Hij stierf
Christus stierf. Hij vergoot Zijn bloed. Hij was gekruisigd. Deze termen verschillen onderling in hun relatie tot ons. Iedere uitdrukking brengt ons een speciale gunst die een contrast vormt. Hij stierf opdat wij leven. Door Zijn bloed leed Hij opdat wij genieten van Zijn redding. Hij werd gekruisigd opdat wij verheerlijkt worden.
Door hun offers waren de Joden vertrouwd met dood en bloedvergieten. Maar geen enkel aspect van hun ritueel gaf een specifieke voorafschaduwing van de schandelijke executie van een crimineel. Eerst in Paulus’ evangelie voor alle natiën komt het thema kruisiging naar voren. Hierin wordt onthuld, dat deze schandelijke dood niet alleen leven en vreugde brengt, maar ook hemelse heerlijkheid.
Het feit, dat het zondoffer in Israël, dat het grote Offer voorafschaduwde, niet pijnlijk, niet schandelijk was, wijst ons erop dat wij nauwgezet de omstandigheden rond de kruisiging van Christus moeten overwegen. Dan zien wij, dat de priesters van Israël die aangewezen waren om het slachtdier te offeren, deze methode niet konden, niet wilden gebruiken. Zelfs Herodes kon dat niet. Alleen Pilatus kon de Heer van de heerlijkheid kruisigen Luc.22:66–23:25. Dit was zo, omdat die autoriteit hem gegeven was door Rome, dat heerste over de natiën.
De natie Israël
Hoewel de natie Israël, in het vlees, niet gefundeerd was op enige verbinding met kruisiging, begon zij als volk in dood. De Schepper moet niet iets hebben om mee te kunnen werken. Zijn heerlijkheid vereist, dat er niets moet zijn waarop Hij Zijn maaksel kan baseren. Dus begon de natie Israël met de verstorven lichamen van Abraham en zijn vrouw. En uit zo’n bron zou de grootste van al de natiën voortkomen. Zij werden ook niet vertroeteld en evenmin tegen beschadiging beschermd, zodat zij door hun eigen kracht groter konden worden dan de rest. Eerder was het tegenovergestelde het geval. Opdat hun toekomstige heerlijkheid helemaal door Jahweh Elohim (Heer God) Zelf tot stand gebracht zou zijn.
De heilige boekrollen die aan Israël toevertrouwd werden, bevatten veel typen en voorzeggingen over de aan hen beloofde Messias. En dan niet alleen over Zijn heerlijkheden, maar ook over Zijn smarten (lijden). Maar dit laatstgenoemde sprak hen niet zo aan, dus keken zij daaraan voorbij. Toen Hij kwam als de Man van smarten, verwierpen zij Hem. Zelfs Zijn eigen discipelen zagen dit niet, zij verwachtten dat Hij Israël zou verlossen, in plaats van afgewezen en gekruisigd te worden. Dus zei Hij na Zijn opstanding tegen hen:
O, onverstandigen en tragen van hart om te geloven al wat de profeten zeggen! Moest niet de Christus deze dingen lijden en Zijn heerlijkheid ingaan? Luc.24:25-26
De hogepriester
Nadat Hij was gearresteerd werd Christus naar het huis van de hogepriester gebracht Luc.22:54. Hoewel zij Hem aanklaagden met godslastering en Zijn dood eisten, en Hem mogelijk gestenigd hadden als de Romeinse wet dat had toegestaan, werden de overpriesters genoodzaakt om Zijn executie door de natiën te laten uitvoeren. Als het aan Israël en haar religieuze leiders was overgelaten, dan had Hij waarschijnlijk nooit de dood door kruisiging ondergaan.
De wet van Mozes vroeg offers voor zonde. Het slachtoffer moest vlekkeloos zijn, zodat er geen enkel gebrek was, geen rechtvaardige basis om het te doden. Het was de taak van de hogepriester om te zien of dit ook zo was. In dit licht was het terecht dat Kajafas het grote Offer wilde doden. Maar zijn motieven waren helemaal verkeerd en hij zat fout in de poging om Jezus van blasfemie (godslastering) te beschuldigen Mat.26:57-68. Bovendien werden de offers niet geacht te lijden. Het bloed vloeide snel uit de aderen weg nadat de keel doorgesneden was, zodat zij hun bewustzijn verloren voordat zij stierven. Maar Kajafas liet toe dat zij Hem sloegen en pijnigden. Zijn bloed vloeide uit Hem bij Zijn dood, nadat Hij geleden had, vlak voordat Hij Zijn geest gaf. Mat.27:49-68
Pilatus
Onder de wet in Israël was kruisiging, in het bijzonder in verband met de offers, onbekend. De hogepriester en Israël waren instrumenten die God gebruikte om de dood van Christus te bewerkstelligen. Maar niet de vorm van die dood of de onwaardigheden en het vele lijden dat daarmee gepaard ging. Pilatus was ervan overtuigd, dat Christus niet schuldig was. Hij zocht een manier om zijn eigen onschuld te laten zien. Maar hij, en de natiën die hij representeerde, zijn de middelen die God gebruikte om het lijden en schande en goddelijke vloek op Hem te doen komen. Dat alles werkte uit, dat Zijn God Hem verliet Mat.27:46.
Pilatus was een ‘goed’ politicus. Hij was niet misleid door de priesters en het volk, en was ervan overtuigd dat Christus niet schuldig was. Hij verlangde ernaar Hem los te laten. Nochtans oordeelde hij, dat het belang van de staat eiste dat de eis van de meerderheid ingewilligd moest worden, alhoewel hij zijn handen ‘waste in onschuld’. Dit is een goed voorbeeld van menselijk bestuur in deze huidige slechte wereld. Gerechtigheid moet vaak plaats maken voor nut, en Gods woord inzake Zijn Christus ontvangt geen gehoor, behalve bij de weinigen die uitgekozen en geroepen zijn om met Hem te lijden.
Doop en kruisiging
Doop was slechts symbool van geestelijke reiniging onder de wet van Mozes en de bedieningen van Johannes en Christus. In Paulus’ evangelie ging dat veel verder, zodat het dood en begrafenis uitbeeldde, en opwekking uit de doden Rom.6:4; Kol.2:12. Maar gedachten van schande, lijden of vervreemding van God zijn er niet mee verbonden. En dat zijn de wezenlijke aspecten van Christus’ dood voor ons, zondaren uit de natiën.
De reden dat Paulus niet langer doopte nadat hij dit wel gedaan had is, dat doop het kruis leeg maakt 1Cor.1:17. Deze wijziging in Paulus’ praktijk vond plaats in de periode dat het huidige beheer van het geheimenis Efe.3:9 stap voor stap bekendgemaakt werd. Dit zou ons duidelijk moeten maken dat het als een uitwendige handeling niet in overeenstemming kan zijn met de fundamentele waarheid van deze era.
Het grote verschil tussen doop en kruisiging is het beste te zien in de Schriftplaatsen waar ze letterlijk voorkomen. De kruisiging degradeerde Christus tot het laagste niveau van menselijke schande en vernedering. Wat kon oneervoller en vernederender zijn dan aan een paal gespijkerd worden, én te moeten lijden onder niet alleen de beledigingen door mensen, maar ook onder de vloek van God? In tegenstelling daarmee was Zijn graftombe (uitgebeeld door doop) met rollende steen als deur, bezit van een rijk en eerbaar raadsheer, Jozef van Arimatea Luc.23:50.
Kruisiging in korte tijd
Christus had de misdadiger kunnen redden, toen hij aan het kruis hing Luc.23:39, zoals de crimineel suggereerde. Hij had Zichzelf ook kunnen redden, zoals sommigen opperden Mat.27:40, Mar.15:30, Luc.23:37. En het was mogelijk geweest om het kruis helemaal te mijden, zoals Zijn eigen discipelen verlangden Mat.16:23, Mar.8:33. Dit alles suggereert, dat God een uiterst belangrijke bedoeling had met kruisiging. Hij wilde daardoor Zijn hoogste eigenschappen onthullen. Hij kon niet diegenen redden die niet verloren waren. Ook kon Hij de diepte van Zijn liefde alleen aan vijanden manifesteren. Maar daar is één vitaal verschil, en dat heeft met de tijd te maken.
Het Zich ontledigen (leeg maken) van de vorm van God om als mens te worden, en de daarna volgende vernedering en gehoorzaamheid tot de dood, ja de dood van het kruis Fil.2:6-8, nam 33 jaar in beslag, één-derde van een eeuw. In tegenstelling tot deze betrekkelijk korte tijdspanne, zal de hieruit voortvloeiende heerlijkheid oneindig voortgezet worden. De eerste dertig jaar van Zijn mens zijn was een tamelijk milde vorm van vernedering, zonder al te veel lijden en oneer. Zijn driejarige bediening in Israël ging vergezeld van een grotere mate van vernedering en
diskrediet door de priesterlijke en seculiere heersers en ongelovige Joden. Maar dit werd verzacht door de weinige getrouwen die Hem liefhadden en vereerden. Dit duurde slechts één-tiende van de voorbereidende periode.
De climax van Zijn loopbaan kwam toen de religieuze leiders en politieke krachten Hem geselden, Hem belasterden en Zijn koninklijke rechten bespotten met een doornenkroon. Zij troffen voorbereidingen om Hem als Slachtoffer op te offeren, en uiteindelijk spijkerden zij Zijn menselijke vorm aan een paal. Dit was de diepste diepte van ontaarding waarin de mensheid Hem kon doen wegzinken. Het bracht Hem zo laag als de mens Hem kon brengen, en het vormt de basis voor de waarheid van het kruis. Dat kruis spreekt tot ons van: verlaging, vernedering, oneer, en bracht de vloek van God Zelf. Deze vreselijke, intense pijniging duurde drie uur, maar het is de basis van zegen voor een oneindige toekomst.
Schande en heerlijkheid
Wij zien hierdoor twee dingen duidelijk. Ten eerste: toekomstige heerlijkheid is gebaseerd op de tegenstelling tot schande. Als tweede: de schande is in vergelijking kort, de heerlijkheid is van onbeperkte duur. Het zal ons enorm helpen als we ons dit realiseren, vooral wanneer we ons midden in vernedering, pijn of verbijstering bevinden als gevolg van de trouw aan God.
Het element van schande en smaad, dat door kruisiging aan het offer van Christus werd toegevoegd, heeft zijn tegenhanger in de sublieme hemelse heerlijkheden die Zijn deel zullen zijn. Die zullen ook deel zijn van hen die zichzelf in de geest met Hem gekruisigd rekenen. Zij zullen, samen met Hem, kanalen worden van de hoogste zegeningen in de toekomst, te midden van de hemelsen. Maar zij zullen eerst samen met Hem lijden, in zeer beperkte mate, onder de haat en verachting van de slechte wereld.
Hoewel Petrus in Handelingen aan de kruisiging van Christus refereert Han.2:36, 4:10, is het aan Paulus gegeven om in zijn brieven te spreken van de kruisiging van de gelovige tezamen met Christus. Het is het kruis van Christus en onze verbinding daarmee dat ons verhoogt tot de Hemelse heerlijkheden.We weten van Gods plannen voor zegen van hen die in Christus uitgekozen zijn in de hoogste plaats te midden van de hemelsen. Voor hen is het tamelijk eenvoudig te zien waarom Hij niet alleen een Offer onder de wet was voor hen die onder de wet zijn, zoals de andere offers in Israël. Maar Hij moest veel ergere pijn en schande lijden. Zijn dood was niet alleen tot redding van straf op zonde en overtreding. Het was ook tot rechtvaardiging, wederzijdse verzoening en verheerlijking van de gelovige in nauwe verbinding met Christus Zelf, in Zijn grote werk om het al te onderschikken aan en wederzijds te verzoenen met God, de Vader.
© Concordant Publishing Concern
Vertaling: Date Gorter