Het licht dat schijnt

2Corintiers 4:3-6

In de natuur laat het licht de duisternis verdwijnen en zien wij dat licht alles zichtbaar maakt wat wij in het nachtelijk duister niet konden zien. Licht laat ons de wereld om ons heen zien. Dit licht komt van buitenaf, het felst van de zon. Het gebeurt bij het aanbreken van de dag, wanneer de zon opkomt. Het tekstgedeelte uit 2Corintiers 4:3-6 beschrijft echter dat er ook licht is van binnenuit, dat ons de geestelijke dingen laat zien. Daardoor zien wij ook de duisternis, die buiten in de wereld is, in een ander licht. Het is dus enigszins tegengesteld aan de manier zoals het in de natuur werkt. Onze natuurlijke ogen zien voorwerpen wanneer het licht dat van buiten komt deze beschijnt. Onze geestelijke ‘ogen’ zien door het licht dat in ons innerlijk schijnt hoe duister het buiten is. God geeft ons verlichte ogen van het hart, om te zien wat de verwachting van Zijn roeping is, en wat de rijkdom van Zijn lotgenieting (onze heerlijke verwachting) is te midden van de heiligen en wat de overstijgende grootte van Zijn kracht is, voor ons die geloven. 1  Dit is een prachtige manier om te beschrijven wat er in ons innerlijk plaatsvindt. Ons letterlijke hart, dat het bloed door ons lichaam heen stuwt, is in de binnenkant van ons lichaam geplaatst. Het wordt hier als beeld gebruikt voor ons denken en onze overleggingen, die in ons innerlijk plaatsvinden. Wanneer ons denken geestelijk wordt verlicht, gaan wij geestelijke waarheden zien, die wij tevoren niet kenden, omdat zij in het duister waren gebleven. Wij hebben ‘verlichte ogen van ons hart’ ontvangen, wanneer die geestelijke duisternis verdwijnt door innerlijk licht. Hierover gaat deze overdenking uit 2Corintiers 4:3-6, zoals dat vertaald is in een concordante proeve van vertalen:

Indien nu ons evangelie ook is bedekt, is het bedekt in hen die omkomen, in wie de god van deze eon de gedachten blind gemaakt heeft van de ongelovigen, zodat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het Beeld is van de onzichtbare God, hen niet bestraalt.
Want wij verkondigen niet onszelf, maar Christus Jezus, de Heer, onszelf echter als jullie slaven vanwege Jezus, dat de God die spreekt: ‘Uit duisternis zal licht stralen’ het is Die straalt  in onze harten, voor  de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.
Eig.Vert.
(2Kor 4:3-6 – proeve van NCV)

In dit tekstgedeelte gaat het over gedachten die blind gemaakt zijn. Gewone blindheid maakt dat onze ogen niet meer kunnen zien. Hier is het beeld duidelijk, dat het ontbreekt aan verlichte ogen van het hart; de blindheid van gedachten maakt dat het geestelijke licht in ons innerlijk ontbreekt, zodat wij niets kunnen overdenken wat te maken heeft met geestelijke en goddelijke heerlijkheid en dat wij ook niet scherp waarnemen hoe duister het geworden is in de wereld om ons heen.
In dit tekstgedeelte wordt onder andere gesproken over:

  • de lichtglans van het evangelie
  • de heerlijkheid van Christus
  • de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God
  • ‘in het aangezicht van Jezus Christus’

Over deze facetten gaat het in het eerste gedeelte van deze overdenking.

De lichtglans van het evangelie
Wanneer het ons in ons dagelijks leven ontbreekt aan vrede en vrijheid, voelen wij ons terneergeslagen. Wij kunnen dan onder druk komen te staan van omstandigheden die ons onrustig maken en machteloos. Dat kan, wanneer we jonger zijn, op school gebeuren als we het gevoel of de ervaring hebben er niet bij te horen. Het kan ook op ons werk gebeuren of misschien juist ook wanneer wij werkeloos zijn. Wanneer er omstandigheden zijn die stress veroorzaken, zoals collega’s die achter onze rug om proberen onze positie in gevaar te brengen door roddel of onwaarheden te verkondigen. Of juist stress omdat wij ons aan de zijkant voelen staan van de samenleving, juist wanneer we zonder werk zitten, dan vliegen de muren op ons af en verlangen wij ernaar om in het arbeidsproces opgenomen te worden. Wij hebben in zulke omstandigheden soms, of misschien wel vaak of voortdurend, niet de innerlijke vrede waar we naar verlangen of die wij zelfs hard nodig hebben om gezond te blijven en vriendschap te ervaren of te delen. Wanneer wij geen vrijheid beleven, maar steeds weer kampen met iets ‘moeten’ of wanneer wij ons zelf onder druk zetten vanwege allerlei ‘losse en onafgemaakte eindjes’, kunnen wij de ervaring van vrijheid en vrede verliezen. Wat bij veel gelovigen ook kan spelen is, dat zij een voortdurend gevoel van tekortschieten ervaren, waaronder zij gebukt gaan. Dit komt heel vaak voor wanneer de wet van Mozes, de tien woorden, als uitgangspunt van geloof wordt gezien. Misschien vraag jij (of u) je af wat dat nu te maken heeft met de lichtglans van het evangelie. ALLES, zou ik willen zeggen. Want licht verdrijft de duisternis. Mislukking slaat ons terneer en het wordt dan duister in ons innerlijk. De lichtglans van het evangelie bestaat juist hieruit dat er niets meer mislukt of kan mislukken. Laten wij hier eens dieper met elkaar op ingaan, met betrekking tot ons geloof en het vergelijken met de wet van Mozes. Bij de apostel Paulus begon het licht te schijnen nadat God hem duidelijk gemaakt had wat échte genade inhield. Als dat al niet bekend was bij iemand zoals Paulus, vroeger Saul genaamd, die aan de voeten van Gamaliël les gekregen had over de wet en de Psalmen en Profeten, hoeveel te meer zou die échte genade bij ons onbekend zijn gebleven. De ervaring van Paulus was, dat wanneer hij het goede wenste te doen het kwade hem nabij stond. 2 Uiteindelijk liet God hem ontdekken dat het genade was die hem uit de mentale en geestelijke effecten van het stervensproces tilde. 3 Genade is meer dan vergeving van schuld. Vergeving van schuld verandert alleen iets in de omstandigheden waarin je leeft. Genade plaatst je in een volkomen andere omgeving en verandert je manier van denken en daardoor ook je manier van leven. Genade geeft je geloofsleven nieuwe glans en daarmee ook de manier waarop je in het leven kan staan.

Het tweede aspect dat in de tekst voorkwam was:
De heerlijkheid van Christus.

zodat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het Beeld is van de onzichtbare God, hen niet bestraalt.

Van de heerlijkheid van Christus waarvan hier sprake is, zagen de mensen tijdens Zijn wandel op aarde alleen zo nu en dan een glimp. Toen de Heer onder Zijn volksgenoten was en sprak over het komende Koninkrijk van God, dat vanuit de hemel op de aarde zou komen, wandelde Hij in een lichaam van vernedering. Hij kwam als mens, geboren uit de maagd Maria en verwekt door de geest van de Allerhoogste, naar ons toe. De apostel Paulus verwoordt het als volgt:

…Want wat onmogelijk was voor de wet, waarin het zwak was door het vlees, deed God: – in het zenden van zijn eigen Zoon in de gelijkenis van het vlees van zonde en aangaande zonde – Hij veroordeelt de zonde in het vlees… Eig.Vert.
(Rom 8:3 – proeve van NCV)

Dit vers uit Romeinen 8 vers 3 is heel precies. Hij werd gezonden in de gelijkenis van het vlees van zonde. Niet in het vlees van de zonde. Ook niet in de gelijkenis van het vlees. Hij was werkelijk in het vlees, maar de zonde was niet aanwezig. Jezus was een echt mens en geen ‘net alsof’ mens, die een soort geest of geestverschijning was, maar dan vermomd als mens. Het mag duidelijk zijn dat dit niet de uiterlijke heerlijkheid was waar de mensen uit Zijn tijd met open mond van verbazing achteraan liepen. Uit Zijn woorden en daden was op te maken dat Zijn heerlijkheid aanwezig was, maar nog verborgen en bedekt. Niemand sprak de woorden die Hij sprak, niemand deed genezingen die Hij deed en niemand wekte doden op zoals Hij gedaan had. Hij deed tekenen en wonderen die behoorden bij het komende Koninkrijk en dat was het waardoor de mensen Hem volgden. Nieuwsgierigheid, verbazing en Zijn hulp trokken mensen aan. De meesten zagen Hem niet als hun Messias en Koning, die komen zou. Toen Jezus aan zijn discipelen vroeg, wie zeggen de mensen dat Ik ben, kwamen er heel andere antwoorden: ‘Johannes de Doper, Elia, één of andere profeet uit vroegere tijden die weer is opgestaan’. Daarna sprak Hij over lijden, verwerping en gedood worden en op de derde dag opgewekt worden. 4
De heerlijkheid die Hij had in de Gestalte Gods zijnde, voordat Hij mens werd, heeft Hij afgelegd. Hij heeft Zich daarvan leeg gemaakt om mens te worden. Hij nam de vorm aan van een slaaf en in de gelijkenis van de mens geworden, werd Hij gehoorzaam tot aan de dood; ja de dood van het kruis. 5 Er was heerlijkheid, maar niet als mens op aarde toen Hij onderweg was naar een smadelijke, schandelijke en smartelijke dood. De heerlijkheid waarvan het gedeelte uit 2Corintiers 4:6 spreekt kwam pas nà het kruis. Daar verwijst de tekst naar als er staat: het evangelie van de heerlijkheid van Christus, … Het is werkelijk evangelie, blijde boodschap, goed bericht wanneer wij ons bewust worden, dat Hij verheerlijkt is en dat wij zullen delen in Zijn heerlijkheid!
Er is een verschil tussen de heerlijkheid die Hem toebehoorde toen Hij in de gestalte Gods was, voordat Hij mens werd 6 en de heerlijkheid die Hij nu bezit aan de rechterhand van Zijn God, de Vader van de heerlijkheid. Het grootste verschil is dat Hij deze heerlijkheid nu bezit als MENS! Hij is de Mens Christus Jezus, de Middelaar tussen God en mensen. 7 Talrijk zijn de beloften van God voor ons die er naar verwijzen dat ook aan ons deze heerlijkheid ten deel zal vallen. Ik zal een kleine greep doen uit het grote aantal uitspraken van de Schrift hierover en deze op een rijtje zetten, zodat wij weten waarover het ‘evangelie van de heerlijkheid van Christus’ werkelijk gaat en dat wij aan die heerlijkheid deel zullen hebben. Laten wij er wel van uit gaan dat Christus het Beeld is van de onzichtbare God zoals in ons tekstgedeelte ook wordt geschreven: het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het Beeld is van de onzichtbare God8 . Hieronder een aantal teksten:

4. Lucas 9:18-22; 5. vergelijk Filippenzen 2:5-8; 6. vergelijk Efeziers 1:7-23 7. 1Timoteus 2:5 8. Vergelijk ook Kolossenzen 1:15

in overeenstemming met het voornemen, 29 dat wie Hij tevoren kende, Hij ook tevoren bestemt om gelijkvormig te worden aan het beeld van Zijn Zoon, om Hem te doen zijn de eerstgeborene onder vele broeders. (Rom. 8:29)

Hoewel er nog veel meer teksten te vinden zijn over de heerlijkheid die Hij nu bezit en waarin wij zullen delen, is het niet mijn bedoeling iemand te overtuigen door een veelheid van teksten op hem of haar af te vuren. Geloof overtuigt en geeft inzicht omdat gelovigen verzegeld zijn met Gods geest, de heilige, zoals in één van bovengenoemde Schriftplaatsen al werd gezegd. Heerlijkheid heeft te maken met Licht en daarover gaat het derde aspect van 2Corintiers 4:3-6

De lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God
Uit het vergelijken van tegenstellingen, komt de betekenis van woorden of begrippen vaak het best naar voren. Zo ook met het begrip licht of lichtglans. Kennis van de heerlijkheid van God verspreidt een lichtglans. De tegenstelling hiervan is duisternis. Over duisternis met betrekking tot kennis vinden we ondermeer de volgende tekst: ‘Want God kennende, verheerlijken of danken zij Hem niet, maar in hun overlegging werden zij nutteloos gemaakt en hun onverstandige hart werd verduisterd’. 9

Het gaat hier over Gods houding tegen oneerbiedigheid en onrecht van de mensheid, die de waarheid niet wil erkennen, hoewel zij het kunnen weten. Ook Israël overkwam deze duisternis terwijl zij hun best deden om uit eigen kracht en vermogen rechtvaardig te zijn voor God. Gerechtigheid van God valt hen en ook ons alleen ten deel door geloof en dat ook nog als een geschenk in genade, zonder enig werk van menselijke inspanning of uit eigen kracht. Dan zegt de tekst van Romeinen 11:8-10 :

net als het staat geschreven: ‘God geeft hun een geest van verdoving, ogen die het niet zien en oren die het niet horen tot de huidige dag. Eig.Vert.
(Rom 11:8 – proeve van NCV)

En vervolgens in vers 10:

Verduisterd zijn hun ogen die het niet zien en hun rug buigt voortdurend samen’. Eig.Vert.
(Rom 11:10 – proeve van NCV)

Over de gevolgen van deze mentale en geestelijke duisternis schrijft de apostel Paulus:

Duisternis in het denken, in de geest en in het hart, waarin de overleggingen in ons innerlijk plaatsvinden, hebben grote gevolgen. Deze duisternis veroorzaakt afgestomptheid, onwetendheid, vervreemding en vijandschap tegen God en leidt meer dan eens tot een losbandig leven en hebzucht. De tegenstelling van leven in deze duisternis is leven in het licht. Gelovigen worden ‘kinderen van het licht’ genoemd:

8 … Wandelt als kinderen van het licht 9want de vrucht van het licht bestaat in alle goedheid en gerechtigheid en waarheid10 toetsend wat de Heer welgevallig is. NCV
(Efe 5:8-10 – NCV)

Licht onthult wat in duisternis is, zowel letterlijk, zoals dat in de natuur gebeurt als in de beeldspraak over ons denken, onze geest en onze gevoelens. De nacht is normaal gesproken ook de tijd dat wij slapen. De dag begint wanneer de zon opkomt. Dit natuurlijke feit wordt gebruikt in de volgende beeldspraak:

14 Daarom zegt Hij: Ontwaak, jij die dommelt, en sta op uit de doden en Christus zal over je opgaan. NCV
(Efe 5:14 – NCV)

De nacht, waarin wij slapen wordt vergeleken met de dood en wanneer wij wakker worden als de dag begint en zon opgaat, wordt Christus vergeleken met zon die het licht in ons ontsteekt, waardoor wij ook kinderen van het licht zijn geworden.

Tenslotte nog een ander beeld, waarin duisternis in tegenstelling staat met liefde!

Hieruit kunnen we twee dingen opmaken, namelijk dat de tegenstelling van duisternis wat normaal gesproken het licht is, heel nauw verbonden is met liefde. Tevens zegt het ons dat in duisternis geen werkelijke liefde bestaat.

Uit de teksten die wij zo met elkaar over duisternis en licht hebben gelezen kunnen wij opmaken wat de lichtglans van de kennis van Gods heerlijkheid inhoudt:

Ons leven wordt pas zinvol, wanneer ons innerlijk wordt verlicht en de nutteloosheid van onze overleggingen verdwijnt.

  • Dankbaarheid en verheerlijking van God zijn hiervan het gevolg.
  • De ervaring van verdoofd zijn verdwijnt en het wordt helder in onze geest.
  • Wij ontvangen inzicht over Gods plannen, Gods heerlijkheid en almacht én liefde.
  • Omdat wij kinderen van het licht te zijn, wordt ook onze wandel veranderd van onbehagelijk voor God tot welbehaaglijk voor God

Nu wij met elkaar hebben nagedacht over licht en lichtglans staan wij nog stil bij de betekenis van Gods heerlijkheid. Heerlijkheid is iets dat op ons heel gunstig overkomt en een geweldige indruk maakt op onze gevoelens en gedachten. Heerlijk eten bijvoorbeeld heeft een dergelijk effect of een geweldige overwinning of een fantastisch mooi natuurverschijnsel. Gods heerlijkheid komt tot uitdrukking in de schepping, zowel aardse als hemelse pracht die nog maar een uitdrukking zijn van Zijn onwaarneembare kracht en goddelijkheid. 10  Hoofdstuk één van de brief aan de Efeziërs noemt het begrip heerlijkheid in de volgende uitspraken:

  • tot lofprijs van de heerlijkheid van Zijn genade
  • opdat wij zouden zijn tot lofprijs van Zijn heerlijkheid
  • de vrijkoping van wat Hij verkregen heeft voor ons, wat tot lofprijs is van Zijn heerlijkheid
  • de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid
  • om te zien wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn lotgenieting
10. Vergelijk Romeinen 1:20

Deze tekstplaatsen worden omgeven door uitspraken over onze smetteloosheid, Zijn liefde voor ons, het welbehagen van Zijn wil, de rijkdom van Zijn genade en om alles te culmineren in Christus, wat op de aarde en wat in de hemelen is. Verder wordt er nog gesproken over de overstijgende grootte van Zijn kracht en de werkzaamheid van de macht van Zijn sterkte. Over de opwekking van Christus uit de doden en Hem de plaats geven boven alle hemelse machten en boven iedere naam die ooit genoemd wordt. Over alles aan Christus te onderschikken en ons te verbinden met Hem als Hoofd boven alles. Het duizelt ons wanneer wij over al deze dingen nadenken maar het verdiept ons geestelijk leven intens, wanneer wij tot het inzicht zouden komen dat dit alles te maken heeft met Zijn heerlijkheid.

In het aangezicht van Jezus Christus
Dit is het laatste aspect in dit artikel om te overdenken. Zelf vond ik het best moeilijk om te begrijpen wat dit nu betekende. Letterlijk kan dit niet bedoeld zijn, omdat wij de verheerlijkte Heer nu niet kunnen waarnemen met onze vijf zintuigen. Het is net zoals we eerder al ontdekten in ons innerlijk. Het is geestelijk licht dat de duisternis die in ons was laat verdwijnen. Gods heerlijkheid wordt zichtbaar gemaakt in Zijn Christus. De Zoon van Zijn liefde, de Eerstgeboren van heel de schepping, in Wie Hij alles laat culmineren zowel alles wat in de hemelen is, als alles wat op de aarde is. 11 In Hem wordt alles tot voltooiing en heerlijkheid gebracht. Wanneer het geweldige moment aanbreekt van onze ontmoeting met Hem in de lucht in heerlijkheid, dan zullen onze vernieuwde zintuigen Hem letterlijk zien. Dan zullen wij de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus zien en ervaren. Nu nog geeft God het als de kennis van de heerlijkheid van God. Zijn geest van de belofte, de heilige, die in ons is, waarmee wij ook verzegeld zijn, wij die geloven, werkt in ons. Het gebed dat de apostel voor ons bidt zegt: ‘dat jullie vervuld worden met de erkenning van Zijn wil in alle wijsheid en geestelijk inzicht … groeiend in de erkenning van God. 12 Wanneer die erkenning groeit, dan ook groeit de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus in ons innerlijk, dan zoeken wij wat boven is, waar Christus is, dan zijn wij bedacht op wat boven is, niet op wat op de aarde is …en ons leven is verborgen met Christus in God. 13 Deze laatste aanbeveling van de apostel, om de dingen te zoeken die boven zijn en bedacht te zijn op wat boven is, geeft die vervulling in de erkenning van Zijn wil en de groei in de erkenning van God. Mag ik jullie, die dit lezen, in navolging van de apostel aanbevelen dit gebed na te bidden met heel je hart. Zoek een paar keer wat momenten van rust en afzondering in je hectische of juist eenzame bestaan, om de teksten die vermeld staan in de voetnoten ook werkelijk op te zoeken en biddend te overdenken, dan geeft God de groei in de erkenning, dat is de bewustwording, van Hem.

In een tweede artikel gaan we het hebben over ‘het licht dat verdwijnt’, wat gebaseerd is op 2Corintiers 3:7-11.

Gijs Bernouw

Verwante onderwerpen:

licht
heerlijkheid
Deel met anderen