Geestelijke lichamen

Iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen is de onze, Ef. 1:3 want we zullen als Christus zijn wanneer we Hem zien zoals Hij is. 1Joh. 3:2
Onze basiszegen zal een geestelijk, hemels lichaam zijn, zoals Hij heeft sinds Hij was levend gemaakt, opgewekt en opgestaan – na Zijn offerdood aan het kruis. Hij komt voor ons en wanneer we Zijn roepstem horen, zal onze eerste indruk het gevolg zijn van een grote verandering. Onze lichamen veranderen van ziels, stervend, aan bederf onderhevig, aards in lichamen vol geestelijke vitaliteit en kracht. Zo zijn wij in staat de aarde te verlaten, zonder moeite op te stijgen om onze Heer in de lucht te ontmoeten. 1Thess. 4:17
Christus bezat al een geestelijk lichaam waarmee Hij zichtbaar werd voor Zijn discipelen na Zijn opstanding. Dit kan ons helpen op dat gezegende moment vooruit te lopen, op onze toekomst vol geluk, te midden van de hemelingen. Daarom zullen we zorgvuldig overdenken, wat in de Schrift geopenbaard is over dit geestelijke lichaam.
Lucas’ verslag gaat over Christus als de Zoon van Adam. Daaruit blijkt Zijn brede relatie met de mensheid. Hij geeft ons verschillende keren zicht op Zijn geestelijk lichaam na Zijn opstanding. Luc. 24

Christus’ lichaam zichtbaar gemaakt
Christus’ geestelijk lichaam werd zichtbaar voor de discipelen tijdens de 40 dagen na Zijn opstanding. Hand. 1:3 Het gebruik van de Griekse werkwoordsvorm suggereert dat Zijn lichaam als een licht was, dat Hij kon dat aanpassen aan het gezichtsvermogen van aardse, zielse discipelen. Niet gedimd – zoals toen Saulus van Tarsus Hem voor het eerst zag op weg naar Damascus – zou de enorme straling hun ogen verblinden en er schellen op gevormd hebben, zodat zij niets meer konden zien.
Aan de andere kant kon Hij verdwijnen door de frequentie van de trilling te veranderen, zodat Hij niet door mensen waargenomen kon worden en Zijn lichaam voor hen onzichtbaar werd.
Wanneer onze huidige, vleselijke toestand veranderd wordt – omgezet tot verheerlijkte, hemelse lichamen – dan zullen we Hem zien zoals Hij is. Tot die tijd zou dat ons verblinden wanneer we Hem zouden zien, net als bij Saulus van Tarsus het geval was. Daarom zwakte Christus Zijn heerlijkheid af toen Hij verscheen aan Zijn aardse discipelen om aan hun gebrek aan geest(elijk inzicht) tegemoet te komen. Omdat onze geestelijke situatie op dit moment veel op die van hen destijds lijkt, kan het ons helpen hun reacties op Zijn verschijning te bestuderen. Wanneer we zelf eenmaal ons geestelijk lichaam hebben ontvangen, kan het nodig zijn de heerlijkheid ervan af te zwakken, wanneer we Zijn aardse koninkrijk bezoeken.

Geestelijke achtergrond
Het kan ons helpen in het verstaan en waarderen van Gods wegen en werk, wanneer we aandacht schenken aan de geestelijke achtergrond van hen die de Opgestane zagen, en aan de plaats die zij innemen in Gods plan. Ook is het goed zicht te krijgen op de ‘wetenschappelijke’ grondslag van het licht en zweefvermogen, of gebrek aan gewicht van Zijn lichaam.
Hij werd gezien door Zijn ergste vijand, en door Zijn beste vrienden en apostelen, onder verschillende omstandigheden, en  Hij kon Zijn plaats en verschijning in overeenstemming brengen met hun geestelijke toestand.

De vrouwen
Toen de Galileese vrouwen naar het graf kwamen, brachten zij olie en specerijen mee om te voorkomen dat Zijn lichaam zou ontbinden, hoewel koning David nadrukkelijk over Christus voorzegde: ‘… noch [zult Gij] Uw Heilige ontbinding doen zien.’ Hand. 2:27Ps. 16:10
Deze vrouwen bedoelden het ongetwijfeld goed, maar het blijft een feit, dat bij hen het geloof ontbrak dat David had. Deze maatregelen waren in het geval van Christus niet nodig. Hij was het Anti-type van de offers, de Enige die echt vlekkeloos was. Lev. 1:3 Daarom vonden zij het Lichaam niet toen zij naar het graf gingen. Luc. 24:3
Als zij hadden geloofd, zouden zij niet gezocht hebben naar een lichaam dat aan bederf onderhevig was. Joh. 20:9 De Jezus die zij zochten was daar niet. Zelfs Maria, die ontroostbaar was, herkende Hem niet. Zij dacht dat Hij de tuinman was. Joh. 20:15 Hij verscheen zelfs nog nederiger dan vóór Zijn dood.

Twee hemelvaarten van Christus
Christus, onze Heer, Die ons naar Zich toe zal roepen, wanneer wij opstijgen in de lucht, steeg zelf tweemaal op naar Vader. Zijn eerste hemelvaart was privé, direct na Zijn opstanding, vóór de 40 dagen die voorafgingen aan Zijn openbare hemelvaart vanaf de Olijfberg. Dit komt waarschijnlijk overeen met Zijn komst voor ons. Joh. 20:171Thess. 4:13-18
Tegen Maria zei Hij: Raak Mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader.” Joh. 20:17 Hij vermeed elk contact met Zijn Joodse discipelen tot na het moment dat Zijn letterlijke lichaam opgestegen was naar de Vader.
Zo zal Hij ook opstijgen met Zijn geestelijke gezamenlijk-lichaam, de uitgeroepen gemeente, voordat Hij contact maakt met het volk (lichaam) Israël.
Bethanië, de ‘nederige woonplaats’ van Maria en Martha, aan de andere kant van de Olijfberg, was het toneel van Zijn tweede hemelvaart.
En net zoals bij Zijn eerste hemelvaart scheidt Hij Zich van hen af voor een onderbreking, voordat Hij wordt weggevoerd naar de hemel.
Wijst dit niet op de huidige hemelse onderbreking, waarin de bediening van Paulus (zijn naam betekent: pauze/onderbreking) gepredikt wordt?
Niet alleen wees Israël, als volk, de opgestane Christus af tijdens de periode van Handelingen, maar zelfs Zijn eigen discipelen herkenden Hem eerst niet. Tegen hen zei Hij:
“O, onverstandigen en tragen van hart, dat jullie niet geloven alles wat de profeten gesproken hebben!” Luc. 24:25 Deze verschijningen aan Zijn eigen discipelen zijn een voorafschaduwing van de latere verwerping van hun Messias door Israël als natie.
Deze achtergrond is voor ons bijzonder nuttig, gezien de tegenstelling tot Zijn laatste en verheerlijkte verschijning, buiten het land, aan Zijn grootste vijand: Saulus van Tarsus. Hij maakt het huidige beheer van hemelse genade en heerlijkheid bekend.
De uitstraling van Christus’ hemelse lichaam, veel sterker dan het licht van de zon, verblindde de vleselijke ogen van de geringste van Zijn dienstknechten: zij verlichtte echter zijn geest, zodat hij niet anders kon dan Hem herkennen. Hand. 9:3

Lukas’ evangelie
Het evangelie van Lucas maakt Christus bekend als de Mens; Zijn afstamming gaat terug tot Adam. Luc. 3:23-38 De eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. De eerste mens was uit de aarde, stoffelijk [lett.: van (aard)bodem1]; de tweede Mens is de Heer uit de hemel. Zoals de stoffelijke [lett: die van de (aard)bodem] is, zijn ook de stoffelijken [lett: die van de (aard)bodem (meervoud)], zoals de Hemelse is, zijn ook de hemelsen. 1Kor. 15:47-49
Daarom volgen we de verschijningen in Lucas, want zij laten de tekortkomingen van de discipelen na Zijn opstanding zien en ze bereiden voor op de overgangsperiode in het boek Handelingen, dat de goddelijke werken over Israëls falen overbrugt, naar de huidige genade
Er is veel geestelijke harmonie in de Schrift, wat mogelijk niet zichtbaar is voor het zielse oog. Zoals, in muziek, de melodie dikwijls begeleid wordt door harmonieuze akkoorden, zo is het ook met de beelden voorgesteld aan het geestelijk oog.
Dit schijnt het geval te zijn met de twee discipelen die de Heer ontmoette op de weg naar Emmaüs. Een van de twee, Kleopas [kle opasκλε οπας GESLOTEN-KIJKer], hij wordt met name genoemd, want:

  1. Zijn geestelijke toestand wordt hierdoor feilloos weergegeven en
  2. het is in overeenstemming met Gods voorkennis, zoals blijkt uit de profetie van Jesaja.
1. (aard)bodem: de bovenste laag van de aarde, waarin de planten, bomen, enz. groeien.

Hun gebrek aan geloof schijnt benadrukt te worden door het feit, dat zij Jeruzalem verlieten, het geestelijke centrum van het land. Zij daalden zestig stadia af – zes is één minder dan zeven, dat wijst op menselijke inspanning. Zij gingen naar Emmaüs, dat mogelijk UITGESPUWD-OPGEJAAGD-ZWIJN betekent, een ongewenste bestemming voor een geestelijk Israëliet. Als tegenstelling: Jeruzalem betekent Verblijfplaats-van-welzijn [Hebreeuws: shalom].
Jezus’ daden zijn van belang, omdat Hij Zich bij hen voegde en handelde, alsof Hij verder af zou dalen naar de zee, waarmee gewoonlijk de volkeren worden bedoeld.

Zicht, geluid, handelen

Het zuivere feit dat de apostelen niet alleen tekort schoten in geloof in het getuigenis van de vrouwen, maar ook in de woorden van Christus Zelf en in de Schriften, maakte het voor hen onmogelijk Hem op het (ge)zicht te herkennen. Zelfs het geluid van Zijn stem – toen Hij de Schriften opende die over Hem spraken, (waarvan zij dachten dat Hij onwetend was) – zelfs dat kon Hem niet aan hen openbaren.
Maar toen Hij het brood zegende en het brak, handelde Hij dat op een manier die Hem kenmerkte, want dit herinnerde hen aan alle dingen waarover zij hadden gesproken.
Toen werden hun ogen geopend en zij herkenden Hem. Maar op dat moment verdween Hij Luc. 24:9-31

Dwaasheid
Hoe dwaas is het om Gods woord te horen en er geen acht op te slaan of het af te wijzen?
Dat was in het bijzonder waar voor Israël, want zij alleen hadden Zijn openbaring vóór de kruisiging. Meer nog is het van toepassing op Zijn eigen discipelen en apostelen, die sommige onthullingen over hun Messias hadden geloofd, vooral die heerlijkheden van het Koninkrijk, waarin zij te delen.
Toch waren zij traag van hart om alles te geloven waarvan de profeten spraken. Luc. 24:25

 De discipelen van Jezus geloofden vurig in Zijn komende Koninkrijk en de heerlijkheid die zij met Hem zouden delen in Zijn heerschappij over de andere natiën. Dit geloof was gebaseerd op Mozes en de profeten. Maar zelfs als zij Hem erkenden als hun Messias, zoals Petrus, en vurig geloofden in Zijn aardse heerlijkheid, waar de profeten over spraken, konden zij de gedeelten die spraken over Zijn lijden, vernedering en dood, niet geloven.
Hoewel hun hele systeem van offers gebaseerd was op het vergieten van het bloed van de geslachte slachtoffers en zij vlak daarvoor hieraan herinnerd werden bij de herinneringsmaaltijd, toen Hij het brood brak en van Zijn vergoten bloed sprak, begrepen zij het niet.
Bovendien, zij negeerden niet alleen het getuigenis van de profeten, die Zijn toekomstige heerlijkheid hadden voorspeld, maar Hij Zelf had Zijn getuigenis toegevoegd in de laatste dagen van Zijn bediening, toen duidelijk was, dat het volk Hem niet zou accepteren als hun Messias. Geloof in Zijn kruisiging was nu niet meer nodig, want de Schriften die daarover spraken waren minutieus vervuld.
Hij was niet alleen opgewekt op de derde dag, maar was nu werkelijk bij hen. Hun ogen zagen Hem en hun oren hoorden Hem, maar zij geloofden niet wat God voorzegd had. Dus herkenden zij hun Messias niet, zelfs nadat Hij iedere voorspelling had vervuld.

Traag van hart
Het hart is een prachtig beeld van de intensiteit van zielse gewaarwording. Als het hart letterlijk stopt is er geen gevoel of energie meer in het aardse lichaam aanwezig.
Hun harten waren figuurlijk gesproken in deze situatie traag en koud. Maar later, toen Christus hun de Schriften uitlegde, die over Hemzelf spraken, in het bijzonder over Zijn lijden en heerlijkheid, verwarmde hun geloof in Hem hun harten zodat die binnen in hen leken te branden. Luc. 24:32 Zelfs nadat Jezus de Schriften over Zichzelf uitgelegd had, en het brood, dat Zijn gebroken lichaam voorstelde, had gebroken, en zij dat aan de elf discipelen bericht hadden, en Hij zelf in hun midden stond, geloofden zij niet, maar begonnen ze te redeneren in hun harten.
De Schepper en de Voltooier van het al, Die alles in het universum uitwerkt naar het raadsbesluit van Zijn wil, heeft dit allemaal in Zijn Woord bekendgemaakt. Wat kan er ‘redelijker’ zijn dan Hem te geloven? En wat onredelijker om Hem niet te geloven?

Menselijke redenering
Menselijke redenering is gebaseerd op de belevingen van een ziels lichaam. Aangezien een lichaam van bloed en vlees niet kan verschijnen of verdwijnen zoals dat van Jezus, trokken zij verkeerde conclusies, gebaseerd op hun onwetendheid en de beperkingen van hun zielse lichamen. Zij meenden dat Hij een geest was en dus geen materiële, fysieke vorm bezat, maar dat Hij een schim was, wat spiritisten ‘materialisatie’ noemen.
Daarom zei Hij: “Waarom komen er redeneringen op in jullie hart?” Luc. 24:38
Laten wij nooit ‘redeneren’ vanuit onze onwetendheid over geestelijke dingen!

Geesten
Een geest heeft geen materiële vorm, maar hij kan wonen in een aards lichaam en dat in bezit nemen. Matth. 8:16 Een heel legioen geesten had bezit genomen van de bezetene in het land der Gerasenen. Luc. 8:26-33 Toen zij hem verlieten voeren zij in een kudde zwijnen; maar ze kregen hen niet onder controle. Integendeel, de zwijnen fungeerden als tussenpersoon om hen naar de afgrond te brengen.

Geen geest

Omdat het nodig was de waarheid te benadrukken, legt Hij hun feiten voor die zij met hun zielse redeneringen konden verstaan.
Hij deed niet alleen een beroep op hun ogen – die gemakkelijk kunnen worden misleid door breking (van licht), vervorming of illusie, maar ook op hun tastzin, om hen te overtuigen dat Zijn lichaam echt van vlees en beenderen was, wat ze konden voelen met hun vingers.
Overtuigender was het, dat zij de wonden konden voelen van de spijkers in Zijn handen en voeten. Hun ogen leverden het bewijs, hun aanraking bevestigde het, maar ze waren zo overstelpt door emoties van blijdschap dat zij niet in staat waren om te handelen. Daarom gaf Hij hun een laatste en beslissend bewijs, dat Hij geen geest was door een stuk gebakken vis te eten in hun bijzijn.

Zijn lichaam zonder bloed
Na Christus’ kruisiging doorstak een soldaat Zijn zij om het bloed te laten wegvloeien. Joh. 19:34 In de opstanding had Zijn lichaam geen bloed.
Toen sommigen van Zijn discipelen dachten, dat Hij een geest was, zei Hij tegen hen, dat: “… een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals jullie zien dat Ik heb.” Luc. 24:39 Hij sprak niet over bloed, want dat was vergoten.
Wanneer offers volgens de wet werden geslacht, liet men het bloed weglopen uit het lichaam om lijden te voorkomen. Het bloed van het Grote Offer echter werd pas op het allerlaatst verwijderd, nadat het lijden voorbij was. Het zielse lichaam dat wij nu hebben is van vlees en bloed. Het zal worden opgewekt als een geestelijk lichaam. 1Kor. 15:44 Dit maakt het voor ons mogelijk om op te stijgen, Hem te ontmoeten in de lucht en ons overal in de ruimte te verplaatsen, te midden van de hemelingen.

Zegenen en breken
Zij waren niet in staat met hun ogen te zien en met hun oren te verstaan. Nadat Hij hen de Schriften had uitgelegd, die over Hem spraken, openbaarde Hij Zich aan hen door het zegenen en breken van het brood. Dit gedenkteken gaf Hij hen zodat zij zich Hem zouden herinneren. Luc. 22:19 Dit heilige teken werd blijkbaar niet volledig begrepen tot na de vervulling ervan. Toen echter beseften ze, door de lagere beleving van voelen en proeven, dat ze Hem herkenden.

Het gebroken lichaam
Jezus wist wat in de mens was. Joh. 2:25 Daarom vertrouwde Hij er zelfs niet op dat Zijn discipelen zich het allerhoogste Offer zouden herinneren, dat Hij voor hen gebracht had; Zijn eigen gebroken lichaam. Daarom stelde Hij deze daad van gedenken in als een stoffelijke en terugkerende herinnering aan Zijn menswording en Zijn opofferend lijden voor de mensheid.
De mannen aan wie Hij was verschenen, hadden Hem eerder persoonlijk gekend, maar ze hadden Hem niet herkend bij Zijn verschijning, of aan Zijn stem, of door Zijn onderwijs over Zichzelf.
Pas toen Hij het gedenkbrood brak, dat hen herinnerde aan Zijn gebroken lichaam, herkenden zij Hem. Er was een gedenkteken nodig met een handeling om hen te herinneren aan Wie Hij is.

Geen inzetting
De maaltijd van de Heer is geen ‘inzetting’, want Christus heeft

 

De concordante vertaling laat zien dat dit woord gebruikt werd voor de inzettingen van de apostelen en oudsten gemaakt voor de heiligen uit de natiën. Hand. 16:4 Ze zijn nu opgeheven.

Paulus, de apostel van de natiën, ontving dit gedenkteken van de Heer zelf en gaf het door aan de Korinthiërs. Nog steeds is het een zinvolle manier om Zijn lijden in herinnering te brengen, aangezien we nog altijd beperkt worden door de gewaarwordingen van onze sterfelijke zielse lichamen. Maar dat is slechts totdat Hij komt, want dan zal het niet meer nodig zijn daaraan herinnerd te worden; dan hebben we Hem Zelf.

Aardse lichamen
Onze sterfelijke, zielse lichamen van bloed en vlees kunnen niet verdwijnen wanneer wij dat willen. Adam en Eva hechtten vijgenbladeren aan elkaar om de naaktheid van hun lichaam te bedekken met gordelschorten. Gen. 3:7 Later maakte Ieue kleding van huiden voor hen. Gen. 3:21 Sindsdien is kleding en onderdak, voor het geestelijk oog een uiterlijk teken van innerlijke bederf en sterfelijkheid, ondanks de schoonheid of de waarde van deze uiterlijke gewaden. Het lijkt echter duidelijk, dat Adam en Eva een soort bedekking hadden vóór zij zondigden, anders zouden zij de verandering nooit hebben opgemerkt. Zoals hun verlies het gevolg was van hun sterfelijkheid, was hun eerste bedekking het gevolg van onverminderd leven of vitaliteit. Maar zelfs dan konden zij niet uit het zicht verdwijnen, zoals een geestelijk lichaam dat kan.

Conclusie
Bij de verschijning van de Heer in de opstanding had Zijn lichaam de buitengewone mogelijkheid zich aan te passen aan de geestelijke bediening waarin Hij betrokken was. Het was niet een geest of een lichaam met een geest, maar een met de kenmerken van geest. Net als een geest kon het onzichtbaar zijn; het kon zich verplaatsen zonder gehinderd te worden door materiële obstakels; het kon bewegen met de snelheid van een gedachte. Het is dan ook geen wonder, dat Paulus, die de opgestane Christus in Zijn heerlijke, geestelijke lichaam gezien had op weg naar Damascus, ernaar verlangde samen met Christus te zijn, in zijn eigen geestelijke lichaam, want dat is verreweg het beste. Fil. 1:23

Mogen wij net zo met sterk verlangen de terugkeer van onze Heer verwachten, wanneer zo’n lichaam het gezegende deel zal zijn van alle heiligen van dit geestelijke, hemelse beheer.

A.E. Knoch (1959) Spiritual bodies,
Unsearchable Riches, Volume 50/3, blz. 97-106
Vertaling: Marijke v.d. Wijngaarden

Verwante onderwerpen:

Nieuw lichaam
Deel met anderen