Toen onze Heer hier op aarde was, in het vlees, vormden de sadduceeën één van de religieuze groepen onder de Joden. Zij kleineerden de idee van een opstanding en vrijwel alles wat ‘bovennatuurlijk’ was. Op een bepaald moment kwam een groepje van deze sadduceeën bij Jezus en stelden Hem een ‘academische’ (strik)vraag over een gehuwde vrouw die tot zeven keer toe weduwe was geworden van even zovele broers. Uiteindelijk stierf zij ook. De vraag was: ‘in de opstanding…van wie zal zij dan de vrouw zijn?’ Matt.22:28
Wij zouden het antwoord van de Heer hierop Matt.22:29 zorgvuldig overwegen. Hij beantwoordde de vraag niet direct, maar zei:
Jullie zijn misleid, niet vertrouwd zijnd met
de Schriften, echter ook niet met de kracht
van God. Matt.22:29
Vervolgens maakt Hij hen duidelijk, dat in de opstanding helemaal geen sprake meer is van huwelijk. Hoe dan ook, onze voornaamste belangstelling gaat uit naar de focus van de Heer op de fundamentele dwaling van de sadduceeën. Hun fout, het ontkennen van de opstanding, kwam voort uit het niet waarderen, het niet begrijpen van de kracht van God.
Een soortgelijk afwijkend idee vormt de basis van onze eigen verkeerde gedachten over God. We zien God wel als de Schepper van het al, maar we zijn geneigd niet helemaal overtuigd te zijn dat Hij dit werk ook echt succesvol zal afronden. Wij hebben vaak beperkte waardering voor Zijn kracht. Natuurlijk, als gelovigen verheugen wij ons in Zijn kracht van opstanding. Maar hebben wij voldoende door wat de Heer bedoelt in Mattheüs 22? Is de kracht van God in het tonen van Zijn gericht over de goddelozen en de inspanning tot redding van enkelen opgebruikt? Als we dat menen, dan is het voor ons nodig, net zoals dat voor de sadduceeën het geval was, dat wij vertrouwd raken met de kracht van God.
De enorme kracht van God wordt in Romeinen drie keer vermeld. We lezen dan over het evangelie in zijn meest basale vorm. In omgekeerde volgorde zijn dat:
Gods kracht in individuele mensen; Rom.9
Gods kracht in de schepping, Rom.1:20
Gods kracht tot redding Rom.1:16
We kijken nu naar deze aspecten van de kracht van God.
De kracht van Gods wil
Veel mensen denken, dat zij ‘zelf wel over hun lot kunnen beschikken’. Dit was niet de overtuiging van het oude volk, zelfs niet van de wijzen onder de Grieken of de Romeinen. Het was niet de opvatting van de Hebreeuwse Schrift, noch die van de Heer zelf, noch zelfs die van de sadduceeën. Paulus schrijft dit over Mozes en over de kinderen van Israël:
dus hangt het dan niet af van wie wil, noch van
wie rent, maar van God, Die barmhartig is. Rom.9:16
Daarna, met de Farao op het oog, vervolgt de apostel:
Dus is Hij dan voor wie Hij wil barmhartig;
echter: wie Hij wil, verhardt Hij. Rom.9:18
De meest verbazende uitspraak is hier, dat God Farao uitverwekte, opdat Hij Zijn kracht kon tonen tegen de donkere achtergrond van Farao’s weerspannigheid, in het bekendmaken van Zijn machtige daden. Rom.9:17,22 Gods wil is vol van kracht. Wat Hij wil kan Hij ook uitvoeren. Maar dit betekent, zowel in het verleden als het heden, vaak lijden voor sommigen en zegen voor anderen; het omvat zowel verontwaardiging als heerlijkheid.
Belangrijk is, dat wij de kracht van Gods wil erkennen. God is bij machte enkele individuele mensen uit te kiezen voor verschillenden doelen, om tevens hun eigen leven te dirigeren. Hij doet dat in feite zowel bij de ‘instrumenten van barmhartigheid’ als bij de ‘instrumenten van verontwaardiging’. En toch, terwijl wij dit zien kennen wij echter niet de kracht van God. Wij zijn als de sadduceeën, die de dood erkenden, maar weigerden dat ook van de opstanding te doen.
De kracht van God, zoals die werkelijk is, gaat veel verder dan het schenken van barmhartigheid en het tonen van verontwaardiging. Dit zijn stappen die onderweg gezet worden, maar zij vormen niet de voleinding waarop de kracht van God gericht is. Gelovigen zijn soms ongeduldig met ongelovigen die God afwijzen, omdat zij in de war zijn over Zijn uitoefenen van kracht. Maar begrijpen wij zelf het doel van Gods krachtige werkzaamheden?
Meestal wordt gedacht, dat Paulus de vraag van Romeinen 9:19 beantwoordt door die terzijde te leggen als iets waarover wij niet mogen discussiëren. Hij vraagt over God: …Waarom doet Hij dan nog beklag? Want wie heeft Zijn bedoeling weerstaan? Dit is een goede vraag en dat betreft direct Gods gebruik van Zijn kracht om Zijn eigen wil uit te voeren. Maar feit is, dat de volgende verzen (Rom 9:20-24) de vraag niet direct beantwoorden, maar die des te klemmender maken. Wij bestrijden niet Gods recht om Zijn kracht te benutten om Zijn wil uit te voeren. In feite kunnen wij alleen maar blij zijn dat Hij dat doet. Maar de vraag blijft: waarom doet Hij het zo en: is dit inderdaad Gods wil dat sommigen te maken krijgen met Gods kracht in verontwaardiging en anderen in barmhartigheid?
Het is een ernstige denkfout wanneer wij menen dat de argumentatie van Romeinen negen eindigt in Romeinen negen. Dit hoofdstuk maakt deel uit van een langer gedeelte tot en met heel Romeinen elf. En dat moet gerelateerd worden aan het evangelie van God dat Paulus in de eerdere hoofdstukken van Romeinen presenteert. Het antwoord op Romeinen 9:19 is Romeinen 11:32. Waarom zijn sommige mensen ‘instrumenten van verontwaardiging’ en anderen ‘instrumenten van barmhartigheid? Waarom wordt Gods kracht op deze manier aangewend? Dat is zo:
want God sluit allen tezamen in weerspannigheid in,
opdat Hij allen barmhartig zou zijn. Rom.11:32
Gods kracht is direct gericht op ‘het bewijzen van Zijn liefde’ Rom.5:8 en ‘rechtvaardiging van leven’. Rom.5:18 En:
wie Hij nu rechtvaardigt, deze verheerlijkt Hij ook Rom.8:30 Daarom, als wij de kracht van Gods wil willen waarderen, dan moeten wij ook Zijn kracht tot redding op waarde schatten. En ja, de alomvattende uitdrukking van Gods wil is: de redding van alle mensen. 1Tim.2:4
Gods onwaarneembare kracht
Wij zien Gods kracht niet, maar wel de effecten ervan. Deze zijn zichtbaar in de schepping, Rom.1:20 maar hier zien we opnieuw dat het bewijs niet helemaal is wat wij zouden verwachten. Het is ook verwarrend voor ons, want in de schepping gebeurt nogal wat, dat destructief en pijnlijk is.
De bioloog die de activiteiten van het leven bestudeert, als het gaat om voedsel verzamelen en energie afgeven, heeft dit proces (wat hij metabolisme noemt) opgedeeld in twee categorieën. Hij benoemt het proces van opbouw van diverse lichamen anabolisme. En het proces van afbraak van een lichaam waarbij energie vrijkomt, katabolisme. Dus er moet zowel anabolisme als katabolisme zijn om te kunnen spreken van metabolisme. Alleen zo kan leven (planten en dergelijke) groeien en optimaal functioneren. Constructieve en destructieve fases moeten aanwezig zijn om levende schepselen te doen leven.
Dit patroon wordt in heel de schepping gevolgd. En het is een beeld (of type) van wat God doet. Feit is, dat het woord katabolisme (ontleend aan het Grieks, waarin het letterlijk neerwerpen betekent) in de Schrift gebruikt is en in de concordante vertaling vertaald is met: nederwerping. Gods kracht wordt zowel voor afbreken als voor opbouw gebruikt! Nochtans bestaat verschil tussen dit patroon zoals te zien in de schepping en zoals dat steeds doorgaat in Gods voornemen van de eonen. Ef.3:11 Het patroon is cyclisch in de schepping, maar culminerend in Gods overkoepelende werken. Voorjaar, zomer, herfst en winter komen ieder jaar terug. Maar de eonen worden voltooid in volledige en complete heerlijkheid.
Kracht tot redding
We lezen over de volkomen kracht van God:
want ik ben niet beschaamd in het evangelie, want
het is kracht van God tot redding voor allen die
geloven. Rom.1:16a
Het evangelie is een uniek en heerlijk middel om de kracht van God tentoon te spreiden. Het woord redding zegt ons, dat er iets waarvan gered moet worden; iets dat destructief en neerwerpend, zelfs cataclysmisch is. Dat is de dood zelf en de giftige steek ervan, dat is de zonde 1Kor.15:56. Hier komt Gods kracht ten goede naar voren, die uiteindelijk volkomen triomfeert. En wanneer dit enorm krachtige reddingswerk compleet is, af is, zullen er geen cycli van nederwerping en barmhartigheid meer zijn. Daar zal uitsluitend leven en heerlijkheid zijn.
Als we naar Paulus’ woorden over een ander onderwerp kijken, lezen we in vertalingen, dat Gods kracht als een groot mysterie beschreven wordt. Efe.5:32 Dat grote mysterie is: waarom heeft Gods kracht een negatieve kant en waarom krijgt dat negatieve zo vaak de overhand? Deze vraag kan beantwoord worden met: het grote geheimenis. Dit grote geheimenis is het evangelie dat ons vertelt dat het negatieve slechts tijdelijk is en alleen maar zo lang als nodig kan voortbestaan. Het dient als een contrast, om de positieve zegeningen die God al voor ons klaar had liggen, te accentueren. Gods kracht is uiteindelijk gericht op het compleet vrijkopen van het negatieve. Het is bedoeld om dat wat overwinnend en heerlijk is, te geven, te tonen.
Dit is geen ‘metabolisme’ met haar cycli van destructie en opbouw. De kracht van God is tot redding, iets dat tot stand gebracht wordt, het bereiken van een doel, een krachtige en overwinnende vrijkoping, verlossing uit een vroegere situatie. Paulus beschrijft dit in Romeinen:
want aan de ijdelheid werd de schepping
ondergeschikt, niet vrijwillig, maar door Hem,
Die haar onderschikt, in verwachting, dat ook
de schepping zelf vrijgemaakt zal worden van
de slavernij van het verderf tot de vrijheid van
de heerlijkheid van de kinderen van God. Rom.8:20,21
Dit is de kracht van God in waarheid. God heeft Zijn kracht aan ons bewezen. Net zoals Hij Zijn liefde bewezen heeft in de dood van Zijn Zoon ten behoeve van ons en in Zijn opstanding en verhoging. Wanneer wij aan Gods kracht denken, dan moeten wij die niet beperken tot de schepping of tot Zijn handelen met de mensheid. Maar wij moeten over Zijn kracht denken zoals die via Zijn Zoon gekanaliseerd, tot redding is. Dit is onze God, vol kracht. Aan Hem zij de heerlijkheid!
Dean Hough; God’s power for salvation,
Unsearchable Riches, LXX, blz.33-38
© Concordant Publishing Concern
Vertaling: Date Gorter