Overeenkomstig zijn hebreeuws klinkende naam, leek Adam (Hb: ADM, meest-GELIJKend) meer op zijn Schepper dan enig ander schepsel op aarde. Hij was daarom als onderschikker over hen aangesteld, de positie die Elohim (God) boven hem bezat. Dit werd aan zijn nageslacht doorgegeven. Het omvat ook de onderschikking van de geslachten, de oudere boven de jongere, de eerstgeborene over zijn broers. Maar ook: de mensheid over de lagere schepselen. Maar in iedere situatie was dit de afbeelding en reflectie van de onderschikking van heel de mensheid aan EL (God, de Vader van Jezus Christus, red.). Hij is immers de universele Onderschikker, zodat zij Hem leren kennen, hoewel Hij voor hun zintuigen onwaarneembaar was. Hun falen zou Hem bovendien in staat stellen aan hen de schatten van Zijn genade en liefde te onthullen; dat was Zijn uiteindelijke bedoeling ermee.
Op zijn best is de mensheid een sociale orde, gebaseerd op onderschikking, waarin ieder lid onderschikkend is ten opzichte van de hogere ander. En allen, zelfs de hoogste, staat onder controle van de Allerhoogste. Zo zal het in de voleinding zijn. Onze Heer zal allen tot onderschikking brengen aan Zijn Vader, en Zich vervolgens zelf ook onderschikken 1Kor.15:28. En zo vormt Hij de mensheid om tot een familie met als Onderschikker haar Vader. Omdat Adam overtrad en krenkte, weigerde de mensheid als geheel zich vervolgens te onderschikken. Daarom stelde God een Naartoe-Onderschikker (Eloah) aan, om hen ondergeschikt te maken. Toen Hij Zich leeg maakte van Zijn buitengewone heerlijkheden, kwam Hij als laag gesteld Mens om hen voor Zich te winnen door goedheid en genade. Maar Hij werd niet alleen verworpen en gedood; zij kruisigden Hem, zij stelden Hem onder de (ver)vloek(ing) van God voor zekere tijd.
Dat was de geestelijke climax van de geschiedenis van de mens. Waarom? Omdat Hij alle menselijke adeldom ver ontstijgt als het gaat om Zijn afkomst. Hij was het Origineel van Gods schepping. Op.3:14 Hij bekleedde de hoogste heerlijke positie in Gods tegenwoordigheid. Joh.17:5 Hij was wezenlijk in de vorm van God en achtte het aan God gelijk zijn geen roven. Fil.2:6,7 Hij was zó buitengewoon uitnemend en toch daalde Hij vrijwillig af naar het niveau van nederig, laag gesteld mens, in de vorm van een slaaf. Hij verspreidde veel fysieke alsook geestelijke zegen te midden van Zijn volk; en wat was Zijn beloning? Hij verdiende rijkelijk de grootste gift die de mensheid kon geven, ja de grootste eer ooit aan een sterveling overhandigd, die Hij, God zij dank, alsnog zal ontvangen.
Maar dit was nog lang niet alles. Hij was Gods Uitgekozene om de grootste zegen aan de mensheid te brengen. Hij was, zelfs voordat Hij in menselijke gestalte kwam, de grote Naartoe-Onderschikker, de Eloah. Hij heeft de kracht om allen aan de aangename regering van de Vader te onderwerpen. Hij, Die met één commando twaalf legioenen (bijna 100.000) krachtige hemelse boodschappers kan laten doen wat Hij wil. De mensen hadden Hem moeten vrezen, zij hadden Hem moeten eren, hadden Hem lief moeten hebben en op Hem alle eer en zegen laten neerdalen die de mensheid maar kon geven.
De dood van het kruis
In plaats daarvan sloegen twee partijen de handen ineen. De geestelijke representanten de heiligste natie op aarde: Israël, aan de ene kant. En een van de machtigste mondiale heersers, Rome, aan de andere. Waartoe? Om Hem te vernederen tot de meest oneervolle dood die de mensheid kan bedenken. En Hem te doen wegzinken onder de vloek van God, Zijn Onderschikker, Vader. Omdat Jeruzalem de enige plaats was waar deze twee soorten van onderschikking tezamen gevonden werden, was het nodig dat Hij daar naartoe zou gaan. Daar zou het totale falen van de mensheid duidelijk getoond worden. Daar leverde de allerhoogste Priester en Potentaat van het universum Zich uit aan de hoogste geestelijke en politieke krachten van de mensheid. Opdat zij hun totale falen als onderschikkers konden laten zien.
Sommigen mogen wellicht opmerken, dat de hogepriester van Israël en de proconsul van Rome bijzonder slechte en bloeddorstige mannen waren, maar we lezen eerder het tegenovergestelde in het verslag. Kajafas, de hogepriester, sprak niet alleen het vonnis uit. Hij liet dat over aan de oudsten en heel het sanhedrin, de hoogste religieuze hoofden van de mensheid Luc.22:66. De hele menigte leidde Hem naar Pilatus Luc.23:1. Zo was het met Pilatus. Hij vond geen schuld in Jezus en probeerde de verantwoordelijkheid af te schuiven op Herodes. Zelfs daar namen de overpriesters en de schriftgeleerden de leiding om Hem af te keuren Luc.23:10. Pilatus probeerde nog twee keer Hem vrij te laten Luc.23:13–16:22. Het was de menigte van de mensheid, in het bijzonder de verlicht religieuze mensheid, die de kruisiging van Christus wilde, bevorderde. Zij waren het voorbeeld van de verdorvenheid van het hele menselijke geslacht.
Wat is het vonnis van de rechtvaardige Richter over zo’n vreselijke mensheid? Wat zegt Zijn heilige wet? We lezen daarin:
ziel voor ziel, oog voor oog, tand voor tand,
hand voor hand, voet voor voet Deut.19:21
Dat definieert voor ons de doem die de mensheid verdient. Het roept om kruisiging, dezelfde doem die over Hem kwam. En zo staat dit vonnis tegen heel de mensheid gedurende heel dit beheer (van genade). Dat is het oordeel ertegen in Gods oog en zou het ook in het onze ogen hebben.
De mensheid één
Toen Adam zondigde, werd het gericht niet tot hem beperkt; het oordeel werkte in heel de mensheid door. De mensheid als eenheid ontvangt dit resultaat van Adams zonde. Zo is het ook met de gevolgen van de gehoorzaamheid van Christus. Zijn dood wordt aan allen toegerekend:
Dan, zoals het dus door één krenking voor alle
mensen tot veroordeling is, zo is het ook door
één rechtvaardige daad voor alle mensen tot
rechtvaardiging van leven. Want evenals door
de ongehoorzaamheid van de éne mens de velen
worden ingezet als zondaar, zo zullen ook door
de gehoorzaamheid van de Éne de velen worden
ingezet als rechtvaardigen Rom.5:18,19
Ja, de dood van Christus was voor allen, en zal allen verlossen van de veroordeling van Adam. Degenen die geloven, erkennen in de geest de kruisiging van de mensheid, inclusief die van hen zelf, als het rechtvaardige gericht van God. Wij zien deze betekenis in onze doop tot in de dood van Christus Rom.3:3-6:
dit wetend, dat onze oude mensheid
gezamenlijk gekruisigd werd Rom.6:6
Maar wij zien dit, inclusief heel de mensheid:
want de liefde van Christus dringt ons, dit oordelend,
dat indien Eén stierf voor allen, dus allen stierven 2Kor.5:14,15a
Gekruisigd, verheerlijkt
De grootste van de toekomstige heerlijkheden van Christus zal niet gebaseerd zijn op enige voortreffelijkheid van Zijn aardse loopbaan. Die heerlijkheid zal eerder gegrond zijn in Zijn vernedering en ootmoedigheid. Laten wij dan ook niet denken, dat het toekomstige lot van hen, die geroepen zijn tot gemeenschap van Gods Zoon, gebaseerd zal zijn op enige roem en voorspoed die zij in dit leven bereiken. Het zal veeleer voortvloeien uit de grote moeiten en vernederingen die zij moesten ondervinden als gevolg van trouw aan Hem. En dit is vooral het geval wanneer deze afkomstig zijn van de religieuze hoogwaardigheidsbekleders van hun dagen. Pilatus zou uit zichzelf de Man van Galilea nooit iets kwaads aangedaan hebben. Maar de overpriesters, de gerespecteerde representanten van Israëls Elohim (onderschikkers, God), zíj eisten dat Hij gekruisigd zou worden.
De mensheid was ‘meest lijkend’ op de Onderschikkers; zodoende kwam Christus in de gelijkenis van mensen Fil.2:7, hoewel zelfs Zijn geest niet door Adam kwam, maar direct uit God. Alhoewel Hij door de mensheid verworpen en gekruisigd werd, of, eerder nog, omdat Hij als een Mens afdaalde in de diepste diepte van oneer voor de mensheid, zal Hij opstijgen tot de hoogste hoogten van de grootste heerlijkheid.
Daarom ook heeft God Hem uitermate verhoogd en
Hem in genade de naam geschonken die is boven
alle naam, opdat in de naam van Jezus zich alle knie
buigt van de hemelingen en van hen die op aarde en
van hen die onder de aarde zijn, en alle tong van
harte belijdt : Heer is Jezus Christus,
tot verheerlijking van God, de Vader Fil.2:9-11
Meegerekend in deze verhoging en voorafgaand aan de volle realisering ervan, zal Hij een selecte groep heiligen tot Zich roepen. Die werden in de geest gezamenlijk met Hem gekruisigd. En zij hebben samen met Hem, zij het in veel mindere mate, geleden onder iets van de schande en vernedering van Zijn kruisiging. Want ons is het (ook) in genade geschonken, wat we lezen:
Want aan jullie is genade geschonken, dit: voor
Christus, niet alleen het: in Hem te geloven,
maar ook het: voor Hem te lijden Fil.1:29
Dus allen stierven
Verder springen onze harten op van steeds toenemende jubel wanneer we de zekere consequenties overdenken van de dood van heel de mensheid in de dood voor hen van de Zoon van Gods liefde, Die hen zó liefheeft.
Indien Eén voor allen stierf, stierven zij dus allen 2Kor.5:15 a
Maar indien allen stierven, indien allen vervat zijn in de kruisiging van de mensheid, dan zullen dus in Christus allen levendgemaakt worden 1Kor.15:22. En zij zullen allen de vreugde en vrede van het leven leren kennen, niet voor zichzelf, maar voor Hem Die voor hen stierf en opgewekt werd 2Kor.5:15 b
A.E. Knoch, `Humanity crucified’,
UR LXXXVIII, blz.195-199,
© Concordant Publishing Concern
Vertaling: Date Gorter