De zekerheid van de redding
De aansporing: weest in niets bezorgd Fil.4:6 gaat niet over onze positie in Christus, want:
wie Hij tevoren kent, bestemt Hij ook tevoren
gelijkvormig te zijn aan het beeld van zijn Zoon,
(…) wie Hij echter tevoren bestemt, dezen roept Hij
ook, en wie Hij roept, dezen rechtvaardigt Hij ook;
wie Hij echter rechtvaardigt, dezen verheerlijkt Hij
ook. Rom.8:28-30
Door het zegel van Zijn geest heeft Hij ons tot Zijn eigendom verklaard. Hij rechtvaardigt ons om niet in Zijn genade, door de vrijkoping, die in Christus Jezus is. Rom.3:24 In Hem ook schenkt Hij ons het heerlijke genadegeschenk van de verzoening. In volledige zekerheid mogen wij in de geest onze plaats innemen te midden van de hemelsen, die Hij ons in Christus heeft toegewezen. Efe.2:4-6 En onbezorgd verwachten wij de vrijkoping van het ons toegeëigende, heerlijke lotdeel. De alles overstijgende zegen, die ons vóór de nederwerping van de wereld in Christus geschonken zijn, wordt bekendgemaakt in de brief aan de Efeziërs.
Wandel en dienstbetoon
De brief aan de Filippenzen echter, handelt over de wandel en het dienstbetoon van hen, die burgers zijn van een rijk in de hemelen. Het uitleven van het geloof in volledige overgave aan de Heer is het doel van alle vermaningen in deze brief, waar de aansporing: weest in niets bezorgd, bij hoort.
Wat is: bezorgd zijn?
De apostel Paulus wijst ons op de plicht om daar tevoren op bedacht te zijn met de woorden:
indien nu iemand op haar eigen mensen, en allermeest op haar gezinsleden, niet tevoren bedacht is; zij loochent het geloof en is slechter dan een ongelovige. 1Tim.5:8
Verder wordt in zijn evangelie de bezorgdheid vooral aangewend voor de behoeften van het lichaam van Christus.
En hij getuigt dagelijks overspoeld te worden met de zorg voor alle uitgeroepen gemeenten. 2Kor.11:28 Die bezorgdheid bracht hem tot aanhoudend gebed en smeking met het verlangen dat God zijn weg naar medegelovigen zou openen. Zo kon hij hun hart aanspreken en geestelijke genadegaven tot versterking meedelen; Rom.1:11; Fil.1:24; 1Thes.2:18; 3:1-11 of uit de strik van dwaling en kwaad verlossen. Gal.4:20; 2Kor.12:14,15; 13:1,2
Paulus zond Timoteüs, zijn geliefd kind in het geloof, naar de Thessalonicenzen, Korintiërs en Filippenzen om te vernemen hoe het met de heiligen gesteld is. Hij getuigt van deze trouwe medearbeider dat hij
…niemand heeft van gelijk gevoel die bezorgd zal zijn over wat jullie aangaat. Fil.2:19-23
Hij was bezorgd over de uitwerking van het evangelie, de situatie waarin het geloof van de broeders en zusters zich bevond; maar ook de vastheid, de groei en het onderricht dat van belang is voor alle leden van het lichaam van Christus:
…waar zijnde nu in liefde, zouden wij allen laten
groeien in Hem Die het hoofd is, Christus. Efe. 4:15
Daar hoort onophoudelijke voorbede tot God bij en betrokkenheid bij zowel de geestelijke als materiële behoeften van de gelovigen. De gemeenten in Macedonië waren een voorbeeld in het ondersteunen van de apostel om verspreiding van het evangelie mogelijk te maken. 2Kor.8:1-5; Fil.1:3-7; 4:16,17
Ieder lid van het lichaam van Christus zou dezelfde zorg voor de ander hebben, want:
hetzij één lid lijdt, alle leden lijden mee, hetzij één lid verheerlijkt wordt, alle leden verheugen zich samen. 1Kor.12:25-27
In deze brief wordt met nadruk gezegd dat de tijd kort is;
… en die deze wereld gebruiken als niet verbruikend, want de manier van doen van deze wereld gaat voorbij. 1Kor.7:29-35
We zouden onbezorgd leven in de dingen van de wereld, maar bezorgd zijn om de zaak van de Heer.
Weest niet bezorgd
Over een ander aspect van bezorgdheid heeft de Heer Jezus algemeen geldende uitspraken gedaan. Hij zegt:
Daarom zeg ik jullie: weest niet bezorgd over jullie
ziel, wat jullie zouden eten of drinken, ook niet over jullie
lichaam,wat jullie zouden aandoen Matt.6:25
Aan Zijn toehoorders stelde Hij de vragen:
Wie van jullie nu kan door bezorgd te zijn, aan zijn
postuur een el toevoegen? En waarom zijn jullie bezorgd over kleding?
Jullie zouden dan niet bezorgd zijn, zeggend:
Wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken of
wat zullen wij aandoen?
Jullie zouden dan niet bezorgd zijn voor morgen,
want morgen zal voor zichzelf bezorgd zijn.
Voldoende voor de dag is het eigen kwaad. Matt.6:25-34
Met deze aanwijzingen stelde de Heer de dingen van het aardse leven aan de orde, die tot zorgen (ver)leiden:
- lichamelijke behoeften: eten en drinken
- persoonlijke behoeften: vooruitgang, huisvesting.
- zorgen voor de toekomst.
Hij gaf Hij ze echter de toezegging
want jullie hemelse Vader weet dat jullie dit alles nodig hebben. Matt.6:32
Hij richtte hun zintuigen en verlangens op wat voorrang zou moeten krijgen:
Zoekt echter eerst het koninkrijk en haar gerechtigheid, en dit alles zal jullie toegevoegd worden. Matt.6:32,33; Luk.12:29-31
Deze toezeggingen hebben voor de Joden-christen gemeente bijzondere betekenis in de periode van grote verdrukking, die vóór de oprichting van het koninkrijk over hen zal komen. Zij, die het merkteken van het beest niet aannemen, zullen niet kunnen kopen of verkopen. Zo kunnen zij dan niet in het benodigde levensonderhoud voorzien.Op.13:16-17 Niettemin zouden Zijn koninkrijk en Zijn gerechtigheid voorrang krijgen boven deze zorgen. Zij kunnen bovendien op het woord van de Heer vertrouwen:
wanneer zij jullie echter ook overgeven zouden
jullie niet bezorgd zijn hoe of wat jullie zouden
spreken, want het zal jullie gegeven worden in
dat uur wat jullie zouden spreken Matt.10:19
Zorgen van deze eon
Toen indertijd duidelijk werd dat velen uit Israël de roep van de Heer voor het komende Koninkrijk afwezen, sprak Hij vaak tot hen in gelijkenissen. Zijn eerste gelijkenis toont de situatie van die tijd aan. Hij sprak tot hen over een zaaier die het woord van het koninkrijk zaait, dat in de harten van de toehoorders in verschillende soorten aarde terechtkwam. Over de derde categorie toehoorders verklaarde de Heer Jezus aan de discipelen:
Hij echter die tussen de doornen gezaaid wordt,
deze is het die het woord hoort, en de zorg van
deze eon en de verleiding van de rijkdom verstikken
het woord en het wordt onvruchtbaar. Matt.13:7,22; Luk.8:14
De werkzame, levendmakende kracht van het woord van God kan zich niet ontplooien als het hart van de toehoorder vervuld is met zorg voor deze eon. Zelfs in de dienst aan de Heer kunnen zorgen de overhand krijgen en het woord van God verstikken. In Bethanië sprak de Heer daarom Martha aan, die afgeleid werd door het vele dienen:
Martha, Martha je bent bezorgd en in tumult
over veel, aan weinig echter is behoefte, of aan
één. Want Maria heeft het goede deel uitgekozen,
wat niet weggenomen zal worden van haar. Luk.10:38-42
Dat is: luisteren naar het woord van God. We hoeven ons niet af te vragen of de zorgen van deze eon de mensen in de wereld bezighoudt, maar zijn wij daarvan vrij? Paulus waarschuwde de gelovigen voor de hebzucht, die afgodendienst is. Efe.5:5; Kol.3:5. Aan Timotheüs schrijft hij:
Wie echter de bedoeling hebben rijk te zijn, vallen
in een aanvechting en valstrik en veel onbezonnen
en schadelijke begeerten, die de mensen doen
wegzinken in totale ineenstorting en destructie.
Want een wortel van al het kwaad is de geldzucht,
waardoor sommigen, zich daarnaar uitstrekkend,
tot afdwaling worden gebracht, weg van het geloof,
en zichzelf grondig beproeven met veel pijn. 1Tim.6:9-10
Hij voorziet dat gelovigen in de laatste dagen van deze eon zelfzuchtig, geldgierig, ondankbaar zullen zijn, eerder vrienden van genot dan vrienden van God. 2Tim.3:1-5 Als we bij onszelf nagaan en om ons heen kijken, zien we dat de door de Heer genoemde aspecten, ook vandaag tot zorgen verleiden. We kunnen deze nog aanvullen:
- Lichamelijke begeerten en verlangens gaan veelal ver uit boven normaal eten en drinken, en uiten zich in overdadige consumptie. De zintuigen worden door de media zodanig beïnvloed en afgeleid dat, zoals de Heer zegt, het woord van God verstikt.
- Persoonlijke behoeften, zoals kleding en huisvesting probeert men steeds buitensporiger te bevredigen.
Evenals bezorgdheid om gezondheid er vaak toe leidt dat men alleen met zichzelf bezig is.
Bezorgdheid om maximale zekerheid in het aardse leven, het verlangen rijk te worden en onbezorgd te leven, zou eigenlijk bij gelovigen niet aanwezig zijn. Maar hoe snel worden ook wij niet onrustig, angstig en bezorgd als de economie niet goed draait, rente en verzekeringen hun waarde verliezen en andere zaken de zekerheid van het aardse leven op de proef stellen?
- Wat de toekomst brengt, onze persoonlijke verhoudingen in gezin, beroep, het wereldgebeuren, oorlog, milieu en zo meer, zijn voor velen aanleiding tot bezorgdheid.
Daar kunnen we nog aan toevoegen:
- Bezorgdheid om veel voorkomende afwijzing van het evangelie, onderlinge strijd in de uitgeroepen gemeente, aanhoudende onmondigheid van gelovigen.
Vrij worden van zorgen
Weest in niets bezorgd, zegt de Heer en wijst op de hemelse Vader, Die alles weet. De apostel Petrus sprak zijn lezers aan met:
werpt iedere zorg van jullie op Hem, want Hij
bekommert Zich om jullie 1Pet.5:7
En Paulus spreekt aan: Weest in niets bezorgd Fil.4:6
Dat de Heer en Zijn apostelen daartoe oproepen, laat zien dat we allemaal de kans lopen door zorgen bedrukt en in beslag genomen te worden, hoewel we vast al hebben gemerkt, dat daar niets door verandert. Integendeel; we raken verzwakt en ontmoedigd, terwijl we onszelf een last opleggen die we niet kunnen dragen. Natuurlijk is er veel in het leven dat lijden veroorzaakt en ons neer wil drukken. Het was bijvoorbeeld geen aangename situatie voor Paulus en Silas, om in de binnenste gevangenis van Filippi te liggen, met kapotgeslagen rug en de voeten verzekerd in het blok. De bezorgdheid hoe het nu verder zou moeten met de verkondiging van het evangelie, had hun kunnen ontmoedigen. Paulus en Silas klaagden echter niet over de pijn en de onrechtvaardige behandeling. Zij baden en zongen tot eer van God, om, ons tot voorbeeld, vrij te zijn van angst en zorgen. Han.16:22-26. De apostel schreef daarom jaren later vanuit de gevangenis te Rome aan de Filippenzen, die zijn bijzondere bevrijding hadden meegemaakt:
weest in niets bezorgd, maar laat in alles jullie
verzoeken, door gebed en door smeekbede, met
dankzegging bekendgemaakt worden bij God. Fil.4:6
Daarmee worden ook wij in de juiste richting gezet om vrij te worden van zorgen. David drong er al op aan:
werp op Jahweh wat Hij je heeft toebedeeld,
en Hij zal voor je zorgen. Ps.55:23; 1Pe.5:7
stort je hart voor Hem uit; Elohim is onze toevlucht. Ps.62:9
De Heer Jezus richtte de ogen van Zijn toehoorders op de Vader in de hemel, Die weet wat iedereen nodig heeft, nog voor ze Hem vragen. We mogen al onze zorgen op Hem werpen en aan Hem toevertrouwen, want Hij zorgt voor ons, zegt Petrus in zijn brief.
We denken misschien dat we God niet ‘lastig mogen vallen’ als we niet alles bij Hem brengen en iets voor onszelf houden?
Al jullie zorg, vermaant Petrus. Paulus spreekt over alles bekend maken bij Hem. Vooropgezet dat we God en Zijn woord geloven en onze Vader volledig vertrouwen. Als het daaraan ontbreekt, zullen zorgen ons kwellen, beheersen. Dat God voor ons zorgt houdt niet in, dat Hij zich in onze plaats zorgen maakt. Hoe zou Hij ook als Hij vanaf het begin de uitkomst al weet en voortdurend naar ons omziet?
Als we ervan verzekerd zijn, dat God alles doet samenwerken tot wat goed is voor hen die Hem liefhebben, Rom.8:28 kunnen we elk moment, ook in uitzichtloze situaties, vol vertrouwen zijn.
Gebed en smeking
Er zullen maar weinig gelovigen zò gerijpt, volwassen in het geloof zijn, dat zij zich nergens meer zorgen om maken. De kans bestaat, dat ons denken door zorg in beslag genomen wordt, dat onrust ons vervult en sommige situaties uitzichtloos schijnen. Daarom wordt ons in het woord van God de weg gewezen om daarvan bevrijd te worden. We hebben de belofte, dat de vrede van God, die al het denken te boven gaat, ons onrustige hart en angstige gedachten verzekerd zal bewaren in Christus Jezus. Ervan uitgaand, dat al onze verzoeken door gebed en smeking met dankzegging bekendgemaakt worden bij God. Fil.4:6,7
Dat betekent niet, dat God niet van alles op de hoogte is; maar wat een verademing is het voor ons als we alle zorgen en moeite en alles wat ons bezighoudt bij Hem mogen brengen en aan Hem bekendmaken. Op elk moment hebben we toegang tot Hem met vrijmoedigheid en vertrouwen. Wanneer en hoe Hij onze gebeden en smekingen verhoort, mogen we aan Hem overlaten.
God gaat met al Zijn kinderen de weg zoals Hij heeft bepaald en voorbestemd, daarom zijn sommige dingen in ons leven die God niet wil veranderen. Tot driemaal toe smeekte de apostel Paulus dat de splinter uit zijn vlees van hem zou worden genomen – door een bode van satan die hem met vuisten sloeg – maar God verhoorde zijn gebed niet. In plaats daarvan ondervond Paulus dat de genade van God altijd, in iedere situatie, genoeg is en Zijn kracht in zwakheid volkomen wordt. Deze weg tot verootmoediging zorgde, dat hij bewaard bleef voor hoogmoed. 2Kor.12:8,9
In tegenstelling tot Israël hebben de leden van het lichaam van Christus geen beloften voor aards welzijn ontvangen; het tegendeel is eerder het geval. Verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar of het zwaard worden aan de uitverkorenen van God in dit beheer van genade toebedeeld Rom.8:35.
De onwankelbare zekerheid echter dat God altijd vóór ons is, en dat niets ons kan scheiden van Zijn liefde, maakt dat we kunnen (ver)dragen wat Hij ons toebedeelt. Dat stelt ons ook in staat om te roemen in verdrukkingen, wat als kostbare vrucht volharding, beproefdheid en verwachting uitwerkt. Rom.5:3; 8:31-39
Ernst Prolingheuer
UR Duits 1999, jaargang 68, blz.27-35© Konkordanter Verlag, Birkenfeld
Vertaling: Marijke v.d. Wijngaarden