van het goede. Overtreding, zonden en verdorvenheid worden beëindigd. Gerechtigheid, verzegeling en zalving moeten worden vervuld.
Hoewel het erg verleidelijk is dieper in te gaan op de achtergronden en geestelijke inhoud van deze zes bijzonderheden, ligt dit buiten de bedoeling van dit artikel.

 Ná de zeventig zeventallen zal de mooiste tempel die de aarde ooit gezien heeft, gebruikt worden om God te danken en te prijzen. In deze tempel bevindt zich het heilige van heiligen. Na de zeventig zeventallen zullen de zegeningen voor Israël vervuld worden. Het volk zal gerechtigheid ten deel vallen, het woord van de profetie zal worden vervuld en het volk zal in nauw contact met God gebracht worden. Dan zal het volk Israël Hem aanbidden, vrij van ongerechtigheid, zonde en verdorvenheid. Dan is het Koninkrijk aangebroken.
De zeventig zeventallen van jaren zijn onderverdeeld in twee stukken: Negenenzestig zeventallen en één zevental. Het ene gedeelte leidt ons tot de Messias in Zijn vernedering, het andere deel leidt tot Zijn heerlijkheid.
Laten wij vers 25 eens lezen:

En jij zal weten en verstandig zijn; vanaf uitgaan van het woord om een terugkeer te veroorzaken en Jeruzalem te herbouwen (vanaf dan) tot Messias de Leidsman, is het zeven zeventallen en tweeënzestig zeventallen. Eig.Vert.
(Dan 9:25 – proeve van NCV)

Dr. Bullinger geeft aan dat dit ‘uitgaan van het woord’ in het 20jaar van Artaxerxes is geweest; volgens zijn berekening 454 voor Christus. Neh. 2:1
De zeven zeventallen die aan de 62 zeventallen voorafgaan, begonnen met het herstel onder Nehemia en Ezra.

Dit kan als volgt schematisch worden voorgesteld:

koninkrijk
7 62 1[= 2x 3,5]

De periode van 69 zeventallen bestaat dus uit een voorbereidende periode van zeven zeventallen en vervolgens 62 zeventallen. Dan volgt een afsluitend zevental.
Dit laatste zevental, de zeventigste jaarweek, wordt in tweeën gedeeld. Er is een voorbereidende periode van een half zevental gevolgd door het laatste halve zevental.
Hierdoor kan Daniëls volk precies het begin bepalen van de twee belangrijkste gebeurtenissen van hun geschiedenis. In beide gevallen gaat het om een herstel in Jeruzalem.
In het eerste gedeelte van de 69 zeventallen, wordt in zeven zeventallen het herstel aangegeven onder Nehemia en Ezra.
In het laatste zevental zal er gedurende drie en een half jaar een herstel zijn van het ritueel in de heilige stad onder de tweede leidsman, de komende leidsman, genoemd in vers 26:

Na de tweeënzestig zevens, zal Messias worden afgesneden en er is geen recht voor Hem. De stad en de heilige plaats zullen in ruïne worden gelegd met het komen van leidsman. Dan zal haar einde door een overstroming zijn. Eig.Vert.
(Dan 9:26 – proeve van NCV)

Waarschijnlijk waren Simeon en Anna Luc. 2:25-38 op de hoogte van de profetie van Daniël en hadden zij berekend dat de tijd nabij moest zijn dat de Messias zou komen.
Ook de Heer vertelde aan zijn toehoorders, ‘De era is vervuld en het Koninkrijk van God is nabij.’ Marc. 1:15 Hij wist uit de Schriften, dat de 62 jaarweken uit Daniël hun loop hadden gehad toen Hij dit zei. Misschien dat het voor ons onduidelijk is over welke ‘era’ Hij sprak, maar voor de Joden in Zijn tijd was dit nauwelijks te missen. De Heer sprak hier over twee aparte gebeurtenissen. Het tijdperk dat naar Zijn aanwezigheid leidde was vervuld. Hij was onder hen! Het was echter nog niet de tijd van het Koninkrijk; dat was nabij.
In het laatste zevental, de laatste jaarweek, zijn er ook twee gebeurtenissen die het mogelijk maken om de tijd vast te stellen voor de terugkeer van Christus in heerlijkheid. Dit staat beschreven in vers 27 van Daniël 9:

Dan zal hij [de leidsman die zou komen] meester zijn van een verbond met velen voor één zevental; op half de zeven zal hij veroorzaken, dat het offer en het naderingsgeschenk ophouden. Eig.Vert.
(Dan 9:27 – proeve van NCV)

De eerste gebeurtenis is het opleggen aan de Joden van een verbond, dat door een meerderheid (velen) in het land zal worden goedgekeurd. Hij is meester van een verbond, zegt vers 27. Dit verbond zal hun ritueel herstellen, of in ieder geval de vrijheid garanderen om hun religie uit te oefenen voor een tijd van zeven jaar.
De tweede gebeurtenis is zelfs nog frappanter. Na precies 42 maanden, of 1260 dagen, worden de condities van dit verbond herroepen. Dan zal de datum van de terugkeer van Christus exact te berekenen zijn voor hen die leven in die dagen. Is dat niet de dag of datum die wij allen zouden willen weten?
Dat is dan ook de reden voor zoveel pogingen om die dag nu al te berekenen, ondanks het feit dat dit vóór het begin van de laatste jaarweek nog niet mogelijk is. De eerste en de tweede gebeurtenis hebben namelijk nog niet plaatsgevonden.
Alle berekeningen die men gemaakt heeft, zijn gebaseerd op menselijke overleggingen, niet op de Schrift. De voor de mens mooiste data of gebeurtenissen zijn voorbijgegaan. Het jaar duizend bijvoorbeeld, het jaar tweeduizend vervolgens, waarin zelfs de voorspelde en veelbesproken ‘millennium bug’ niet eens serieus plaatsvond, laat staan de terugkeer van de Heer.
Gedoodverfde personen zijn dood gegaan zonder dat zij de wetteloze waren die nog moet komen.
De mooiste tijdstippen en berekende data zijn voorbijgegaan zonder dat de komst van de Heer heeft plaats gevonden.
Zou Paulus, die de beheerder was van Gods geheimenissen en die beter geïnformeerd was dan wij er niet over gesproken hebben als hij het exacte tijdstip zou hebben geweten? Hij was de beheerder van Gods geheimenissen en mocht deze allemaal onthullen. God had hem geïnspireerd laten opschrijven: Vervolgens zullen ‘wij, de levenden, de overblijvenden …,’ 1Thess. 4:15
Hij verwachtte er bij te zijn als de Heer ons wegrukt in wolken. Hij zal er ook bij zijn, maar dan als een van de doden in Christus, die eerst zullen opstaan.
Wij, die nu de levenden zijn, zouden de ‘overblijvenden’ kunnen zijn. Wij hebben de dagelijkse verwachting van Zijn komst.
Net zo min als Paulus, weten wij de datum, maar wij hebben wél de zekerheid van het geloof, dat wij zullen worden weggerukt in wolken, tot de ontmoeting van de Heer in de lucht. Laten wij dan in geloof bij deze heerlijke verwachting blijven en niet bij menselijke redeneringen.
Wat wij wél mogen doen is de gebeurtenissen die in de profetieën beschreven staan, vergelijken met de gebeurtenissen die in de tijden hebben plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden. Israëls toekomst staat daarin centraal. Het terrein dat wij betreden met het bestuderen van wat Gods Woord zegt over het laatste zevental betreft de komst van het Koninkrijk voor Israël.
Dat het aanbreken van dit Koninkrijk een omwenteling zal betekenen voor hen die op aarde leven is wel zeker. In plaats van een wetteloos mens zal de Gezalfde van God, de Rechtvaardige Richter, aan de leiding staan van al het menselijke gebeuren.
Wij moeten ons daarbij wel bewust zijn, dat het boek Daniël is geschreven voor Israël. Dat geldt ook voor het Bijbelboek ‘de Openbaring van Jezus Christus’, kortweg de Openbaring genoemd, die aan Gods slaaf Johannes werd bekendgemaakt.
Ondanks deze vaststelling kunnen de profetieën in deze Bijbelboeken ons helpen om te verstaan in welke tijd wij leven met betrekking tot de aanwezigheid of komst van de Heer.
De uitspraken in de brieven van de apostel Paulus over de aanwezigheid van de Heer geven aan, dat het huidige beheer van het geheimenis, dat ook de tijd van genade is, voorafgaat aan het begin van de laatste jaarweek van deze laatste 490 jaar. De tijd van genade wordt er door wordt beëindigd. Het laatste zevental van jaren gaat direct vooraf aan het Koninkrijk voor Israël op aarde.
De tijdlijn die in Daniel 9:25 wordt aangegeven is als volgt:

(genade) koninkrijk
7 62 1[= 2x 3,5]

Hoewel er voor ons dus geen datum te berekenen is, zoals dat wel voor Israël zal zijn gedurende het laatste zevental, oftewel de laatste jaarweek, zijn er wel gebeurtenissen te herkennen, die de nabijheid van Zijn komst aangeven. Ik zal er enkele noemen:

  • Het volk is weer terug in het land van hun vaderen.
  • Zelfs de stad Jeruzalem is onder hun controle.

Ook de apostel Paulus geeft aanwijzingen over de ‘laatste dagen’, bijvoorbeeld in 2 Timotheüs 3 de verzen 1 tot 5:

Natuurlijk zouden wij kunnen zeggen dat dit altijd al zo is geweest. Maar in combinatie met de gebeurtenissen betreffende het volk Israël in deze tijd, komt er toch een ander accent aan de oppervlakte.

  • De wereld is verdeeld in een aantal grote machtsblokken, die veel gemakkelijker ‘meegenomen’ kunnen worden in de politiek van een sterke leider dan allerlei losse landjes en landen, zoals dat in het verleden was.
  • De sterke economische verwevenheid in combinatie met de financiële verstrengeling in de wereld zijn ontwikkelingen, die het mogelijk maken dat een kleine groep mensen enorm veel macht naar zich toe kan trekken.
  • De ontwikkeling naar een kasloze maatschappij is bijna afgerond en kan binnen één of twee jaar ineens een nieuwe werkelijkheid zijn. Dit maakt het mogelijk om het ‘kopen en verkopen’ te controleren.
  • Wij zullen binnenkort misschien zien hoe snel veranderingen van een politiek leider ook in korte tijd veranderingen zullen brengen in het dagelijks leven. De verkiezing van een nieuwe president in de Verenigde Staten kan dit bijvoorbeeld tot stand brengen. Nieuwe verbonden worden gesmeed en oude vijanden worden tot nieuwe vrienden in het wereldgebeuren. Hiermee vertel ik toch niets nieuws, misschien staat het nu alleen wat meer op een rijtje.
  • Tot voor kort wist ik niet dat er in Israël het ‘Sanhedrin’ is, de religieuze hoge raad van Israël. De voorzitter hiervan heeft zeer onlangs een brief geschreven aan de gekozen nieuwe president van de Verenigde Staten en aan de president van Rusland, om hen te steunen in hun plannen om een tempel te bouwen in Jeruzalem. Ook heeft het Sanhedrin onlangs een hogepriester aangesteld.

Profetieën waarvan de vervulling lang voor onmogelijk werd gehouden, lijken nu dichter bij hun vervulling dan slechts enkele jaren geleden werd gedacht. Veel van de overwegingen die ik in deze twee bladzijden noem, zijn gebaseerd op gebeurtenissen in de wereld om ons heen vanuit een menselijke accent of perspectief.
Soms zijn deze gebeurtenissen alleen voorvervullingen, die verwijzen naar wat nog toekomstig is. Het is dan ook goed om weer terug te gaan naar Gods Woord, zoals dat onder meer in het boek Daniël werd bekendgemaakt.

Laten wij nog eens nadenken over de twee leidsmannen die werden genoemd in de verzen 25 tot 27. In vers 25 wordt gezegd dat het tot Messias de Leidsman 69 zeventallen is.

En jij zal weten en verstandig zijn; vanaf uitgaan van het woord om een terugkeer te veroorzaken en Jeruzalem te herbouwen (vanaf toen) tot Messias de Leidsman, is het zeven zeventallen en tweeënzestig zeventallen. Eig.Vert.
(Dan 9:25 – proeve van NCV)

Deze Leidsman heeft als titel ‘Messias’ of Gezalfde. Hier hebben wij te maken met Jezus Christus die voor Zijn volk gekomen is, maar het volk heeft Hem niet herkend. In vers 26 wordt van Hem gezegd:

Na de tweeënzestig zeventallen, zal Messias worden (af)gesneden en er is geen recht voor Hem [men doet Hem geen recht]. Eig.Vert.
(Dan 9:26 – proeve van NCV)

De Gezalfde wordt afgesneden en er is niets voor Hem. Geen kroon, geen troon, geen koninkrijk. Het tijdstip dat Hij wordt afgesneden is ná de 69 zeventallen (7 + 62 zeventallen).
Het valt echter niet ín het zeventigste zevental. Net zoals met alle vorige perioden van 490 jaar, stopt ook hier de telling van Gods tijd met Israël. In dit geval zeven jaar voordat de periode van 490 jaar zou zijn afgesloten. De voortgang naar het koninkrijk is gestopt met het afsnijden van de Gezalfde.
In plaats van de Gezalfde zal er een leidsman komen (:26 met het komen van leidsman’), die niet gezalfd is. Laten wij hem noemen ‘de komende leidsman’. Met de komende leidsman zullen de stad en de heilige plaats in een ruïne veranderen. Omdat ook dit ná het 69ste zevental plaatsvindt, maar niet ín het zeventigste zevental (de telling was gestopt met de afsnijding van de Gezalfde), worden wij daarna overgeplaatst naar het einde. Dat geeft vers 26 ook aan:

De stad en de heilige plaats zullen in ruïne worden gelegd met het komen van leidsman. Dan zal haar einde door een overstroming zijn en tot het einde van de oorlog zullen verwoestingen zijn besloten. Eig.Vert.
(Dan 9:26 – proeve van NCV)

De leidsman van het einde is NIET gezalfd, in tegenstelling tot de Leidsman Die werd afgesneden. Het gaat over twee leiders in deze verzen: de Gezalfde, Die de Man van God is en de man van de Tegenstander, die verwoesting brengt. Iedere uitleg die dit laatste zevental in het verleden plaats, mist de samenhang van de profetieën en de duidelijke koppeling met de Openbaring.
Het werd zo wel in de kerkgeschiedenis uitgelegd en ook door andere uitleggers wordt het laatste zevental in het verleden geplaatst. Hiermee worden echter de duidelijke uitspraken van onze Heer Jezus en die van de apostel Paulus genegeerd.
De Heer sprak over ‘Wanneer jullie dan waarnemen de gruwel van verwoesting uitgesproken door de profeet Daniël in de heilige plaats staande’, als een toekomstige gebeurtenis.
De apostel Paulus sprak een flink aantal jaren later van deze zelfde gebeurtenis met de woorden uit 2 Thessalonicenzen 2:

Wat dus nog als toekomst geschetst wordt door de Heer Zelf vlak voor Zijn kruisiging en herhaald werd door de apostel die de beheerder was van Gods geheimenissen, zouden wij niet in het verleden kunnen plaatsen, alsof dit al plaatsgevonden had.
Wanneer uit het zicht raakt dat de profetieën uit het boek Daniël bijna naadloos kunnen worden gelegd op de gebeurtenissen die in het boek Openbaring staan, dan raakt ook de toekomstverwachting van Israël uit het zicht. En daarmee ook onze heerlijke verwachting, die hieraan vooraf gaat.
Laten wij Daniel 9:26-27 eens verder bestuderen:

26 Na de tweeënzestig zeventallen, zal Messias worden afgesneden en er is geen recht voor Hem. De stad en de heilige plaats zal in ruïne worden gelegd met het komen van leidsman. Dan zal haar einde door een overstroming zijn en tot het einde van de oorlog zullen verwoestingen zijn besloten. 27 Dan zal hij meester zijn van een verbond met velen voor één zevental; en helft de zevental, zal hij veroorzaken, dat het offer en het naderingsgeschenk ophouden. Op een vleugel van het heiligdom zullen verwoestende gruwelen zijn. En tot de voltooiing van de era, zal ook de besloten voltooiing worden uitgestort op de verwoesting. Eig.Vert.
(Dan 9:26-27 – proeve van NCV)

Er gebeurt wel het één en ander na de 69ste jaarweek:

  • De stad en de heilige plaats worden in een ruïne veranderd;
  • met het komen van een leidsman;
  • haar einde is met een overstroming;
  • tot het einde van de oorlog zijn er verwoestingen;
  • hij is meester van een verbond voor één zevental
  • op de helft van het zevental laat hij offer en naderingsoffer (avondoffer) ophouden
  • verwoestende gruwelen zullen er zijn op een vleugel van het heiligdom.

Dit vindt allemaal plaats ná de 69ste jaarweek.Maar de vraag is nu: vindt dit allemaal ook plaats in de zeventigste jaarweek?
Wij hebben al gezien dat de periode van 490 jaar, de zeventig zeventallen, geen aaneengesloten periode is geweest in de vorige reeksen van 490 jaar. Allen duurden zij langer in de wereld kalender [Anno Mundi]. God rekent met Zijn tijden [Anno Dei], die afgescheiden zijn.
De kruisiging van de Gezalfde vond plaats ná de 69 jaarweken. Dit past op een bijzondere wijze in Gods plan met Israël en de natiën. Maar het kan niet worden beschouwd als een rechtstreekse vooruitgang in de tijd om het koninkrijk voor Israël te laten aanbreken binnen 7 jaar. De Koning, en het koninkrijk, werden afgewezen, zelfs in de lange jaren waarin het ná de opstanding nog werd aangeboden aan het volk.
Wat er wél gebeurt, is dat de stad en de heilige plaats in ruïne worden gelegd. Wat met zoveel moeite en verdrukkingen in de eerste 7 zeventallen van deze 69 zeventallen van jaren is hersteld en in het verloop van de tijden daarna, wordt opnieuw in ruïnes veranderd na de afwijzing van Gezalfde.
Dit werd ook door de Heer geprofeteerd over de toenmalige generatie. Matth. 23:3724:3 Dan volgt er weer een verstrooiing groter dan voorheen.
Zoals met veel profetieën in het verleden gebeurde, is het ook het geval bij de profetie van Daniël: de tijd waarin er geen voortgang plaatsvindt in de komst van het koninkrijk van Israël wordt in Gods tijdrekening niet meegeteld.

Het afwijzen van de Messias door Israël wordt gevolgd door het aannemen van de antichrist. Dit is voorafgaand aan de komst van de Messias in heerlijkheid en de komst van het koninkrijk. De door de Heer geprofeteerde ruïne was die onder Titus, in het jaar 70. Het werd geprofeteerd over die generatie en had te maken met de ‘afsnijding’ van Christus. De verwoesting aan het einde heeft te maken met een ‘overstroming’.

De stad en de heilige plaats zullen in ruïne worden gelegd met het komen van leidsman. Dan zal haar einde door een overstroming zijn. Eig.Vert.
(Dan 9:26 – proeve van NCV)

Niet door soldaten zoals in 70 na Christus, maar zoals we letterlijk mogen aannemen door een overstroming. Zelfs al ligt Jeruzalem veel hoger dan de waterspiegel, toch kunnen de krachten van de natuur door God gebruikt worden om dit te bewerken. Als Hij in staat was om voor een heel volk een pad te maken door de zee, en daar ook nog een hun vijandig leger in ten onder liet gaan, zou dan zoiets als een overstroming onmogelijk zijn voor Hem?
Wij kunnen ook denken aan Openbaring 12:15-16, waar de draak, de slang, een rivier achter de vrouw aan werpt.
Jeruzalem heeft ook door de eeuwen heen oorlogen gezien, kruistochten en verwoestingen en steeds opnieuw herstelwerkzaamheden, gevolgd door aanvallen en verwoestingen. Dit zal doorgaan tot het einde. De vloed zal het verwoesten en dan komt de grote verdrukking van Jacob.

Dan zal hij meester zijn van een verbond met velen voor één zeven; en helft de zeven zal hij veroorzaken, dat het offer en het naderingsgeschenk ophouden. Op een vleugel van het heiligdom zullen verwoestende gruwelen zijn. En tot de voltooiing van de era, zal ook de besloten voltooiing worden uitgestort op de verwoesting Eig.Vert.
(Dan 9:27 – proeve van NCV)

Psalm 12:3-4 zegt:

3 IEUE zal alle lippen van gladde woorden afsnijden, de tong die grote dingen spreekt, 4 die zeggen: “Met onze tong zullen wij de overmacht hebben [meester zijn], onze lippen zijn van ons! Wie is heer over ons?” Eig.Vert.
(Psalm 12:3-4 – proeve van NCV)

De meester van een verbond met velen legt dit verbond op en de meerderheid van de Joden zal er voor zijn. De leidsman zal het volk hun land en godsdienst garanderen. Wat hij echter garandeert (de offerrituelen en het avondoffer), zal hij ook weer verbreken op de tijd die hem uitkomt. Dat zal na de helft van de zeven jaar gebeuren.
Overeenkomsten worden in onze tijd ook aangegaan en weer opgezegd, zonder scrupules.
Het verbond heeft niets te maken met gelovigen in die tijd; het is de ongelovige natie die dit verbond accepteert. Onze Heer werd toen hij kwam, verworpen door de meerderheid van het volk. Totdat Hij komt in heerlijkheid zullen de gelovigen in Israël maar een minderheid zijn.
Jezus waarschuwde al, dat er iemand zou komen in zijn eigen naam. Die zouden zij aannemen. Joh.5:43 Dat is diegene die komt aan het begin van de laatste jaarweek.
De aanbidding van IEUE zal worden verboden en de wetteloze, de man van Satan, komt deze aanbidding opeisen. Hij werd in 2Thessalonicenzen 3:3-4 al eerder genoemd:

De ‘verwoestende gruwelen’ uit Daniel 9:27 worden in het Oude Testament in verband gebracht met afgoden. 1Kon.11:5-7Ze kunnen in dit verband wijzen op het afgodsbeeld van het beest uit de zee, dat wordt gemaakt op aandringen van de valse profeet, die het beest uit het land is van Openbaring 13:14-17.
Hoe het met de aanbidders van het beeld afloopt, kunnen wij terugvinden in de Openbaring hoofdstuk 16.
Het lot van beest uit de zee en van de valse profeet wordt beschreven in Openbaring 19:17-21. Zij worden levend geworpen in het meer van vuur.
En dan zal het koninkrijk voor Israël aanbreken, waar de profeet Daniël naar uit zag en waar hij over mocht profeteren.

Verantwoording:
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op delen van  het boek van A.E. Knoch:
Concordant Studies in the Book of  Daniel.

De Nederlandse proeve van vertaling van de bijbelteksten is door mij gedaan op basis van de Concordante Engelse vertaling. 

Andere geraadpleegde bronnen zijn:
Aantekeningen en bijlagen uit de Companion bijbel van 1990.
De Concordante Engelse Vertaling van het Concordant Publising Concern with Keyword Concordance  1976 derde druk en de Concordant Version of the Old Testament
Diverse websites waaronder Breaking Israel News

Gijs Bernouw   

Verwante onderwerpen:

profetie over Israel
profetie
Daniël
Deel met anderen