Paulus en Barnabas gaan uit elkaar
‘Toen men afscheid van hen genomen had, kwamen zij te Antiochië [in Syrië] aan, riepen de vergadering bijeen en overhandigden de brief. En toen zij die gelezen hadden, verblijdden zij zich over de bemoediging. Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, bemoedigden en versterkten de broeders met vele woorden. En toen zij daar een tijd geweest waren, werden zij door de broeders met de vredegroet gezonden tot diegenen, die hen hadden afgevaardigd.’ Hand.15:30-34
Met de uitkomst van de besprekingen die op het apostelconvent te Jeruzalem hadden plaatsgevonden kon Paulus wel tevreden zijn. Zijn apostelschap voor de natiën was door de drie in aanzien zijnde ‘pilaren’ volledig erkend. Daarmee leek de vrijheid in Christus, alsmede de vrijheid van de wet, vastgesteld te zijn voor de gelovigen uit de natiën. Dat de voorgestelde geestelijke lijn in de toespraak van Petrus nu niet door Jakobus werd voortgezet, was zeer te betreuren. Wat Jakobus in zijn besluit voor ‘noodzakelijk’ hield Hand. 15:28, deed op de eerste plaats recht aan de Joodse traditie. Hiermee zouden de gelovig geworden Joden de mogelijkheid krijgen om niet-joodse gelovigen te bezoeken en maaltijd met hen te mogen houden. Jakobus had slechts praktische richtlijnen zonder geestelijke achtergrond opgesteld. Hij kon tot slot niet méér zeggen dan dat men er goed aan zou doen zich daar zorgvuldig aan te houden.
Hoe ontzettend anders klinken de geestelijke waarschuwingen van Paulus in gelijksoortige gevallen, als hij schrijft: ‘Aanvaardt de zwakke in het geloof’ Rom.14:1, of op een andere plaats: ‘Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods’. 1Kor.10:31 Het loont de moeite in de paulinische brieven na te lezen, wat de apostel over eten en drinken Rom.14:1-15, over hoererij 1Kor.6:9-20 en over het eten van offervlees van de afgoden 1Kor.8:1-12; 10:27-31 schrijft. In de ogen van Paulus is de broeder die omwille van voedsel bedroefd is, nog steeds een gelovige voor wie Christus gestorven is. Wanneer de apostel spreekt over de tempel van de heilige geest die in ons is, sluit hij af met de geestelijke waarschuwing: ‘Jullie zijn met een hoge prijs vrijgekocht, verheerlijk daarom God dan ook in jullie lichaam’!
Ook de broeders en zusters in het geloof die zich in het Syrische Antiochië ophielden, konden met de beslissing op het apostelconvent tevreden zijn en zij werden bevestigd in het geloof. In het bijzonder door de rijkelijke vertroosting van Judas Barsabbas en van Silas, die na enige tijd ‘met de vredegroet werden gezonden tot degenen, die hen hadden afgevaardigd’.
De aanleiding om uit elkaar te gaan.
Lukas bericht gaat verder: ‘En Paulus en Barnabas bleven te Antiochië en leerden en verkondigden met vele anderen het woord des Heren. Maar na enige dagen zeide Paulus tot Barnabas: Laten wij toch terugkeren tot onze broeders in iedere stad, waar wij het woord des Heren verkondigd hebben, om te zien, hoe het met hen gaat. En Barnabas wilde ook Johannes, genaamd Marcus, medenemen: maar Paulus bleef van oordeel, dat men niet iemand bij zich moest hebben, die hen na Pamfylië had verlaten en zich niet met hen tot het werk had begeven. En er ontstond een geprikkeldheid [Gr.: paroksusmosπαροξυσμος], zodat zij uiteengingen en Barnabas met Marcus naar Cyprus voer.’Hand.15:35-39
Er waren in het Syrische Antiochië nog vele anderen die het woord des Heren als evangelie verkondigden, zeer waarschijnlijk ook buiten de stad, in de provincie. Paulus zal de tijd van zijn verblijf aldaar benut hebben om nog uitvoeriger uit te leggen wat rechtvaardiging door geloof alleen betekent, speciaal ook voor de atheïstische Grieken en aanbidders van afgoden, die nog nooit een synagoge van binnen gezien hadden,
Toen kwam de dag, waarop Paulus aan Barnabas voorstelde om nogmaals groepen gelovigen in de steden van Galatië en elders te bezoeken. Maar toen Barnabas van plan was om zijn neef Johannes Markus mee te nemen, wilde Paulus daar niets van weten. Wat er nu precies in detail besproken werd, weten we niet. Lukas bericht alleen over de uitkomst van de uitspraak; meer letterlijk staat hier: ‘het werd een prikkel om elkaar te ontwijken, van elkaar weg’.
In de grondtekst staat voor prikkel ‘paroxusmos’, wat in de antieke wereld verschillende betekenissen kende. Dit vreemde woord wordt in de geologie gebruikt om het hoogste activiteitsniveau van een vulkaan weer te geven. In de medische wereld betekent het zoveel als het hoogtepunt van een ziekte. Op deze wijze gebruikten de oud-Griekse artsen Hippocrates en Galen dit al in de antieke tijd. Maar het woord paroxusmos had toentertijd nog twee andere betekenissen. Ten eerste ‘aandrijving’ of ‘impuls’, ten tweede ‘prikkeling’ of ‘verbittering’. In klassiek Grieks gebruikte de oud-Griekse redenaar Demosthenes het woord zowel in goede als in kwade zin.
In de septuagint (Griekse vertaling van het Hebreeuwse Oude Testament) komt het woord paroksusmosπαροξυσμος maar twee keer voor om het Hebreeuwse ‘’ uit te drukken, dat kennen wij onder meer als ‘grote verbolgenheid’ [NBG51]. Deut.29:28; Jer.32:37
Het Griekse begrip hoort tot de woordfamilie oxu en wordt met ‘scherp’ vertaald als het om een sikkel of sabel gaat. Paulus citeert Spreuken 1:16 met de woorden: ‘(…) snel zijn hun voeten om bloed te vergieten’ Rom.3:16 [door het woordje ‘snel’ in de NBG vertaling, wordt ons de gelegenheid ontnomen om de Griekse tekst te begrijpen. Letterlijk staat hier: scherp zijn hun voeten. De Engelse concordante vertaling heeft hier dan ook letterlijk: ‘sharp are their feet’.]
Tot dezelfde woordgroep behoort het werkwoord paroksunōπαροξυνω, dit komt maar twee maal voor in het Nieuwe Testament. In Handelingen 17:16 lezen we dat de geest van Paulus geprikkeld werd, toen hij in Athene zo veel afgodsbeelden zag. Maar in 1Korinthiers 13:5 zien we dat over de liefde geschreven wordt [NBG]: ‘zij wordt niet verbitterd [geprikkeld – paroksunōπαροξυνω], zij rekent het kwade niet toe’.
Uit Handelingen 26:14 is het woord van de verheerlijkte Christus ons bekend, dat Hij tot Saulus sprak: ‘Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan!’ Deze uitspraak werd door Paulus zonder meer begrepen; want een staf met een prikpunt werd vroeger gebruikt om het trekvee vooruit te drijven. Met hetzelfde doel drukt een ruiter zijn sporen in de flanken van zijn paard. De woorden ‘sporen’ en ‘stekels of prikkels’ houden met elkaar verband. Echter ons spraakgebruik maakt een verschil tussen ‘aansporen tot het goede’ enerzijds en het ‘aansteken tot het kwade’ anderzijds. In het Grieks gaat het om hetzelfde woord, er is maar één woord voor. In verscheidene talen valt het uiteen in twee verschillende woorden al naar gelang de context. Wat wordt ons duidelijk over de context in Handelingen 15:39? Was het gevolg van de uitspraak tussen Paulus en Barnabas, een prikkel tot het goede, tot een vriendelijke oplossing? Of was het een aansteken in kwade zin, was het dan een scherpe discussie die tot de scheiding leidde?
In zijn concordante commentaar wordt deze situatie door broeder A.E. Knoch als volgt beoordeeld: ‘Hoewel het voor Paulus en Barnabas onmogelijk was nog langer samen te werken, kwamen zij blijkbaar tot de schappelijke overeenkomst om het zendingsgebied van de laatste reis te verdelen’. (Concordant Commentary, Pag. 203)
Het Griekse woord paroksusmosπαροξυσμος dat hier besproken wordt, staat, behalve in Handelingen 15:39, verder alleen nog in Hebreeen 10:24: ‘En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken [NBG: aanvuren. Omdat de context op iets goeds wijst, zou aansporen hier de beste weergave van zijn].’
We kunnen er van overtuigd zijn dat men ook in het Syrische Antiochië aandacht had voor elkaar en dat de uitkomst van de uitspraak niet alleen voor de beide apostelen, maar ook voor alle broeders en zusters tot aansporing van liefde en goede werken diende, toen men van elkaar afscheid nam. De gemeente deed een goed werk, zij voorzagen de apostelen en de medewerkers van middelen voor de overtocht en betaalden de reiskosten. Op dezelfde wijze werd dat goede werk door ieder van de vier broeders opgepakt. Daarover schrijft Lukas nog het volgende: ‘En hier ontstond een geprikkeldheid, zodat zij uiteengingen en Barnabas met Marcus naar Cyprus voer. Maar Paulus koos zich Silas en vertrok, door de broeders aan de genade des Heren opgedragen; en hij ging door Syrië en Cilicië en versterkte de gemeenten. Hand.15:39,40
Paulus en Silas
Twee leidende mannen van de broederraad in Jeruzalem, Judas Barsabbas en Silas, hadden van Jakobus de opdracht om de apostel Paulus en de zijnen op de thuisreis naar Antiochië in Syrië te vergezellen. Dit was een reis van ongeveer 600 km, die men onder de gegeven omstandigheden in ca. vier weken kon afleggen. Hierbij had men ruim de gelegenheid tot een vruchtbare uitwisseling van standpunten en ervaringen. Vooral Silas was mogelijk niet alleen geïnteresseerd in de evangelieverkondiging in Galatië, maar ook in de houding van de Romeinse autoriteiten, temeer daar hij ook het Romeins burgerschap bezat, zoals Paulus dat later ook aan de hoofdlieden liet weten. Hand.16:37
Silas kan zijn Hebreeuwse naam geweest zijn, of mogelijk de verkleiningsvorm van zijn Latijnse naam ‘Sylvanus’, zoals we hem kennen in de nieuwtestamentische brieven, dat zien we in de aanvangsverzen van de beide brieven aan de Thessalonicenzen en in 2Korinthiers 1:19. Petrus vermeldt Sylvanus aan het eind van zijn eerste brief als een trouwe broeder. 1Pet. 5:12
Omdat Silas in hoog aanzien stond in de broederraad van Jeruzalem, kan hij eigenlijk geen Hellenistische Jood geweest zijn, maar een Hebreeër. Hoe dan ook behoorde hij daar tot de enkelingen, die Petrus geheel en al ondersteunde als hij zei: ‘Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij (Joden) behouden te worden op dezelfde wijze als zij (de Natiën). Hand.15:11
Daar Silas door de broederraad opgedragen was het besluit van Jakobus mondeling te verkondigen, kan hij de gelegenheid te baat hebben genomen in het Syrische Antiochië ook uitvoerig over de uitspraken van Petrus te vertellen en op de genade van de Heer te wijzen, waardoor alle gelovigen gered worden, of ze nu Jood of niet-Jood zijn. Beide vertegenwoordigers van de broederraad, Judas Barsabbas en Silas, spraken de gemeenteleden in Antiochië toe met vele woorden en bevestigden hen in het geloof. Na enige tijd werden zij door de gemeente met vrede heengezonden en zij gingen naar Jeruzalem terug Hand. 15:32,33, waar Silas geruime tijd bleef. Kennelijk liet Paulus hem later terugkeren naar Antiochië, toen Barnabas met Markus naar Cyprus was vertrokken.
Barnabas
Merkwaardig genoeg bericht Lukas over Judas Barsabbas en Silas dat zij door de gemeente te Antiochië ‘met de vredegroet werden gezonden tot degenen, die hen hadden afgevaardigd, Hand 15:33 en dat Paulus met Silas wegtrok, ‘nadat hij door de broeders aan de genade des Heren was opgedragen’Hand 15:40 Maar in samenhang met het vertrek van Barnabas vermeldt Lukas geen gelijksoortig blijmoedige aftocht, zodat men de indruk krijgt dat Barnabas met de keuze voor zijn neef Johannes Markus niet zo’n beste indruk heeft achtergelaten in Antiochië, omdat ook Lukas hem in het verdere verloop van het boek Handelingen niet meer noemt.
Paulus had echter een doorgaans gunstige indruk van Barnabas, hij was door hem al jaren eerder ontvangen en aan de toen aanwezige apostelen voorgesteld. Barnabas had hem ook naar Antiochië gehaald, waar hen beiden de genade ten deel viel een heel jaar een aanzienlijke schare om zich te verzamelen en te onderwijzen. Hand.11:26 Barnabas was, zoals Lukas schrijft in Hand 11:24: ‘een goed man, vol van heilige geest en van geloof.
Kefas en Barnabas
Als Paulus enige jaren later de Galatenbrief dicteert, bericht hij over een voorval dat zich kort na de terugkeer van het apostelconvent heeft plaatsgevonden. Kefas was naar Antiochië gekomen en had een tijd lang met de gelovigen uit de heidenen samen maaltijd gehouden. De harmonie in deze bijeenkomsten werd spoedig verstoord toen er enige mannen binnenkwamen, die Jakobus navolgden en in het openbaar leerden dat besnijdenis een weg naar geestelijke groei was en een geestelijk bevoorrechte plaats garandeerde. Toen zij in het Syrisch Antiochië aankwamen, maakten zij dat nog niet zo erg duidelijk zoals dat later het geval was in de paulinische gemeente in Galatië. Maar zij legden steeds meer de nadruk op de voorrangspositie van de Jodenchristenen, zodat ze ook het gezamenlijk eten, de tafelgemeenschap, met de gelovigen uit de natiën vermeden.
Toen de invloed van deze mannen op de Jodenchristenen toenam, bemerkte Kefas dat de stemming tegen hem keerde. En zo nam hij afstand van de heidengelovigen aldaar en gaf de tafelgemeenschap weer op. En dat niet omdat hij van overtuiging veranderd was, maar omdat hem de moed ontbrak zich krachtig tegen de vrienden van Jakobus te weren. Paulus duidde deze houding aan als toneelspel en zelfs als huichelarij (hupokrisis), te meer daar de overige Jodenchristenen inclusief Barnabas het voorbeeld van Kefas volgden. Gal.2:13 Paulus zag het opgeven van de tafelgemeenschap als één van de symptomen van het wetticisme waar de meeste van de Jodenchristenen maar moeilijk van los konden komen.
Barnabas was niet alleen in de paulinische Galaten gemeente bekend, maar ook in Korinthe en Kolosse; want Paulus wees er op, dat hij zelf, en ook Barnabas geen gebruik maakte van hun apostolische volmacht tot verlichting van hun dienstwerk 1Kor.9:6 en dat Johannes Markus, de neef van Barnabas, Paulus intussen ‘tot troost’ was. Kol.4:10,11 En verder noemde Paulus Markus als een van zijn ‘medewerkers’ File.1:24 die ‘van veel nut voor de dienst’ was. 2Tim.4:11
Uit UR-duits, 1981, nr.50, blz. 126
Uitgave van Konkordanter Verlag, Pforzheim
Vom syrischen zum pisidischen Antiochien
Paulus und Barnabas trennen sich