Dit derde tijdperk, de boze eon

Eonen
Het Nederlandse woord ‘eon’ (Grieks: aiōnαιων) dat in de vroege kerkgeschiedenis een heel normaal bijbels woord was, is in de latere Latijnse vertaling (Vulgata) uit beeld verdwenen. Daardoor werd in latere vertalingen het woord ‘eon’, dat een tijdperk met een begin en een einde is, vertaald met het begrip eeuwigheid. Zo werd een bepaald tijdperk met een begin en een einde vervangen door een altijd durende periode, zonder begin of einde. Iets dat tijdelijk was in de oudste geschriften, werd door deze verschuiving in altijddurend veranderd. Dat had grote gevolgen. Iets dat tijdelijk verloren gaat, was ineens voor altijd verloren. Iets dat tijdelijk bestond, bestond ineens voor altijd.

Wat een verwarring heeft dit veroorzaakt in het begrijpen van Gods Woord. Het heeft onbekendheid gebracht over het handelen van God met Zijn schepping en Zijn schepselen. Het Hebreeuwse woord voor eon, ‘olam’, heeft de betekenis in zich van donkerte of onbekendheid, omdat het een heel lang tijdperk beslaat waarvan tijdens een mensenleven het begin, de bedoeling en het einde grotendeels verborgen blijven. Voor ons bevattingsvermogen blijft het onbekend. Hoe donker moet dan het begrip ‘eeuwigheid’ niet zijn? God heeft bekend gemaakt in Zijn woord, dat Hij een voornemen of plan heeft waarin Hij in vijf tijdperken, de vijf eonen, alles van het begin tot de voltooiing van dit plan onder controle heeft. Hoe onbegrijpelijk wordt dit gemaakt wanneer het voornemen van de eonen dan wordt veranderd in een ‘eeuwig voornemen’, wat dit ook zou mogen betekenen. 

In één van de vorige uitgaven van de UR is de betekenis van eon, eonen en eonen van de eonen al uitgebreid aan de orde geweest. Daarin werd uitgelegd dat er vijf eonen te vinden zijn in Gods woord. De eerste eon ging vooraf aan het ‘scheppingsverhaal’ uit Genesis 1:3. In vers twee werd namelijk gezegd: ‘de aarde nu werd een chaos en leeg en duisternis was over de oppervlakte van de diepte’. Dat was de afsluiting van de eerste eon, die begonnen was toen God bekend maakte:’in begin schiep God de hemelen. en de aarde’. De tweede eon begint met het verschijnen van licht (vers 3) en werd afgesloten met het gericht ten tijde van Noach, toen God hem zei dat Hij een watervloed over de aarde zou brengen die alles zou overstromen en al wat de geest van leven in zich heeft zou vernietigen. Noach en zijn gezin bleven over toen God hen spaarde in de ark die Noach in Zijn opdracht moest bouwen. Met de belofte en het verbond dat God met Noach sloot en het teken van de boog in de wolken, begon de derde eon, het tijdperk waarin wij ons nu nog steeds bevinden.

Dit derde tijdperk
De titel, ‘dit derde tijdperk’, klinkt misschien een beetje mysterieus en voor veel gelovigen is het dat ook. Over dit derde tijdperk wil ik eens met u nadenken, omdat het een dieptepunt toont in de relatie van de mens met God en een hoogtepunt van Gods liefde voor de mens. 

Toen Noach de aarde zag en de hemel bekeek, na het wegtrekken van het water, moet hij zich verbaasd hebben over de grote veranderingen die de watervloed teweeg gebracht had. Allereerst zag de hemel er heel anders uit. Het watergewelf, dat zich in de hemel had bevonden, was ingestort en op de aarde terechtgekomen, wat een groot deel van de watervloed had veroorzaakt. Er was een prachtige kleurige boog in de wolken te zien in plaats van het hoge watergewelf. Het oppervlak van de aarde was sterk veranderd door de kracht van het stijgende en weer wegtrekkende water. 

De mensen die na de vloed leefden begonnen zich opnieuw te verheffen en bouwden een stad en een toren die tot in de hemelen moest reiken om voor zichzelf een naam te maken. Zij wilden zich niet over de gehele aarde verspreiden. Dit was verzet van de mens tegen God, want Zijn opdracht aan Noach en zijn zonen was dat zij vruchtbaar zouden zijn en zouden toenemen en de aarde vullen en haar onderwerpen. God verspreidde hen dan ook over de oppervlakte van de hele aarde door hun talen uiteen te laten vallen. De bouw van de stad en de toren werd gestaakt toen God hen verspreidde. De stad heet Babel met als betekenis het uiteenvallen (desintegreren) van de talen. 

De stad Babel zal in deze derde eon nog een belangrijke rol spelen vanwege de macht die zich daarin samenbalt in de wereldgeschiedenis gedurende dit tijdperk. Alle voorgaande wereldrijken hebben Babel als hoofdstad gehad en ook tijdens het laatste kortdurende toekomstige wereldrijk zal dit zo zijn. Het einde van dat rijk en deze stad is de volledige vernietiging ervan met alle wereldse rijkdommen en de afgoderij die er in plaats zullen vinden. Het is opmerkelijk dat deze derde eon begint met de opkomst van Babel en eindigt met zijn vernietiging. Het is kenmerkend dat dit derde tijdperk wordt omschreven in de Schrift als ‘de huidige boze eon’. Gal.1:4 Het karakter van dit tijdperk is boosaardig. Wanneer wij hierover willen nadenken, helpt het om een aantal gebeurtenissen en accenten op een rijtje te zetten, waardoor hierover geen onduidelijkheid bestaat.

  • Het verzet tegen Gods wil, dat werd getoond in de bouw van de stad Babel en haar toren. Dit verzet tegen God groeit nog steeds. 
  • Vijandschap tegen God is prominent aanwezig.
  • De wetteloosheid is groeiend en het geheimenis van de wetteloosheid is al in werking.
  • De tijd van de boosheid tijdens Noach komt terug. 
  • Het uitgekozen volk, Israël, verwerpt de Messias. 
  • Onrecht wint het van recht.
  • Joden eisen de kruisiging van de Rechtvaardige, de Zoon van God.
  • Waarheid wordt ondergehouden in de leugen.
  • De wetteloze komt aan de macht.

Alhoewel dit nog maar een beperkte opsomming is, toont het voldoende aan dat de omschrijving van dit tijdperk terecht boosaardig kan worden genoemd. Mocht u menen dat het heus wel meevalt, dan zou het kunnen zijn dat de ontwikkelingen in de wereld en de uitspraken van de Schrift, die daaraan parallel lopen, u niet helemaal duidelijk voor ogen staan. Het meeste gebeurt immers in de duisternis en vaak op de achtergrond. Het wordt niet voor niets een geheimenis genoemd in de Schrift. ‘Het geheimenis van de wetteloosheid’. 2Thess 2:7 Toch zijn de resultaten al heel goed waar te nemen. God ervaart de vijandschap van de mensheid tegen Hem en laat de apostel schrijven dat er niemand rechtvaardig is, zelfs niet één Rom.3:10. Wanneer het God niet welgevallig was geweest om gelovigen hieruit te bevrijden, dan waren ook wij, die nu geroepen gelovigen zijn, net als alle mensen in de totale geestelijke duisternis gevangen. Toen wij nog vijanden waren, werden wij tot God verzoend door de dood van Zijn Zoon. De brief aan de Kolossenzen beschrijft in duidelijke woorden hoe onze God en Vader ons uit de geestelijke duisternis heeft bevrijd: 

Zullen wij bovengenoemde punten eens stuk voor stuk overdenken?

Vijandschap tegen God.

Vijandschap, duisternis en wetteloosheid zijn kenmerken van de huidige samenleving. Toen de Heer Jezus op aarde was om het koninkrijk der hemelen aan Zijn volk Israël bekend te maken en Hij op punt stond om het aangename jaar des Heren te prediken, vertelt Hij aan de overpriesters en de oudsten van het volk de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters Matth.21:33. Hierin wordt verteld dat de pachters weigerden om de afgesproken pacht van de wijngaard te betalen. De slaven die hierom kwamen, werden gegeseld, gedood en gestenigd. Nog meer slaven kwamen en werden eveneens zo behandeld. Tenslotte kwam de zoon van de eigenaar, die ook niet werd gerespecteerd en de pachters overlegden onderling of ze hem zouden doden om zodoende zijn erfenis te stelen. En zo deden zij met hem. 

Met het citaat dat de steen die door de bouwers werd afgekeurd, juist tot hoofd van de hoek werd, verwijst Jezus profetisch naar de toekomst, wanneer Hij zegt: ‘Ik zeg u dat het Koninkrijk van God van u zal worden weggenomen en aan een andere natie zal worden gegeven die wél vrucht voortbrengt. Is niet de olijfboom, die Paulus als beeld neemt voor de natiën, die als lichtdragers in de edele olijf worden geënt, een uitwerking van deze profetie? Wat hebben de pachters van het land van God gedaan? Hun Messias verworpen, de Zoon van God. Lees eens in de brief aan de Hebreeën Hebr.11:36 wat zij met Zijn slaven hebben gedaan, die keer op keer door God werden gestuurd om vrucht te zien? De opsomming geeft aan dat hun loon bestond uit bespottingen, geselingen, boeien en gevangenis. Zij werden gestenigd, in stukken gezaagd, ze werden beproefd en gedood, vermoord door het zwaard, ze zwierven rond in schapen- en geitenvellen, leden gebrek, werden verdrukt, slecht behandeld en nog meer van dit soort behandelingen, waardoor ze uitgestotenen van de wereld werden.

De gelijkenis van de onrechtvaardige pachters herinnert aan vroegere wandaden die plaatsvonden in Israël aan de door God gezonden profeten en dienaren én het was een profetische voorspelling van wat nog komen zou. Toen de farizeeërs Hem vroegen om zijn volgelingen te laten zwijgen, bij de intocht in Jeruzalem, zei Hij profetisch, indien zij ooit stil zouden zijn, zullen de stenen roepen. Was dat niet het geval bij de vernietiging van de stad Jeruzalem onder de Romeinse veldheer Titus?

De wetteloosheid 
Wetteloosheid is groeiend in deze boze eon. Het geheimenis van de wetteloosheid is al in werking zegt de Schrift. De wetteloosheid stak al diverse keren duidelijk de kop op in onze tijd. Door regeringen bijvoorbeeld, die in de greep van wetteloosheid massamoorden begingen. 

Ik vond een lijstje van de tien grootste massamoorden in de vorige eeuw tot 1994, waarin respectievelijk van meer dan anderhalf miljoen tot bijna 62 miljoen mensen systematisch om het leven werden gebracht. (Dit wordt beschreven in het boek van de Amerikaan R.J. Rummel getiteld ‘Death by Government’.) 

In de tweede eon, vanaf Adam tot Noach, waren er geen regeringen. Het zelfbestuur van de mensen begon pas ná de grote vloed, ten tijde van Noach. Laten we eerst maar eens bij het begin starten, voordat wij verder nadenken over de gevolgen van wetteloosheid. 

Wat is wetteloosheid eigenlijk? In 1Johannes 3:4 staat dat zonde wetteloosheid is. Er is echter een verschil tussen zonde en wetteloosheid. Zonde heeft als basisbegrip ‘doel missen’, wat het gevolg is van sterfelijkheid, van onbekwaamheid en onmacht. Wetteloosheid is breder dan zonde. Het is de wil om onafhankelijk te zijn of in tegenstand te zijn tegen de regels en ordeningen die de onderlinge verhoudingen tussen mensen en dingen controleren. 

Bij de nadering van het einde van dit derde tijdperk zal ook de wetteloosheid toenemen en het geheimenis van de wetteloosheid worden onthuld. Dan zal namelijk de mens van wetteloosheid geopenbaard worden 2Thess.2:6-8 Deze wetteloze zal op basis van wetteloosheid handelen; hij zal de beperkingen niet willen verdragen, die God aan de natuur en de georganiseerde maatschappij heeft opgelegd. 

Voorbeelden waaraan wij inmiddels al zo gewend zijn, dat ze ons niet meer als zodanig opvallen, zijn genetische veranderingen in laboratoria, aan gewassen, aan dieren en aan mensen. Ook het verlangen om te ontsnappen aan de plaats waarin God de mensen hun woonplaats, de aarde, heeft toegewezen, is één van deze dingen. Mensen maken sinds kort plannen om andere hemellichamen te koloniseren. Wanneer God wil dat mensen buiten de beperking van onze aardse woonplaats kunnen leven, zal Hij dat doen door middel van de grote verandering die plaats vindt, wanneer wij, de gelovigen, veranderd worden en een lichaam van heerlijkheid zullen ontvangen om te leven te midden van de hemelingen. 

De mens grijpt nu vooruit en wil niet beperkt worden door de natuurwetten en de ordening van God. Zo zal het satanische wereldrijk dat gevestigd zal worden in Babel er een korte tijd eerder zijn en vernietigd worden, voordat het koninkrijk van de hemelen, het duizendjarige rijk zal worden opgericht door de Heer in Jeruzalem. 

Zoals hierboven vermeld zal er zelfs nog gepoogd worden om een woonplaats te maken buiten de aarde, op de maan of op de planeet Mars, waar de ruimtevaart zich nu zo sterk op richt. Gezien de grote hoeveelheden geld die men hieraan besteedt, moet het wel serieus genomen worden. 

Het denken van de wereld vindt dit spannend, men is nieuwsgierig en het geloof in de wetenschap is voor veel mensen de nieuwe religie. Het hameren op klimaatveranderingen en andere ontwikkelingen die het voortbestaan van het menselijk ras zouden bedreigen, geven de overtuiging dat hieraan vele miljarden besteed moet worden. 

De terugkeer van boosheid uit Noachs tijd.
Net zoals het was in de tijd van de oprichting van de stad Babel, en de toren, zo ontwikkelt de maatschappij zich momenteel ook weer. Het is niet zonder betekenis, dat de Heer zijn discipelen de tekenen van de tijd voorspelde en uitlegde. De reden waarom God de mensen door de taalverwarring desintegreerde was, dat de mensen juist bij elkaar wilden blijven. Dat was ook de reden dat de mensen de toren wilden bouwen. God verspreidde de mensen over de hele oppervlakte van de aarde en gaf ook aan waarom Hij dat deed.Gen.11:5 ‘Zie het is één volk met één taal voor hen allen en dit is wat zij beginnen te doen. En wat zij zich ook maar voornemen om te doen, zal voor hun niet beperkt zijn om te doen’. Daarom verstrooide God de mensen over de gehele aarde. 

De profetische woorden van Jezus Matth.24:37-44 beginnen met de vergelijking van de dagen van Noach voorafgaand aan de komst van de Zoon des mensen op de Olijfberg. ‘Want hetzelfde als de dag van Noach, zó zal de aanwezigheid van de Zoon des Mensen zijn. Want zoals zij waren in die dagen voor de vloed, kauwend en drinkend en huwend en ten huwelijk nemend Gen.6:4-5 tot de dag waarop Noach de ark binnenging en zij het niet wisten tot de vloed kwam en hen allen wegnam, zo zal het bij de aanwezigheid van de Zoon des Mensen zijn’.[…] Weest dan waakzaam, want jullie weten niet welke dag jullie Heer komt’. Alhoewel hier de nadruk ligt op het tijdstip van de komst, het onverwachte ervan, geeft de verwijzing naar Noachs tijd diverse aanknopingspunten. Het was namelijk voor Noach niet zo onverwachts, zeker niet toen de ark gereed was. Er kwamen dieren naar de plaats van de ark, en God had hem aangekondigd dat deze gebeurtenissen zouden plaatsvinden. Weest dan waakzaam, zegt Jezus tegen zijn discipelen. Waarom waakzaam zijn wanneer er niets zou zijn om waakzaam voor te zijn? 

Noach werd rechtvaardig genoemd onder zijn tijdgenoten. Wij zijn gerechtvaardigd, door het geloof van Jezus Christus. Wanneer we een vergelijking zouden maken met de levenswijze kort nà de vloed, kunnen we veel andere kenmerken daarvan herkennen in onze tijd. De volkeren beginnen zich weer te verenigen in grote machtsblokken en de historische desintegratie van volken en talen is grotendeels ongedaan gemaakt, door het gebruik van wereldtalen, zoals Engels en Spaans die hierin een rol spelen. 

De internationale samenwerking op wetenschappelijk gebied en de wetenschappelijke prestaties van de mensheid zijn ongekend in de geschiedenis. Hun bouwsels scheren door de ruimte van ons zonnestelsel en reiken hoger dan de machthebbers van het oude Babel ooit voor mogelijk hadden gehouden. De ontdekkingen zijn zo fenomenaal, dat de droom om onze woonplaats, de aarde, te verlaten binnen handbereik lijkt te liggen. In het bijbelboek Judas vers 5 wordt verteld van gericht en onzichtbare boeien, over boodschappers die hun eigen woonplaats verlaten hebben. Zou dat dan niet voor mensen gelden? 

De ongekende ontdekkingen, veroorzaken dat een groot deel van de mensheid onafhankelijk wil zijn van God. Dat is een reden van Gods verontwaardiging, omdat de hele schepping door God is aangewezen voor de mens om Hem juist wél te kennen. ‘Zijn onzichtbare eigenschappen zijn waarneembaar vanaf de schepping van de wereld, Rom.1:20-21 evenals Zijn prestaties en onzichtbare kracht en goddelijkheid. Daarom zijn zij onverdedigbaar in het gericht omdat zij God kenden en Hem niet als God hebben verheerlijkt of zelfs maar gedankt’. Kennis maakt opgeblazen, zegt de apostel Paulus, maar liefde bouwt op,1Cor.8:1want liefde is niet opgeblazen, maar geduldig en vriendelijk en laat nooit in de steek 1Cor.13:4,8. Weest waakzaam zegt de Heer tegen zijn Joodse volgelingen. Zelfs dat behoeven wij niet te doen om onze redding te verkrijgen, want hetzij wij waken, hetzij wij dommelen, wij zouden samen met Hem leven op dezelfde tijd. Het is echter wel aan te bevelen om waakzaam te zijn, omdat wij van de dag zijn, (ook van díe dag, de dag van Christus) en niet van de nacht.1Thess 5:2,6

Het geheimenis van Israël in deze boze eon
‘Zou het zo zijn dat God Zijn volk van Zich af heeft gestoten?’ Deze retorische vraag wordt gesteld door de apostel Paulus, die zelf een Israëliet was, uit het zaad van Abraham en uit de stam Benjamin. Rom.11:1 God stoot Zijn volk niet af, dat Hij vooraf kende. :2 Maar niet iedereen die zegt dat hij Israëliet is, is dat ook. En ook niet allen die van Abraham afstammen zijn allen Zijn kinderen, maar in Isaak zal uw zaad (nageslacht) worden geroepen. Niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar Hij rekent het de kinderen van de belofte toe om het zaad te zijn. Gods woord is niet vervallen of verlopen. Rom.9:6-8

Nu wij dit hebben vastgesteld vanuit Gods woord, kunnen wij de gebeurtenissen die met Israël zijn voorgevallen kort proberen te plaatsen in de geschiedenis. Het volk Israël is voortgekomen uit Abraham, Isaak en Jacob. Het is als volk, na de slavernij in Egypte en de exodus uit dat land, als volk gehard in de woestijn en heeft daar de goddelijke wetten ontvangen, die in de vijf boeken van Mozes zijn beschreven. Als volk heeft het de door God beloofde bestemming bereikt, het beloofde land, met daaraan verbonden de beloften die aan de vaderen zijn gedaan. Het zal tot zegen van de andere volkeren zijn en het zal een koninklijk priesterschap zijn. Veel later nog, in de laatste eon, ten tijde van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, zullen de twaalf stammen van Israël het Nieuwe Jeruzalem bewonen en als Zijn volk met hun Messias de natiën hun heerlijkheden naar deze stad zien brengen. Waarschijnlijk zijn de koningen van deze natiën door God aangestelde Israëlieten, die de natiën tot Het Lam en tot God zullen leiden. 

Met deze toekomstverwachting voor ogen, kunnen wij ons afvragen hoe het dan toch kan, dat dit volk hun Messias, Jezus de Gezalfde, verworpen heeft, hun Redder en Heer? Om de samenvatting van de gebeurtenissen in de geschiedenis van het volk Israël te kennen is het zeer aan te bevelen om de 53 verzen te lezen van de toespraak van Stefanus voor het Sanhedrin in Jeruzalem.Hand.7

De apostel Paulus beschrijft in Romeinen 11 hoe Israëls verharding tot stand kwam. Zij hadden ijver voor God, maar geen erkenning. Ze wilden een eigen gerechtigheid als verdienste aan God tonen, in plaats van Gods gerechtigheid te aanvaarden, die in Jezus Christus is en door geloof werd aangeboden door God. vgl. Rom.10:1-4 Zodoende is Israël, als volk, niet aan de gerechtigheid toegekomen, maar slechts een klein overblijfsel ervan. Dat was door Gods keuze van genade. De rest werd verhard en een geest van bedwelming van God, veroorzaakte dat hun ogen niet waarnemen, hun oren niet horen tot deze dag toe. vlg. Rom.11:4-8 Zouden zij dan niet misstappen, zodat ze zouden vallen? 11:11 Nee! Want na de tijd dat de volkeren die als lichtdragers zijn geroepen weer verdwenen zijn en de volheid van de natiën is binnengekomen, zal ook Israël worden gered. Dit is een geheimenis.11:25-26

In deze geestelijke blindheid en doofheid voor de woorden van de Heer Jezus, toen Hij onder hen de wonderen en werken deed die bij hun Messias hoorden, hebben zij Hem in de handen van de Romeinen overgeleverd en geschreeuwd om Zijn kruisiging. Zij verwierpen hun Messias. De Romeinse rechter zwichtte voor hun eis en chantage en sprak onrecht uit in plaats van recht toen hij de Zoon van God, de Messias van Israël, veroordeelde tot de dood van het kruis. Hij liet zelfs een bord op het kruis aanbrengen in de drie meest bekende talen, Hebreeuws, Latijn en Grieks met de tekst: Jezus de Nazarener (van Nazareth), de Koning van de Joden.

Waarheid en leugen in deze boze eon
Pilatus, de Romeinse vertegenwoordiger van de keizer van Rome, vroeg zich af wat waarheid is. Hij is niet de enige. Ik ga uit van de definitie dat waarheid datgene is, wat overeenstemt met de werkelijke feiten. Aangezien de leugen het tegenovergestelde is, betekent het dat de leugen niet overeenstemt met de werkelijke feiten. Dat de leugen de waarheid dus ontkent of verdraait. Pilatus kende de waarheid, maar wilde er niet naar handelen uit angst voor de menigte. Hij begon zijn ‘handen te wassen in onschuld’. Hij verzon een list door de herrieschoppers een keus te laten maken tussen een misdadiger en de Rechtvaardige Zoon van God. Hij verschool zich achter Herodes, die hij liet raadplegen. Uiteindelijk liet hij waarheid ondergaan in ongerechtigheid en liet Jezus kruisigen. In de brief aan de Romeinen staat beschreven dat Gods verontwaardiging onthuld wordt vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die de waarheid neerhouden in ongerechtigheid Rom.1:18 of de waarheid van God veranderen in de leugen. 1:25 Over mensen die dit doen wordt geschreven dat zij worden overgegeven aan de verlangens van hun hart waaruit onreinheid en oneervolle overgave van hun lichaam volgt. Dat God hen overgeeft aan oneerbare hartstocht 1:26en vervolgens aan een onbeproefde denkzin, 1:28 geeft aan dat God datgene versterkt wat al in hen aanwezig is. Ze menen wijs te zijn, door de waarheid van God te veranderen en door te weigeren God te erkennen. Hieruit komen de manieren van denken en handelen voort, die in dit bijbelgedeelte staan beschreven. Dit proces heeft zich verder doorgezet, generatie na generatie van hen die zin en doel van het leven willen invullen zonder hun Schepper en Redder. Behalve dat zij deze dingen zelf bedrijven, bevestigen zij anderen er in die dit ook doen. 

Het systeem van de leugen
We kunnen ons afvragen of deze ontwikkelingen zich ongecontroleerd voordoen, of dat het te maken heeft met opvoeding en onwetendheid of wellicht wordt veroorzaakt door andere oorzaken. In één van de brieven van volwassenheid, de brief aan de Efeziërs in dit geval, getuigt de apostel, dat geroepen gelovigen niet meer wandelen zoals de natiën, in ijdelheid van hun denkzin, verduisterd in hun inzicht en van God vervreemd, door de onwetendheid die in hen is, en door de vereelting van hun hart. Zij zijn afgestompt. Efe 4:17-19 Het wijst op hoogmoed, vijandschap, gebrek aan genegenheid en onverschilligheid. Er komt zoveel op ons af dat het ons, ook door de razendsnelle verspreiding via internet en sociale media, soms zo overvalt, dat we al die narigheid maar liever ontvluchten en er niet meer over nadenken. Het kan zelfs zijn, dat wij de tijd niet meer krijgen of nemen om het te verwerken. Soms doen we er zelfs in meer of mindere mate aan mee, wanneer wij gebeurtenissen doorgeven, ze aandikken of er blijk te geven dat we het er mee eens of oneens zijn. We weten niet altijd hoe betrouwbaar de bronnen van berichten zijn en zo kan ons denken en onze kennis gestuurd worden, zonder dat wij het zelf goed beseffen. Het is mogelijk is dat dit een deel is van de huidige ervaringen van wat er bedoeld wordt met:’ in ijdelheid van hun denkzin, verduisterd in hun inzicht en van God vervreemd, door de onwetendheid die in hen is’. Haatberichten, die aanzetten tot eenzaamheid, verdriet of zelfmoord, worden verspreid. Dit wordt bewerkt door ‘de vereelting van hun hart. Zij zijn afgestompt’. Mensen zijn continu bezig om van alles en nog wat met hun smartphones bij te houden en er commentaar op te geven. Zo laten zij zich leven, in plaats van écht te leven. In plaats van te groeien in geestelijke volwassenheid blijft de mens steken in die groei en blijft onvolwassen. Het gebeurt niet zo maar, er zit een boosaardig plan achter. Heen en weer geslingerd tussen allerlei meningen en grilligheid van mensen, wordt heel sluw het systeem van de leugen gebouwd, om allen die daarin gevangen worden te laten verdwalen in duisternis. Deze waarschuwing komen we tegen in Efeze 4:14. Het stapelt zich snel op allemaal. Binnen enkele generaties hebben maatschappelijke ontwikkelingen ons losgewrikt van onderlinge betrokkenheid naar individualisme. Er ontstaat een verschuiving van het besef van onze oorsprong en van de zin van ons bestaan naar consumptief gedrag. Dit veroorzaakt begeerte en vermindert de werking van ons geweten. Vanuit eigenwijsheid, door overdreven geloof in wetenschap en misleid door dwaling, ontstaat dwaasheid, vanuit dwaasheid ontstaat afwijzing van God en vanuit de afwijzing van God ontstaat de grote leugen, dat God niet bestaat en dus niet onze Schepper is, Die te prijzen is tot in alle eonenRom.1:25

De wetteloze komt aan de macht 
Alle ontwikkelingen die om ons heen gebeuren in de maatschappij zijn profetisch bekendgemaakt. Het mondt uit in een bijzondere tijd, waarin de mensheid zal worden meegesleurd in diepe duisternis, in angst en terreur, onder invloed van de machten van de duisternis. In korte tijd zal alles wat de mensheid heeft bereikt als een kaartenhuis instorten. 1Thess.5:3 Wij zijn gewaarschuwd. Voor het grootste deel van de mensheid komt de dag van de Heer (zie het artikel: ‘de drie dagen’) ‘als een dief in de nacht’. Niet voor gelovigen echter, want wij zijn niet in de duisternis. Wij zijn allen zonen van licht en van de dag. Wanneer de roep over de aarde gaat, dat alles vredig en veilig is geworden, dan zal onverwachts uitroeiing plaatsvinden voor hen die in duisternis zijn. De afval van geloof moet eerst komen en de mens van de wetteloosheid zal worden onthuld. Dat is de zoon van de vernietiging die alles tegenspreekt en zichzelf verheft boven alles wat zich een god noemt. Dit is de onthulling van het geheim van de wetteloosheid. Het is in overeenstemming met de werking van de satan, met alle kracht en tekenen en bedrieglijke wonderen en verleiding van ongerechtigheid. vgl. 2Thess.2:3-10 Laten wij echter hiervoor niet bevreesd zijn, want voor ons is er de vereniging met onze Heer, voordat de onthulling van de wetteloze plaatsvindt. Laten wij uitzien naar de dag van Christus, naar de ontmoeting van de Heer in de lucht, om altijd samen te zijn met de Heer. Laten wij ons bovendien troosten met de zekerheid dat de dag van God (zie ‘de drie dagen’) pas voltooid zal zijn als de dood, de laatste vijand, onttroond is en Gods wil, die overeenstemt met Gods voornemen van de eonen, dat alle mensen gered worden, ook werkelijkheid is geworden, zodat God zal zijn: Alles in allen. 

Gijs Bernouw
Verwante onderwerpen:
Eeuwig en eeuwigheid
Deel met anderen