Wellicht hebt u meegekregen dat in de afgelopen tijd een aantal trefwoorden zijn veranderd die altijd heel kenmerkend waren voor de concordante vertaling en in de concordante studies. Woorden zoals ‘wederzijds verzoenen‘, ‘eon‘ en ‘era‘. Voor wie zo lang gewend was aan deze woorden, of voor wie deze woorden onlosmakelijk met concordant vertalen verbonden zijn, kan dit even schrikken zijn. De NCV verandert. En eigenlijk op meer plekken dan alleen deze kenmerkende woorden, ook in hoe sommige werkwoorden vertaald worden. Waarom is dat? Is dat nodig, om alles maar te veranderen?
Dit soort vragen zijn begrijpelijk, en laten gelijk de noodzaak zien om eens op een rijtje te zetten wat er gebeurt, en waarom. Waarom niet verdergaan zoals altijd concordant vertaald is, met de woorden die al gekozen zijn? Het korte antwoord is: de methode is bijna 100 jaar geleden goed en weloverwogen opgezet, maar in de tussentijd is er meer onderzoek gedaan, is er meer informatie beschikbaar, en kunnen we zo nog beter keuzes maken, zoals voor goede trefwoorden, en weten we nog beter wat de beste weergave is. Zoveel tijd leidt onherroepelijk tot voortschrijdend inzicht, en dat is waarom de vertaling verandert.
Drie fasen in het vertaalproject
Het vertaalproject van de NCV, het maken van een Nederlandse Concordante Vertaling, heeft grofweg drie fasen ondergaan. Vanaf de start was het doel om een Nederlandse uitgave te maken van het werk dat al bestond in het Engels en het Duits, volgens de principes waarmee het Concordant Literal New Testament gemaakt werd door het Concordant Publishing Concern in Amerika. Daarvan verscheen de eerste uitgave in 1926, en in de volgende 5 edities, waarvan de laatste in 1976 verscheen, werden verbeteringen toegepast, maar allen volgden de principes die al bij de eerste versie waren neergelegd: Griekse woorden werden onderzocht naar opbouw en ingedeeld in woordfamilies, er werd één trefwoord gekozen voor elk Grieks woord, voor elke grammaticale vorm werd één weergave gekozen en de woordvolgorde werd zo nauw mogelijk gevolgd. Hier en daar moest afgeweken worden, maar zo min mogelijk. Dit alles om zo veel mogelijk interpretatie van de vertalers uit te sluiten, en zo dicht mogelijk op de tekst te zitten. Voor de Nederlandse uitgave werden deze principes op de voet gevolgd, werden Nederlandse stamvormen en trefwoorden gekozen die nauw overeenkwamen met de Engelse en Duitse, werden vergelijkbare grammaticale overzettingen bepaald en werd op eenzelfde wijze de woordvolgorde nauwlettend gevolgd.
Na de uitgave van het boekje in 2013 met de eerste brieven van Paulus die vertaald waren – Galaten, Efeze, Filippenzen, Kolossenzen, Filemon en 2Timoteüs – werd verder vertaald aan de brieven van Paulus, maar startten er daarna ook twee andere projecten. Door een lid van het vertaalteam die er meer tijd in kon steken dan de anderen, werd een “proeve” van de rest van het Nieuwe Testament gemaakt – wat zoveel betekent als dat de vertaling nog niet door het hele vertaalteam is bekeken – en werd in 2017 al een revisieproject gestart. Het vertaalproject had al zo lang gelopen, dat het loonde opnieuw naar de vertaling te kijken en voortschrijdend inzicht toe te passen, te kijken of we over al die jaren overal even consequent waren gebleven, en om een nieuw inzicht in de grammatica toe te passen, over hoe de (eerste en tweede) aorist vertaald moest worden. Hierover was lang gediscussieerd, omdat het een afwijking van de oorspronkelijke grammaticale standaarden zou betekenen, maar na veel bewijs uit teksten en na het bericht dat de Amerikaanse broeders tot dezelfde conclusie waren gekomen werden deze wijzigingen doorgevoerd.
Na het afronden van de brieven aan de Tessalonicenzen en de 1Timoteüs brief en halverwege het revisie proces namen in 2021 enkele trouwe broeders en zusters afscheid van de vertaalcommissie en werkten de overgebleven leden door. De revisie werd voortgezet en afgemaakt en voorbereidingen voor de Concordante Vertaling van het Oude Testament werden getroffen. Maar met het voornemen voor een papieren uitgave van het hele Nieuwe Testament was er de noodzaak al het vertaalde werk nog eens goed te bekijken en de “proeve van vertaling” van de overige boeken zo na te kijken dat het gereed was voor uitgave. Dit gaf de mogelijkheid ook gelijk elk woord opnieuw te bekijken, nu we overal van het Nieuwe Testament een vertaling hadden en zo goed konden zien hoe het woord overal gebruikt en vertaald was. Op sommige plekken was afgeweken van het trefwoord, maar was dat afwijken zelf ook consequent gedaan? Was er een manier om dat afwijken ook beter te reguleren? En, alle plekken waar we een woord vertaald hebben overziend, en alle inzichten die in de afgelopen jaren zijn opgedaan over de Griekse woorden, is het trefwoord nog correct? En is de vertaling nog op andere manieren met de computer en met nieuwe inzichten te verbeteren? Zo worden op meer plekken andere keuzes gemaakt dan de Amerikaanse en Duitse broeders in hun uitgaven deden, en de vrijheid genomen te kijken waar de concordante standaarden en de methode voor de vertaling te verbeteren, te verfijnen of aan te vullen zijn.
Wetenschap, vloek of zegen?
De concordante vertaling was geboren uit een diep verlangen de schriften zo precies mogelijk weer te geven, en verzette zich tegen de vrijere vertalingen van die dagen, waar te veel theologische opvattingen in gestopt werden en te veel interpretatie van de vertalers, die beiden geregeld te betwisten waren, en tegen opvattingen van hoe het Grieks vertaald moest worden, wat evenzeer in de ogen van de makers te inconsequent en soms incorrect gebeurde. Dit leidde tot grondig onderzoek, het formuleren van de concordante vertaalprincipes, het ontwikkelen van een Griekse grammaticale uitleg en bijbehorende vertaalstandaarden en vaststellen van trefwoorden. Vaak met daarin eigen ontdekkingen die in gingen tegen de gangbare opvattingen. Als zodanig werd er vaak, en wordt er vaak nog door hen die meewerkten aan de vertaling of de vertaling veel gebruikt hebben, argwanend gekeken naar andere vertalingen, naar Bijbelwetenschap en wetenschappelijke inzichten over het Grieks, en wordt het liefst vastgehouden aan de concordante principes zoals die toen zijn geformuleerd.
Maar als we nu de neiging zouden hebben vast te willen houden aan het oude en daarvoor alle nieuwe wetenschappelijke inzichten buiten de deur te houden, dan is dit niet juist. Zeker, Bijbelwetenschap en wetenschappelijke studies naar het Grieks zijn vaak subjectiever dan wenselijk is, zijn soms beïnvloed door traditie en niet altijd vrij van theologische opvattingen. En juist in een discipline waar men elkaar maar al te vaak napraat is een tegenstem welkom, zelfs nodig. Maar als er goede argumenten gebruikt worden, de (Bijbelse) tekst als uitgangspunt dient en niet een opvatting, dan kan wetenschap heel nuttig zijn, en zijn het extra ogen die naar dezelfde vragen kijken, en dan kan het zeker meegenomen worden in je eigen overwegingen. Maar sinds de eerste concordante vertaling, die bijna 100 jaar geleden verscheen, is er ook enorm veel vooruitgang geboekt op veel verschillende gebieden. Interessant genoeg zijn een aantal van de eigen ontdekkingen, bijvoorbeeld op het gebied van grammatica, ondertussen door nieuwere onderzoeken bevestigd. Andere resultaten leiden juist tot een heroverweging van eerdere keuzes.
Wetenschap is geen vloek die gemeden moet worden, noch een zegen die blind gevolgd moet worden. Het zijn mensen die dezelfde vragen bestuderen, maar in veel meer tijd met veel meer gegevens naar een probleem kijken en argumenten en inzichten bieden die na kritisch controleren ons kunnen helpen voor het Nieuwe Testament het Grieks beter te begrijpen, de Griekse woorden beter te begrijpen en beter inzicht te krijgen in hoe de betekenis het beste overgezet kan worden. Wetenschap is bovenal een middel dat onmisbaar is om samen met eigen onderzoek tot de beste vertaling te komen.
Onder de volgende kopjes doe ik een poging kort en voor iedereen begrijpelijk aan te stippen wat er aan nieuwere inzichten op verschillende gebieden gedaan zijn de afgelopen decennia,1 en hoe die gebruikt kunnen worden om de vertaling van het Nieuwe Testament in de NCV beter te maken. In de rest van deze uitgave zullen met name heroverwegingen van trefwoorden nader bekeken worden.
Griekse grammatica
De meeste nieuwe inzichten in de Griekse grammatica in de afgelopen decennia zijn te danken aan het toepassen van taalkundige inzichten op het Grieks. De studie van het Bijbels Grieks stond lange tijd op zichzelf en was altijd erg traditioneel. Het stond los van taalkunde, de algemene studie hoe talen werken, maar dat is de laatste decennia veranderd, en de betere inzichten in hoe tijd en aspecten werken in een taal en hoe vormen in een taal veranderen van betekenis over de tijd kan erg helpen om ook een beter inzicht in het Koine Grieks van de Bijbel te krijgen.2
Zoals gezegd, enkele van de eigen inzichten van de concordante vertaalmethode zijn in de nieuwere studies bevestigd. Een punt waarop de concordante grammatica afweek van wat er in klassieke grammatica’s verteld werd was bijvoorbeeld wat een bijzondere werkwoordsvorm, de zogeheten aorist, nu eigenlijk betekende. Traditioneel werd het als een verleden tijd bestempeld, maar in de concordante grammatica als ‘zonder informatie over tijd’, een feit. Nieuwere studies komen, met goede argumenten uit de taalontwikkeling en hoe dit soort talen werken en op basis van de voorkomens van het Griekse werkwoord, uit op een beschrijving die dat bevestigt: net als een feit geeft de vorm de handeling als geheel weer, zonder informatie over wanneer, over het verloop van de handeling etc. (voor de kenner: ‘perfectief aspect’). Maar naast dat deze beschrijving de veel simpelere oorspronkelijke duiding bevestigt, heeft de nieuwe omschrijving veel meer uitleggingskracht, en vertelt het waarom deze vorm zo geschikt is om verhalen te vertellen, hoe het samenwerkt met de context om aanvullende betekenis te krijgen e.d.
Over de aorist gesproken, de eerder besproken verandering in de concordante Griekse grammatica, die we doorgevoerd hadden in overleg met de Amerikaanse broeders, betreft de zogeheten tweede aorist. Een groep vormen die je tegenkomt op plekken waar je een aorist verwacht, maar de uitgangen heeft van een gewone Griekse verleden tijd. Op basis van die uitgangen werd hij dan ook ingedeeld als verleden tijd. Maar dat kan misleidend zijn, zeker als een taal in de loop van honderden jaren verschillende manieren gebruikt om eenzelfde grammaticale vorm te maken, en waarbij uitgangen overlappen. Onderzoek naar de ontwikkeling van de taal, de woorden die deze tweede aorist gebruiken en hoe de vorm in de tekst gebruikt wordt, laten zien dat de klassieke duiding van deze vorm correct is geweest, en de vorm niet een standaard verleden tijd maar een echte aorist is.
Verder komen wetenschappers er de laatste tijd op terug dat de middenvormen (tussen actief en passief in) geregeld niet als middenvorm bestempeld werden, maar bijvoorbeeld als een afwijkend passief, en probeert men het weer als echte middenvorm te verklaren, zoals de concordante grammatica vanaf het begin bepleitte. En nieuwe onderzoeken geven ook weer een beter begrip voor andere lastige vormen, zoals de vorm die traditioneel een afgeronde handeling weergeeft, het zogeheten perfectum. Of ze geven een beter begrip hoe een grammaticale vorm, in combinatie met een bepaald woord en de context waarin het voorkomt, verschillende betekenissen kan uitdrukken.3 En beter begrip van de vormen kan altijd helpen de vertaling dichter bij de betekenis te brengen en consequenter te zijn.
Tekstkritiek
De NCV is gebaseerd op de Concordant Greek Text, een tekstkritische reconstructie van het Nieuwe Testament op basis van de oudste bekende grote handschriften. Hierbij kwam ze grotendeels overeen met de algemeen gebruikte wetenschappelijke teksten, maar sloot zich op enkele punten aan bij wetenschappers die kritiek hadden op sommige punten. Deze tekst is een goede basis voor de vertaling, maar af en toe lijkt er in de zorgvuldig opgestelde tekst een foutje te zijn geslopen, of lijkt er soms te zwaar op een enkele corrector van de Sinaïticus te zijn geleund als de handschriften sterker bewijs voor een andere variant geven.
Maar naast de vele nieuwe handschriften die zijn gevonden in de afgelopen honderd jaar, is er een recente ontwikkeling die een aantal nieuwe inzichten kan geven. Het project, kortweg CBGM geheten, voegt enkele nieuwe inzichten samen met de mogelijkheid van computers om heel veel data te verwerken van alle handschriften, alle tekstkritische beoordelingen van alle varianten.4 De methode kijkt bijvoorbeeld niet meer naar een handschrift, dat automatisch meer of minder gewicht kreeg doordat het vroeg of laat was, of omdat het tot een bepaalde tekstfamilie behoorde, maar naar de tekst zelf. Een laat handschrift kan heel goed vroege varianten bewaard hebben, en een vroeg handschrift heel goed al een vroege corruptie. En met de computer en met al die data kan berekend worden hoe nauw de tekst van manuscripten samenhangt, welke varianten relevant zijn en hoe de teksten uit elkaar voortgekomen zijn. Met deze hele nieuwe manier van aanpak wordt er serieuzer naar mogelijk oudere varianten in latere handschriften gekeken, worden traditioneel lastige keuzes vanuit een nieuwe invalshoek duidelijk beantwoord en worden soms andere varianten, waar niemand aan twijfelde, kritisch opnieuw bekeken, maar vooral veel bestaande keuzes bevestigd.
Met deze methode heeft men de zogeheten katholieke brieven, dat zijn de brieven van de apostelen aan de Joodse gelovigen, in het Nieuwe Testament al opnieuw bekeken, en meer boeken volgen in volgende uitgaven van de algemeen geaccepteerde Nestle Aland tekst. Deze nieuwe inzichten zijn ook al te vinden in nieuwere vertalingen zoals de NBV21. Maar het zal zeker goed zijn nog eens de CGT op sommige plaatsen opnieuw te bekijken, foutjes te verbeteren en dit soort nieuwe inzichten mee te nemen in de afwegingen.
Zins- en tekstopbouw
Hoewel er in beperkte mate altijd aandacht is geweest voor zaken als woordvolgorde in de zin, is er in onderzoek naar het Bijbels Grieks pas recent meer aandacht gekomen voor zaken rondom zins- en tekstopbouw. Ook hier zijn inzichten uit de algemene taalkunde, waar dit al veel langer bestudeerd werd, van waarde geweest om ook voor het Grieks te zien hoe woorden in een zin functioneren, hoe zinnen samenhangen en hoe functiewoorden het aan elkaar koppelen en andere aspecten weergeven, hoe grotere tekstdelen samenwerken en hoe in een dergelijke grotere context de betekenis van zinnen en woorden ook beïnvloed wordt. Hoewel dit meestal meer van belang is voor de uitleg van een tekst, zijn er ook een aantal inzichten voor de vertaling interessant, met name woordvolgorde en het lidwoord.
Veel werk op dit terrein is gedaan door Stephen Levinsohn.5 Over woordvolgorde in het Grieks zegt hij dat, in tegenstelling tot wat vaak gezegd is, de woordvolgorde in het Grieks niet volledig vrij is. Er is al door meer onderzoekers opgemerkt dat er bepaalde regelmatigheden zijn. Zo staan zinsdelen met voorzetsels vaak achteraan in de zin, en werkwoorden vaak voorop. Maar er zijn veel zinnen die juist beginnen met voorzetsels, met het onderwerp of lijdend voorwerp, zodat men het meestal liet bij “woordvolgorde in het Grieks is vrij”. Maar met inzichten uit de bredere taalkunde argumenteert Levinsohn dat het Grieks wel degelijk een standaard woordvolgorde heeft: werkwoord – onderwerp – lijdend of meewerkend voorwerp – overige zinsdelen, en laat hij zien dat door andere zinsdelen voorop te zetten, er nadruk op die zinsdelen gezet wordt. Dit komt in grote lijnen overeen met de regel die in de concordante methode geformuleerd was, dat zinsdelen vooraan de zin nadruk hebben, maar is beter gefundeerd en gedetailleerder en geeft meer inzicht in wat er gebeurt.
Op eenzelfde manier stelt hij voor hoe orde is te scheppen in de schijnbare chaos met lidwoorden in het Grieks. Alhoewel we het meestal gewoon overzetten naar Nederlandse lidwoorden, werken lidwoorden in het Grieks en het Nederlands niet hetzelfde. In het Grieks staat het vaak bij namen, in het Nederlands nooit, en je komt het tegen op plekken waar je geen lidwoord verwacht, en het ontbreekt op plekken waar wij juist wel een lidwoord nodig hebben. Levinsohn laat zien dat hier een algemene regel in valt te ontdekken. Als iets of iemand voor het eerst in een verhaal voorkomt, zijn er verschillende manieren om datgene of diegene te introduceren, maar daar ontbreekt dan een lidwoord bij. In het vervolg van het verhaal, als het weer genoemd wordt, staat er wel een lidwoord bij, omdat het al geïntroduceerd is. Op plekken waar wordt afgeweken van deze regel lijkt er nadruk op dat, waarnaar verwezen wordt, te liggen.
Deze en andere onderzoeken laten je nadenken of altijd maar de woordvolgorde gewoon volgen echt het beste de betekenis weergeeft, als woordvolgorde in het Grieks anders werkt dan in het Nederlands. Een verfijndere regel zou zijn: voor zover mogelijk de woordvolgorde van het Grieks volgen, tenzij daarmee de nadruk in de vertaling op een ander zinsdeel komt te liggen dan in het Grieks. Op eenzelfde manier zou scherper naar het ontbreken of juist aanwezig zijn van lidwoorden gekeken kunnen worden.
Woordopbouw uit Griekse elementen
Een belangrijk onderdeel van het bepalen van de betekenis van woorden in de concordante methode is de studie naar de opbouw van deze woorden uit elementen, ook wel de etymologie van de woorden. Op basis hiervan worden de woorden ingedeeld in woordfamilies, wordt een betekenis aan de elementen toegekend, en de etymologie heeft vaak, naast de studie van alle voorkomens, ook enige invloed op de keuze voor een uiteindelijk trefwoord.
Al is dit toentertijd uitvoerig onderzocht, de studie naar de etymologie van een woord is ingewikkeld. Het simpelweg op het zicht afgaan voor het herkennen van elementen is misleidend, want er zijn vaak genoeg elementen die dezelfde letters hebben maar een andere oorsprong. Door klankveranderingen zijn zij uiteindelijk niet meer in letters van elkaar te onderscheiden. Dit kan gemakkelijk tot zogeheten volksetymologie leiden. Een manier om beter inzicht in de etymologie te krijgen is door te kijken hoe de woorden zich door de tijd heen hebben ontwikkeld. En in de vergelijkende talenwetenschap kijken ze dan niet alleen naar de ontwikkeling van een enkele taal, maar hoe verwante talen uit een gemeenschappelijke voorouder zijn ontstaan, welke klankveranderingen hebben plaatsgevonden en hoe woorden aan elkaar verwant zijn, ook qua betekenis. Zo kan met veel meer zekerheid elementen met dezelfde letters van elkaar gescheiden worden, en is er beter zicht op de ontwikkeling van woorden, elementen en de ontwikkeling van de betekenis.
Dit onderzoek is ook de laatste decennia voortgezet en inmiddels in verschillende studies en boeken overzichtelijk te onderzoeken.6 Dit kan nieuwe inzichten geven in de opbouw die oorspronkelijk was toegekend aan een woord, zoals aan het bekende woord eon, zie daarvoor het artikel “Woordstudies: Kiezen van de juiste trefwoorden“, onder kopje 3.1.
Trefwoorden
Wat betreft de betekenis van individuele woorden worden er voortdurend nieuwe onderzoeken gepubliceerd waarin een bepaald woord opnieuw, soms met nieuwe gegevens, onder de loep genomen wordt. Een voorbeeld hiervan is ‘lepra’ of ‘melaatsheid’.7 De vertaling van het Griekse woord hiervoor, uitgesproken als lepra, met lepra, lijkt voor de hand te liggen. Ons woord komt daar ook vandaan, maar de ziekte waar het woord lepra vandaag de dag naar verwijst, de ziekte van Hansen, blijkt na talloze onderzoeken de laatste decennia over de ziekte en zijn vermeende voorlopers in het Midden-Oosten niet de ziekte te zijn waar de Bijbel naar verwijst. Dat blijkt een verzameling huidziekten te zijn, en wel, in het kader van de wetgeving, die huidziekten waar je onrein van wordt.
Een nieuwe beweging is te vinden op het gebied van woordenboeken. Traditioneel geven woordenboeken bij een Grieks woord een lijst met Nederlandse betekenissen. Dit doet vermoeden dat het Griekse woord ook zoveel verschillende betekenissen heeft, maar is vaker het resultaat van het tekortschieten van de Nederlandse (of Engelse) woorden om de hele betekenis van het Griekse woord te vangen. Daarom gaan woordenboeken meer werken met omschrijvingen van de betekenis van een woord, die wel de hele betekenis kunnen vangen, en onderscheiden ze niet meer zozeer de verschillende vertaalwoorden, maar de verschillende betekenisvelden, en geven ze per betekenisveld een omschrijving, en als laatste pas de mogelijke vertaalwoorden bij dat betekenisveld.8 Deze aanpak geeft een veel beter beeld van de betekenis van woorden, en gaat voorbij aan de tekortkomingen van het geven van een enkel vertaalwoord voor een Grieks woord. Deze aanpak is niet direct in de vertaling te gebruiken, want daar moeten we het nog steeds met vertaalwoorden doen, maar kan wel helpen beter inzicht te krijgen in wanneer afgeweken moet worden van een gekozen trefwoord, zie daarvoor het volgende kopje.
In een artikel verderop in deze uitgave zal ik verder ingaan op hoe een trefwoord gekozen moet worden, en welke valkuilen er zijn voor het maken van een goede keuze. Daarna zullen enkele wijzigingen van voorheen kenmerkende woorden in de concordante vertaling worden onderbouwd.
Afwijkingen van de standaarden
De aantrekkingskracht van de concordante methode heeft er altijd in gelegen dat het met eenvoudige regels voor trefwoorden en grammatica juist consequenter vertaalt en veel interpretatie van vertalers, die vaak door lange omslachtige redeneringen en traditionele opvattingen onderbouwd werden, uitsluit, en zo de tekst beter probeert weer te geven. De grootste kracht van de vertaalmethode, het principe waarmee het alle extra interpretatie uit een tekst wil halen, is gelijk ook een plek waar de methode zwaktes kent. Het streven vertaalwoorden altijd één op één over te zetten of grammaticale vormen altijd met dezelfde standaard over te zetten geeft vertalers weinig ruimte eigen inzichten erin te stoppen, maar het kan niet overal doorgevoerd worden, omdat talen niet één op één op elkaar passen. In bijna elke zin van de vertaling vind je wel een afwijking van het trefwoord, in een in grijs toegevoegd woord of een andere weergave van een grammaticale vorm. In de praktijk blijken woorden soms niet met een enkel trefwoord overal goed te vertalen, zijn er vele uitzonderingen op de regels en veel afwijkingen van de standaarden.
Hier is dus al rekening mee gehouden in het vertalen. Dat was al zo in de eerste uitgave in Amerika, en dat is zo in de NCV. Maar tot nu toe werden deze zaken allemaal als afwijkingen van het gekozen trefwoord beschouwd, en werd dit weliswaar ook zo consequent mogelijk gedaan, maar de taalkundige processen die in een taal ervoor zorgen dat de betekenis niet overal één op één over te zetten zijn, hebben geen plaats gehad in de methode. In mijn ervaring werd bij dit soort afwijkingen meestal ter plekke op basis van de context een afweging gemaakt, gekeken naar hoe de Engelse en Duitse vertaling het opgelost hadden, en indien we het tegenkwamen gekeken hoe het op een andere plek al vertaald was. Maar als ik het achteraf bekijk met de computer gebeurde dit niet altijd volledig consequent en was er ook weinig aandacht voor de regelmatigheden die erachter zitten. Wat in de methode namelijk als afwijking geldt is vaak wel degelijk logisch te verklaren met onderzoek naar de taalkundige processen die erachter zitten.
Misschien verliest de vertaalmethode op deze manier iets van de schoonheid die in de oorspronkelijke eenvoudige opzet zat. Maar de realiteit is dat taal ontzettend complex is, door historische ontwikkelingen vormen door elkaar lopen, verschillende betekenissen hebben en dat talen niet perfect één op één op elkaar passen. Als er regelmatige taalkundige processen achter schijnbare afwijkingen zitten, dan betekent dat dat de oorspronkelijk opgestelde eenvoudige regels niet verfijnd genoeg zijn, niet goed genoeg rekening houden met hoe de taal werkt. Dit is overigens geen verwijt. Veel van de taalkundige processen zijn pas in afgelopen decennia goed onderzocht en aan het licht gekomen. Maar voor dit soort taalkundige processen kunnen regels opgesteld worden, zodat, als er afgeweken moet worden, dit consequent en verantwoord gebeurt, en niet ad hoc. Je zou kunnen zeggen dat je zo zelfs het afwijken concordant maakt.
Door dit soort regels op te stellen wordt er afgeweken van het ideaal, dat de beste vertaling een één op één vertaling is, omdat erkend wordt dat dit lang niet altijd mogelijk is. Wordt de vertaling dan minder concordant? Ik zou liever zeggen, de vertaling wordt concordant op een ander niveau, niet meer uitsluitend op woordniveau. Door regels voor dit soort taalkundige processen, regels voor wanneer af te wijken van het standaard trefwoord of de standaard grammaticale overzetting, wordt júist consequenter vertaald, juist nog meer interpretatie uitgesloten, die eerst nodig was om ad hoc een afweging op basis van de context te maken, en de betekenis juist beter weergegeven. Het is nog steeds concordant in de betekenis van overeenstemmend, consequent, maar minder in de betekenis van woord voor woord, omdat het woordniveau niet meer het enige niveau is dat wordt meegenomen. We moeten ook niet vergeten dat het doel van de concordante vertaling niet is: zo strikt mogelijk bepaalde vertaalregels volgen. Dat is niet het doel, maar het middel om het echte doel te bereiken: door zoveel mogelijk extra interpretatie uit te sluiten dichter op de betekenis komen.
Is het nodig te veranderen?
De oorspronkelijke opzetters van de concordante vertaalmethode hebben een zeer goed principe opgesteld voor de concordante vertaling en al hun keuzes gedegen onderzocht, afgewogen en onderbouwd, en het heeft ons veel rijkdom gebracht. En toch, met zoveel jaar onderzoek erna komt er altijd voortschrijdend inzicht, nieuwe onderzoeken, een beter begrip van de taal of geschiedenis, en staan we voor de keuze of we daarmee de methode verbeteren of blijven bij de oude. Die oorspronkelijke opzetters waren kritisch op hoe vertalingen vaak traditie volgden, en daaraan vasthielden, ook als onderzoek duidelijk liet zien dat het anders zat. Zij zouden dan ook absoluut niet gewild hebben dat wij op dezelfde wijze van de toen geformuleerde methode een traditie maken, en daaraan vasthielden, ook als nieuw onderzoek, met alle nieuwe gegevens en mogelijkheden die in de afgelopen honderd jaar erbij zijn gekomen, andere inzichten zouden opleveren. Als nieuwe inzichten ons een beter begrip geven van het Grieks, dit goed onderbouwd is, dan meen ik dat dit zonder meer meegenomen moet worden. We claimen op de website dat de vertaling wetenschappelijk onderbouwd en betrouwbaar is, dan is hier de kans dit ook waar te maken.
Het opstellen van regels wanneer je afwijkt van trefwoorden of grammaticale vormen, lijkt minder concordant, maar is simpelweg concordant op een ander niveau, op het niveau van de taalkundige processen die de betekenis bepalen. In de praktijk valt het mee hoeveel de vertaling hierdoor verandert, want waar nodig, weken we al af van de trefwoorden en standaarden, maar minder consequent dan nu zou kunnen. Met dit soort aanpassingen is de vertaling nog altijd concordant in de zin van overeenstemmend en consequent, maar dan ten opzichte van eerdere edities verfijnd, verbeterd, geeft het nóg beter de betekenis weer en sluit het nog steeds zo veel mogelijk overbodige interpretatie uit. Het heroverwegen van trefwoorden die altijd kenmerkend zijn geweest voor de vertaling is opvallender als je de vertaling gebruikt, maar gebeurt altijd weloverwogen, en zal verderop in dit nummer nog nader toegelicht en onderbouwd worden.
Als ik reacties krijg van mensen op de verandering van trefwoorden, dan blijkt men er vaak over te struikelen dat de keuzes soms ingaan tegen de oorspronkelijke keuzes of regels zoals opgesteld door de Amerikaanse broeders, of worden veranderingen opzij geschoven met de opmerking dat de Amerikaanse en Duitse broeders het trefwoord niet veranderd hebben, dus wij dat ook niet zouden doen. Maar we zouden goed voor ogen moeten houden wat het doel is van vertalen. Het doel is niet bepaalde regels altijd zonder kritische vragen te volgen, noch om zo dicht mogelijk bij de Engelse en Duitse uitgaven te blijven als zij wel vasthouden aan oude principes, of zo dicht mogelijk bij hun keuzes voor trefwoorden blijven als nieuwe informatie een andere richting in wijst. Het doel van vertalen is de betekenis van Gods woord zo goed mogelijk weergeven, met zo min mogelijk overbodige interpretatie. Als door rekening te houden met taalkundige processen vermeende afwijkingen regelmatig kunnen worden, dan past dit júist bij een vertaling die door consequent te zijn, dichter bij de betekenis wil komen. En als het heroverwegen van trefwoorden ervoor zorgt dat de betekenis nog beter wordt weergegeven, dan is dat alleen maar winst.
En al dat veranderen, lijkt de vertaling daardoor niet onbetrouwbaarder? Dit kan een logische gedachte zijn, dat als er regelmatig veranderingen zijn, we blijkbaar niet zo zeker zijn van onze zaak. Nu vinden er momenteel extra veel veranderingen plaats omdat alle trefwoorden opnieuw bekeken worden en alles nagekeken wordt voor de uitgave van het NT op papier, dus dit zal niet zo door blijven gaan. En zoals ik eerder in dit artikel betoogd heb, blijven er voortdurend nieuwe inzichten komen, nieuwe mogelijkheden het nog beter te doen, blijft er nieuwe informatie bij komen die meer zegt over de betekenis van woorden. In het licht hiervan zou het blijven veranderen gezien moeten worden als het blijven verbeteren, en zou dát juist de vertaling steeds betrouwbaarder maken.
Dat alle veranderingen vragen oproepen is terecht, maar ik hoop dat ik heb laten zien dat alles weloverwogen gebeurt, kritisch bekeken wordt, en het maar om één ding gaat: alles om Gods Woord beter weer te geven. Het sentiment, dat ontstaat als kenmerkende woorden veranderd worden, die decennialang centraal stonden in concordante studies, is begrijpelijk, maar ondergeschikt aan dat ene doel: alles om Gods Woord beter weer te geven. Met alle veranderingen wordt eerder werk niet van tafel geschoven of ongedaan gemaakt, er wordt op voortgebouwd, het wordt verfijnd en verbeterd. Is het nodig te veranderen? Ik zie het als mijn plicht om als ik met nieuwe inzichten de vertaling kan verbeteren, dit ook toe te passen. Het gaat niet om wat wij fijn en vertrouwd vinden, maar echt alleen om het zo goed mogelijk weergeven van Gods woord.
Maar het is goed om de veranderingen toe te lichten in uitgaven zoals deze, om de keuzes transparant te maken en goed te onderbouwen. Zoals in een ander artikel in deze uitgave toegelicht, is er zelfs het plan de vertaling “open source” te maken, zodat iedereen kan meekijken met wat er gebeurt, kan meedenken en veranderingen kan voorstellen. En ook zullen eerdere versies van de vertaling, de versie ten tijde van de uitgave van het boekje en de versie van eind 2021 voor het toepassen van de meeste laatste veranderingen, online beschikbaar komen en blijven om te bekijken en te vergelijken met de huidige vertaling.
Momenteel is in de online versie van de app9 al via de instellingen de 2021 versie van de NCV en het interlineair te bekijken. Laat eenieder die, ook na de uitleg die in dit blad gegeven wordt, niet mee kan gaan met de veranderingen, daar ook gebruik van blijven maken, als dat hen opbouwt en verder brengt. Een vertaling is een middel, en één versie is nooit de absolute versie. Maar laat wie kritisch meeleest en mee wil denken vooral de hier gegeven argumenten overwegen, en reageren, om zo samen te proberen het woord van God nog beter in een vertaling weer te geven.
Voetnoten
- Een voor een Grieks kenner uitstekend overzicht van de voortgang die gemaakt is, is te vinden in Advances in the Study of Greek, Constantine R. Campbell, Zondervan, 2015.
- Voor de hedendaagse inzichten in het Griekse werkwoord, zie The Greek Verb Revisited – A Fresh Approach for Biblical Exegesis, Steven E. Runge en Christopher J. Fresch, Lexham Press, 2015, maar ook bovengenoemde Advances in the Study of Greek, pagina 105-133 en Basics of Verbal Aspect in Biblical Greek, Constantine R. Campbell, Zondervan, 2008.
- Dit wordt met name goed uitgelegd in het boven genoemde Basics of Verbal Aspect in Biblical Greek vanaf pagina 55.
- CBGM staat voor Coherence-Based Genealogical Method, ontwikkeld door Gert Mink. De methode wordt goed geïntroduceerd in A New Approach to Textual Criticism – An Introduction to the Coherence-Based Genealogical Method, Tommy Wasserman en Peter J. Gurry, SBL Press en Deutsche Bibel Gesellschaft, 2017.
- Zie Discourse Features of New Testament Greek – A Coursebook on the Information Structure of New Testament Greek, Stephen H. Levinsohn, SIL International, 2000.
- Zie bijvoorbeeld Etymological Dictionairy of Greek, Robert Beekes, Koninklijke Brill, 2009.
- Zie hiervoor bijvoorbeeld het artikel “Huidvraat: vertaalvondst of jeukwoord?” door Matthijs De Jong, in Met Andere Woorden, 38e jaargang nr. 2, 2019.
- Zo is bijvoorbeeld ook de BDAG – A Greek – English Lexicon of the New Testament and other Early Christian Literature, Fredrick William Danker, University of Chicago Press, 2000, opgebouwd.
- Op https://app.concordante-publicaties.nl/bijbel/.