Een brief van Christus

De apostel Paulus heeft dertien brieven geschreven die in onze bijbel staan. In een van deze brieven schrijft hij aan de gemeente in Korinthe, dat er nóg een brief is: de Korinthiërs zelf. ‘Jullie zijn onze brief, gegraveerd in ons hart, bekend en gelezen door alle mensen’, 2Kor. 3:2 een brief die door de dienst van de apostel is onthuld. Het is geen brief, die met inkt is geschreven, maar een brief die geschreven is met de geest van de levende God.

Het is best bijzonder dat Paulus zo over de Korinthiërs schrijft. Zij waren het met elkaar en met Paulus vaak oneens. Zij waren verdeeld in verschillende kampen en volgden verschillende leraren, zoals wij dat kunnen lezen in de eerste brief die Paulus aan hen schreef. Niet dat die leraren zo verschillend waren, maar zíj waren verschillend geworden. De ene groep volgde Paulus, de andere groep volgde Apollos, maar beiden zijn dienaren door wie zij – zoals de Heer het aan eenieder geeft – geloven.
God is de Enige Die belangrijk is, want Hij is het Die de groei geeft. Welke dienaar plant, of welke dienaar water geeft aan de planten, dat betekent niets. vgl. 1Kor. 3:3-8

In het stukje in de tweede brief aan de Korinthiërs (waar ik mee begon – dat zij een brief van Christus zijn) was alle rumoer nog niet helemaal verdwenen.
Ook de weerstand tegen de apostel stak hier en daar nog de kop op. Zo in de trant van: wie ben jij nu helemaal, laat je diploma’s eens zien, zouden wij in onze tijd zeggen. Zij vroegen hem: heb je wel een aanbevelingsbrief om aan te tonen, dat je bevoegd bent om apostel te zijn?
Paulus antwoordt niet op hetzelfde niveau als waarop zij hun vragen stelden. Hij geeft een antwoord, dat op Gods werk gebaseerd is: kijk eens naar de gelovigen in jullie midden. Heeft God niet Zijn werk in hen gedaan, net zoals God dat gedaan heeft in ons, en zoals Hij ons de bekwaamheid heeft gegeven om dit dienstwerk te doen?
De apostel wijst erop dat Gods geest mensen verandert. Hij reageert op hen die zijn bevoegdheid in twijfel trekken, in een houding van verzoening.
Een paar bladzijden verder schrijft hij over die verzoening, die God in het hart van gelovigen heeft gelegd en aan wie Hij de dienst van verzoening heeft toevertrouwd. 2Kor. 5:18-19
Al in een vroegere brief schrijft Paulus over de gelovigen in Thessalonica, dat zij voorbeelden geworden waren voor al de gelovigen in Macedonië en Achaje.

Het evangelie van genade en verzoening, dat haar werk deed in Korinthe en in Thessalonica, in Filippi en Kolosse en in zoveel andere plaatselijke gemeenten, door de kracht die God eraan geeft, werkt ook in ons, gelovigen, die God geroepen heeft. Deze ‘veertiende brief’ is nog niet af. God schrijft met Zijn geest ook in ons hart Zijn woorden, die ons zullen maken tot een brief van Christus in deze tijd; een brief, die de genade leesbaar maakt, die de verzoening tastbaar maakt, die de warmte van de onderlinge zelfde gezindheid uitstraalt door de liefde van God, die Hij in ons hart heeft uitgegoten.

Gijs Bernouw

Verwante onderwerpen:

brieven
Deel met anderen