Gods gerechtigheid is niet simpel een gerechtigheid die zaken rechtzet nadat een en ander verkeerd ging. Het is een gerechtigheid die werkzaam is in al wat God doet. God is God; en daarom moet Hij plannen maken en die uitvoeren in harmonie met Zijn natuur. Zijn genade en liefde moeten juist niet minder zijn dan Zijn gerichten.
De gerechtigheid van God is Zijn gerechtigheid in de schepping, in de gebeurtenissen van de eonen, en in het completeren van Zijn plan. De bestaande neiging om Gods gerechtigheid uitsluitend toe te passen op Gods handelen in de gerichten, is onterecht. Het wekt bij ons de gedachte, dat er een conflict is tussen gerechtigheid en genade. In het ene geval (zo wordt gezegd) toont God Zijn gerechtigheid omdat de mens krijgt wat hij verdient. In het andere geval toont God Zijn liefde en genade door (onterecht?) Zijn gunstelingen te verlossen van wat zij rechtens verdienden.
Zelfs wanneer het offer van Christus erkend wordt als basis van Gods genade voor de gelovigen, lijkt iets scheef te zitten. Dan lijkt nog steeds de neiging te bestaan, bewust of onbewust, om dit los te zien van Gods gerechtigheid. Dit is zo, omdat men
in het algemeen leert, dat hoewel Christus voor allen stierf, slechts weinigen gered worden. Indien het kruis uiteindelijk niet voor allen ten goede is, wat dan? Indien de gunsten ervan alleen voor de gelovigen blijken te zijn (als doel in zichzelf), wat dan? Dan zal het geen zegen voor anderen betekenen en evenmin tot eer van God zijn. Want dan staat de gerechtigheid van God nog steeds ter discussie.
De waarheid is: zowel Gods genade als Zijn gerichten zijn middelen om tot Zijn doel te komen. Beiden zijn in overeenstemming met Zijn gerechtigheid. Er zijn veel middelen die God gebruikt om tot Zijn doel te komen. Zelfs wanneer die middelen voor ons niet juist lijken te zijn: ze zijn allemaal volkomen (te)recht. Maar wat is dan het bewijs dat dit zo is? Wij geloven dat God rechtvaardig is, maar hoe weten wij zeker dat niet alleen Zijn gerichten, maar ál Zijn werken zowel rechtvaardig als ten goede zijn?
De uitroep van Job
Of God nu wel of niet juist, rechtvaardig is in al wat Hij doet is een cruciaal onderwerp in de Schriften. Dit is een duidelijk centraal gegeven in het boek Job, dat wellicht één van de oudste boekrollen van Gods woord is. Wetend, dat zijn beproevingen niet uit zijn eigen falen voortkwamen, weigerde hij die ook aan de satan toe te schrijven. Job werd daarom tot God gedreven, om vragen over God te stellen.
Ik zal mijn Rechter om genade smeken …
want Hij vermorzelt mij door een storm, en maakt
mijn wonden talrijk, zonder reden. Job 9:15,17 hSV
Ik zal tegen Eloah1 zeggen: verklaar mij niet schuldig; laat mij weten waarover U mij ter verantwoording roept. Job 10:2 hSV
Het antwoord dat God gaf, was zeker overeenkomstig Jobs hoop. Het was de verzekering dat God alle dingen, groot en klein, bestuurt en leidt. Naar deze openbaring was Job op zoek. Toen dat antwoord eenmaal aan hem gegeven was, stopte Job met klagen, toonde ootmoedig berouw. Toch werd aan hem geen rechtvaardige basis gegeven voor wat God deed. En hier kunnen wij verder kijken dan Job. Thans, in deze huidige era, is ons niet alleen de verzekering gegeven dat God alles bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil. Efe.1:11 Wij mogen ook met de ogen van ons hart waarnemen, in geloof, dat er een rechtvaardige basis bestaat voor alles. God bewerkt alles rechtvaardig. En dit kan geverifieerd worden door het bewijs van het evangelie dat Christus stierf voor onze zonden en werd opgewekt op de derde dag. 1Kor.15:3,4
Natuurlijk, wij kunnen dit bewijs alleen door geloof zien. Alleen de gelovige kan dit waarderen en de vruchten ervan plukken: zekerheid en overwinning. In het geloof, dat Christus werkelijk, feitelijk stierf voor onze zonden en opgewekt werd om onze rechtvaardiging, hebben wij iets ontvangen wat Job niet kon hebben. Wij weten niet alleen dat God alle dingen doet. Wij weten echter ook, dat Hij alle dingen tot een rechtvaardige voleinding zal brengen door alles te kanaliseren via het kruis.
Gods gerechtigheid onthuld
Aan de apostel Paulus werden als eerste openbaringen gegeven die de diepten van God tonen. Daardoor wordt Zijn gerechtigheid onthuld als nooit tevoren. In het bijzonder in Romeinen wordt dit belangrijke onderwerp in een nieuwe, verbazingwekkend grote mate getoond. Ten eerste leren wij, dat de gerechtigheid van God de principiële openbaring van het evangelie is:
want daarin wordt gerechtigheid van God onthuld. Rom.1:17
Ten tweede schrijft Paulus, dat de ongerechtigheid van de mens Gods gerechtigheid aanbeveelt Rom.3:5 door middel van die tegenstelling. Vervolgens wordt de gedachte van Rom 1:17 voortgezet en verder ontwikkeld in Rom 3:21-28. (Dit is wellicht de belangrijkste uiteenzetting daarover in heel het Woord van God, dus zouden wij die goed bestuderen.) Ten slotte presenteert Paulus in het Israël-deel (Rom. 9-11) indirect de waarheid, dat Christus Zelf personificatie van en Sleutel tot de gerechtigheid van God is Rom.10:3,4; 1Kor.1:30.
Overal in Romeinen echter, en door al zijn brieven heen, richt hij onze aandacht op de grote waarde van deze waarheid. God doet alles op rechtvaardige wijze omdat Hij rechtvaardig is in ieder aspect van Zijn wezen. En het bewijs hiervoor is het kruis van Christus.
Romeinen is geschreven in onzekerheid, onrust. Paulus reisde voor de laatste keer naar Jeruzalem: Rom.15:25
gebonden in geest ….
niet waarnemend wat ik erin zal ontmoeten, meer dan dat heilige geest stad na stad, mij verzekert, dat gebondenheid
en verdrukkingen overblijven voor mij. Hand.20:22,23
Ook toen drukte zijn grote zorg voor Israël op hem:
waarheid spreek ik in Christus, ik lieg niet…
dat grote droefheid in mij is, en onophoudelijke pijn in mijn
hart…voor mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees Rom.9:1-3
Dit vormt deels de achtergrond voor deze overstijgende onthullingen van de gerechtigheid van God.
Prikkelende vragen
Job verlangde naar verzekering dat God alles bestuurt. En hij kreeg die zekerheid. Ook wij kunnen dat feit accepteren, want God bewerkt alles, en daarom is al wat gebeurt juist en terecht. Wij kunnen zelfs zulke ‘harde’ leringen als in het begin van Romeinen 3 en hoofdstuk 9-11 gemeld, aanvaarden. De mislukkingen, het falen van de mens laat des te sterker de gerechtigheid van God stralen. De ongerechtigheid van de mens beveelt de gerechtigheid van God aan. Rom.3:3-5 God is barmhartig over wie Hij wil, ook Hij verhardt echter wie Hij wil. Rom.9:18 Net als Job kunnen wij enigszins tevreden zijn en opgelucht omdat wij weten dat God dit alles doet. Maar kunnen wij ook zo tevreden zijn als wij dit onderwerp zo zien? Paulus niet. Hij brengt vrijmoedig meer vragen naar voren die achter de onthullingen van Gods weg met Job schuilen. Vragen, die ook tot achter Zijn handelen met de aartsvaders en de natie Israël reiken:
indien echter de waarheid van God overvloeit
in mijn leugen, tot Zijn heerlijkheid, waarom
word ook ík nog als zondaar gericht? Rom.3:7
Ja, God is recht(vaardig) in wat Hij doet, maar wat te zeggen over wat ons overkomt? God zegt:
Jakob heb Ik lief, Esau echter haat Ik;
wat zullen wij dan uitspreken? Toch niet,
dat er onrechtvaardigheid bij God is? Rom.9:13,14
Er is geen ongerechtigheid in God, maar zowel Jakob als Esau hebben geleden. En inderdaad, aan het einde had Jakob zelfs meer geleden dan Esau.
De traditie vertelt ons, dat deze pijnlijke vragen van Romeinen 3 en 9 beantwoord worden met een afwijzing:
Moge dat niet gebeuren! Rom.3:6
O mens! Voorzeker, wie ben jíj die tegenantwoord
geeft aan God? Het geknede zal toch niet uitspreken
tegen de Vormer: “Waarom maak jij mij zo?” Rom.9:20
Maar dit zijn alleen maar uitbreidingen van het dilemma. Ze lossen het probleem niet op, maar schuiven dat vooruit. Het echte antwoord klinkt in het evangelie dat de gerechtigheid van God toont. Daarom is het antwoord op Romeinen 3:5-8 te lezen in Rom 3:21-28. En Romeinen 9:14-19 wordt naar volle tevredenheid beantwoord in Rom 11:32-36.
Het evangelie
Op een of andere manier hebben we steeds het belang van de onthulling van de gerechtigheid van God in het evangelie onderschat. We zijn geneigd te denken, dat Romeinen 3:21 spreekt van een gerechtigheid die van God af naar ons toe komt. En inderdaad, daar wordt gesproken van een gerechtigheid die God ons toerekent. Maar het belangrijkste is hier in Romeinen 3:20-28: Het is Gods eigen gerechtigheid die aan ons getoond wordt. Is die te zien, zelfs wanneer de mens lijdt, zelfs waar God onder ons uitkiest voor diverse doeleinden? En dat waar God heerlijkheid ontvangt, zelfs door de ongerechtigheid en het falen van de mens? Wij worden ertoe gebracht om ongemakkelijke vragen onder ogen te zien. Net zoals Job ertoe gebracht werd diepgaande problemen onder ogen te zien.
Het is van belang dat wij zulke vragen overwegen. En het is dubbel zo belangrijk, dat wij bereid zijn naar Gods antwoord te luisteren:
thans echter is, los van wet gerechtigheid van God openbaar geworden Rom.3:21
Het geloof van Jezus Christus maakt het voor ons mogelijk de gerechtigheid van God te zien! Alles is uit God, en door Hem en tot Hem, en het wordt alles gekanaliseerd door het volbrachte werk van Christus op het kruis van Golgotha! God is rechtvaardig als Schepper, Plaatser en Beschikker, omdat Hij een rechtvaardig en heerlijk doel voor allen bereikt, door de vrijkoping in Christus Jezus.
Merk op, dat het evangelie niet begint met een onthulling van Gods gunst voor ons, de gelovigen. Maar in plaats daarvan met een onthulling van de gerechtigheid van God. Het tweede punt van het evangelie, net zo, gaat niet direct over ons, maar over Christus:
echter, een gerechtigheid van God door het geloof van Jezus Christus Rom.3:22
Hier hebben wij meer dan een verzekering dat God rechtvaardig is. De woorden zijn daadwerkelijk in daden omgezet. Door Zijn Zoon heeft God een werk tot stand gebracht, dat een kanaal wordt tot rechtvaardiging van al Zijn schepselen. Zodra wij de boodschap accepteren, dat het geloof van Jezus Christus, Zijn dood voor ons, de weg opent naar volkomen rechtvaardiging en verheerlijking, dan kunnen wij de gerechtigheid van God zien.
Dus (en wij zien nu het derde punt van het evangelie) is het voor allen Rom3:22. Hoe tragisch is het, dat schrijvers en geleerden geen onderscheid konden maken tussen het voor allen en op allen. Zij neigden de woorden op allen te schrappen uit de tekst. Dit leidde ertoe, dat mensen het evangelie schade toebrachten – vanaf de eerste woorden. Zij veranderden de volgende zinsdelen:
een gerechtigheid van God werd: een gerechtigheid vanaf God
het geloof van Jezus Christus werd: het geloof in Jezus Christus
voor allen en op allen die geloven werd: voor allen die geloven
Gods gerechtigheid is voor allen! Het is op allen, die geloven! Het is bedoeld voor en zal deel zijn van allen; in deze tijd wordt het toegepast op ons, de gelovigen.
Het geloof van Christus is het kanaal waardoor deze hoogste en volste manifestatie (openbaring) van Gods gerechtigheid tot stand gebracht wordt. Een verder getuigenis van dit feit is in Romeinen 3:23 en 24 gegeven. In de Griekse tekst van dit stukje zien wij geen aanwijzing tot onderbreking of iets dergelijks. Leestekens ontbreken sowieso. Vers 24 begint met woorden, die verbonden moeten worden met de verzen 23 en 27 om de volledige gedachte weer te geven. Wij kunnen dit zo lezen:
want er is geen onderscheid, want allen zondigden
en missen de heerlijkheid van God, gerechtvaardigd
zijnde om niet in Zijn genade, door de vrijkoping
die in Christus Jezus is
Het zijn hier niet alleen grammaticale overwegingen, maar meer van belang is de gedachtegang die tot deze conclusie leidt.
Er is een verschil tussen de gelovigen en de ongelovigen. De gelovige weet, dat Gods gerechtigheid aan hem is toegerekend. Maar er is geen verschil als het gaat om het feit, dat wij allen zondaars zijn. En dat geldt ook voor het feit, dat onze rechtvaardiging om niet moet zijn en tot ons komt door de vrijkoping die in Christus Jezus is. En zo zal die uiteindelijk allen bereiken.
Voorbijgaan
God ging in het verleden voorbij aan de gevolgen (oordeel, gericht) van de zonden van Israël. Dit geschiedde tevoren in de
verdraagzaamheid van God Rom.3:25 Was dat terecht? Niet in zichzelf, maar als dat inderdaad gebaseerd was op het geloof van Jezus Christus, en dat was het, dan handelde God op juiste wijze. Hij gebruikte dit om het werk van Christus te typeren als een offer voor zonde. En het was een voorbereiding voor Israël wat betreft hun plaats in het komende koninkrijk. Dé basis van het Pascha (Pèsach) was het bloed van Christus. Al wat God deed en doet heeft dit als rotsvast fundament.
Gods gerechtigheid wordt nu getoond, opdat ieder dat in geloof duidelijk kan zien. Hoe dankbaar kunnen wij zijn dat wij leven ‘in deze huidige era’. Wij neigen ernaar om alleen met vleselijke ogen te kijken; wij zien onze problemen, moeilijkheden en frustraties. Maar Gods gerechtigheid wordt getoond of bewezen (‘tot bewijs van’ – Rom.3:25,26) voor het oog van het geloof, dat kan zien. Denken wij dat Paulus leefde in ‘de goede oude tijd’? Het Romeinse rijk was verre van aangenaam. De problemen en de druk van het leven waren toen beslist niet minder dan zoals wij die ervaren. In feite was het voor Paulus absoluut geen makkelijke tijd, zeker niet toen hij Romeinen schreef.
Mogen wij ook de gunst van het geloven ontvangen in wat Christus heeft gedaan, en ons geloof en vertrouwen stellen in Hem, Die onze Verlossing en Gerechtigheid is. Want zo kunnen wij beter en nauwkeuriger zien hoe groot het bewijs van Gods gerechtigheid in het evangelie naar voren komt. Van de aanvang af was deze gerechtigheid werkzaam. Het was werkzaam in het voorbijgaan aan de gevolgen (gerichten) van de zonden van Israël. Het was ook werkzaam toen Paulus naar Jeruzalem reisde en in gevangenschap terechtkwam. Het is ook nu werkzaam wanneer wij lichamelijk ziek zijn en ons denken bedrukt is door alle problemen. Het zal werkzaam blijven totdat God alles in allen is. Niets kan de voorgenomen loop van Gods gerechtigheid tot aan de voleinding tegenhouden. Want dat is gebaseerd op het werk en het geloof van Christus. En mogen wij dan meer en meer God verheerlijken om Zijn grote gerechtigheid.
Dean Hough, Unsearchable Riches, LXX, blz.89-96
© Concordant Publishing Concern
Vertaling: Date Gorter